Knopkruid: aanzet tot systeemgerichte aanpak
Knopkruid is een éénjarig onkruid dat op cultuur- en braakland voorkomt. Het onkruid heeft een voorkeur voor een vochtige en rijke bodem met weinig lichtcompetitie.
Een enquête onder biologische akkerbouwers en groentetelers in de zomer van 2010 bevestigt dat knopkruid problemen geeft in de groenteteelt maar ook in de akkerbouw. Vooral in teelten die laat in het voorjaar gezaaid worden, een lange kiemperiode en een trage begingroei kennen of een open gewasstand hebben, zorgt knopkruid voor problemen. Dit werd bevestigd in interviews met enkele telers: de teelt van wortelen, witloof, rucola, knolselder… werden aangehaald. Knopkruid neemt toe en blijkt in sommige teelten moeilijk beheersbaar te zijn. Slechts 12% van de biologische landbouwers slaagt er om de knopkruiddruk te verminderen, bij 41% van de biologische bedrijven blijft de druk gelijk en in 47% van de gevallen worden de problemen groter. Knopkruid is ook een gastheer voor tal van insecten, nematoden, micro-organismen en virussen die de gewassen kunnen beschadigen.
Via de brochure wil men naast de problemen die knopkruid meebrengt de mogelijke beheersmaatregelen in beeld brengen. Het is van belang om knopkruid kordaat aan te pakken en de verspreiding te vermijden. Om het onkruid op de juiste manier aan te pakken is het belangrijk om inzicht te hebben in de levenscyclus van de plant. Op basis van het onderkennen van de gevaren en het afwegen van de mogelijkheden kan vervolgens een gepaste bestrijdingsstrategie opgesteld worden. Een bioteler geeft aan dat het knopkruidprobleem beheersbaar is op zijn bedrijf door het groter bewustzijn voor het probleem en omdat er meer tijd wordt vrijgemaakt voor het bestrijden van knopkruid.
Karel Van den Berghe (PCBT)
CCBT