Mineralen- en spoorelementenvoorziening voor biologisch rundvee via kruiden in weiland
Mineralen en spoorelementen zijn nodig voor een goede weerstand, gezondheid, groei en productie van melkvee. Koeien die krachtvoer krijgen, hebben niet snel tekorten aan mineralen en spoorelementen. Alleen ruwvoer levert echter vaak onvoldoende mineralen. Door de overwegend ruwvoerrijke rantsoenen moeten biologische bedrijven dus extra aandacht besteden aan de mineralenvoorziening. Biologische bedrijven met herkauwers beschikken bovendien gezien de regelgeving slechts over beperkte mogelijkheden om extra mineralen- en spoorelementen toe te dienen aan het rantsoen. Hierdoor zijn ze sterk afhankelijk van de mineralen en spoorelementen die ze van nature via het ruwvoeder kunnen toedienen.
Onderzoek van de afgelopen jaren richtte zich voornamelijk op de haalbaarheid van 100% biologisch voeder voor herkauwers. Literatuur en contacten met onderzoekers bij het Louis Bolk Instituut bieden inzicht in de mineralen- en spoorelementenstatus van een aantal kruiden die voorkomen in weiland. Bepaalde kruiden, bijvoorbeeld cichorei, blijken meer mineralen en spoorelementen te bevatten dan gras. Er blijkt echter grote variatie in de gemeten waarden waarbij grondsoort, bodemtoestand, bemesting en groeitijdstip een impact kunnen hebben. Met name groeitijdstip is nog niet eerder meegenomen in de analyses. Er dient verder nagegaan te worden in welke mate kruiden in weiland kunnen ingezet worden als bron van mineralen en spoorelementen in het rantsoen rekening houdend met bodemgesteldheid en groeistadium van de plant.
Enkele bedrijven zaaien reeds kruiden in in de weide. Dit project moet meer duidelijk scheppen of men via de inzaai van deze kruiden kan komen tot een autonome voorziening op vlak van mineralen en spoorelementen voor het vee. Dit project sluit aan bij huidig onderzoek, uitgevoerd door UGent i.s.m. Wim Govaerts & Co, dat de opneembaarheid van mineralen- en spoorelementen op dierniveau zal onderzoeken.
Doelstelling van dit project is na te gaan in welke mate de behoefte aan mineralen en spoorelementen bij biologisch melkvee kan ingevuld worden door middel van kruiden in grasland. Met speciale aandacht voor invloed van bodem en seizoensinvloeden op het gehalte mineralen en spoorelementen in de onderzochte kruiden.
Samenvatting resultaten
Bij de meeste modelrantsoenen op biologische bedrijven met producerende herkauwers, treden er tekorten op inzake mineralen en spoorelementen. Weidekruiden inpassen in de bedrijfsvoering levert vaak een hogere dekkingsgraad op. Maar op basis van de gemeten mineralen en sporengehaltes van cichorei, smalle weegbree, duizendblad en paardenbloem kan nog geen volledige dekking worden bekomen. Om het probleem helemaal op te lossen moeten we op zoek naar planten met een hogere concentratie aan bepaalde mineralen of sporenelementen. In deze theoretische simulatie hebben we die gevonden in het blad van loofbomen.
Als we de rantsoenen uitbalanceren op vlak van mineralen en spoorelementen via te telen voedermiddelen, zien we enkel bij hoogproductief vee of snel groeiend vee nog enkele knelpunten, die met een kleine koperdosering en aanvulling met zout wellicht (goedkoop) op te lossen zijn.
Met de vier onderzochte kruiden kan al een eind worden opgeschoven in de richting van een volledige dekking van de mineralen behoefte uit kruiden. De uitdaging is deze planten in de juiste verhouding in het rantsoen te krijgen. Hierbij moet de teeltwijze van de kruiden nog verder onderzocht worden. Verder onderzoek dringt zich naar vragen zoals : verschillen tussen variëteiten; hoe de kruiden zich handhaven in het weiland ; mogelijkheden als teelt in monocultuur; inpassen van loof van bomen …
Lieven Delanote (PCBT), Annelies Beeckman (PCBT)
CCBT