Kwaliteit doorheen het biologisch productieproces van vruchtgroenten in kas (PCG)
Aaltjes blijven één van de belangrijkste teelttechnische problemen in de biologische glasgroenteteelt. Door de nauwe vruchtwisseling op de intensieve biologische glastuinbouwbedrijven lopen de nematodenconcentraties in de bodem na verloop van jaren zo hard op dat ernstige opbrengstverliezen niet uit blijven. In afwachting van andere methoden om de opbouw van nematodenpopulaties te beheersen, blijft de keuze voor de juiste onderstam uiterst belangrijk. In de komkommerteelt is het echter niet zo eenvoudig de meest optimale combinatie ras – onderstam te bekomen en eveneens rekening te houden met de mate van voortplanting van de aaltjes op de onderstam.
Na tomaat, paprika en komkommer is aubergine het meest geteelde vruchtgewas in de biologische glasgroenteteelt. Door het grotere relatieve belang van andere vruchtgewassen werd er in het verleden nog maar beperkt onderzoek uitgevoerd naar de teelt van aubergine. Er is dan ook een behoefte aan gebruikswaardenonderzoek van auberginerassen. Ook de problemen met nematoden en grondgebonden ziekten zijn in de teelt van aubergine even groot als in de teelt van de andere vruchtgewassen. Ook een onderstammenonderzoek is dus aangewezen.
In het consumentenonderzoek biotomaat werd nagegaan wat de invloed van rassenkeuze is op de acceptatie van deze tomaten door consumenten. Er werd gekeken naar de smakelijkheid, de smaak en de textuur van de vruchten, als ook naar de aantrekkelijkheid van het uiterlijk. Daarnaast werd ook het opgelostestofgehalte, als maat voor de zoetheid van de vruchten, gemeten.
Samenvatting resultaten
Komkommer
De onderstam Affyne (Rijk Zwaan) voldoet niet aan de vooropgestelde voorwaarden, maar ook RZ 64-10 (Rijk Zwaan) is onvoldoende, zowel op het gebied productie als kwaliteit van vrucht en wortels. Intussen is deze onderstam reeds uit de handel gehaald. De andere onderstammen voldeden. Iedere onderstam met zijn eigen voor- en nadelen. Bombo (Monsanto) vertoont een positieve trend naar productie toe, de haarwortelontwikkeling is zeer goed maar de onderstam is behoorlijk gevoelig voor wortelknobbel- en rotaantasting. Ook Harry (Syngenta) behaalt naar het einde van de teelt een goede productie en is op dat ogenblik minder witziektegevoelig. De grote wortelmassa (maar beperkt aantal haarwortels) vertonen eerder minimale aantasting van rot en wortelknobbels. Deze onderstam heeft echter als nadeel dat de aaltjes zich wel kunnen voortplanten; ook het enten verloopt moeizaam. Opmerkelijk bij de twee onderstammen van Uniseeds, RS 3518 en RS 3535 was de glanzende vruchtkleur. RS 3518 geeft een goede opbrengst. Rootpower (Sakata) heeft een goede productie bij het begin van de teelt, naar het einde toe zwakt deze echter fel af, mogelijks door aaltjesaantasting..
Aubergine
De optimale combinatie ras – onderstam is van meerdere parameters afhankelijk: entbaarheid, bodemtype, geschiktheid variëteiten, resistenties, … Uit deze proef blijkt dat de combinatie Taurus – Grow Group de kroon spant. Zowel op productieniveau, als bij de beoordeling van gewas en wortel is deze combinatie het best. Opmerkelijk is wel dat de onderstam Grow Group leidt tot een iets trager groeiende plant. Na verloop van de teelt haalt de plant deze licht opgelopen achterstand terug in. Of deze onderstam zal beschikbaar gesteld worden voor alle plantenkwekers, valt nog af te wachten.
Consumentenonderzoek biotomaat
Alle tomaten waren lekker voor de consumenten maar vooral de tomaten van de rassen Bonaparte (Rijk Zwaan), Doloress (Monsanto) en Mauritius (Rijk Zwaan) werden sterk gewaardeerd op gebied van smakelijkheid. Tomaten van de rassen Levanzo (Rijk Zwaan) en Locatelli (Rijk Zwaan) daarentegen scoorden iets minder.
Alle tomaten uit de proef waren te weinig zoet voor de proevers. Dit was zeker het geval voor tomaten van de rassen Locatelli (Rijk Zwaan) en Levanzo (Rijk Zwaan) die ook te zuur waren. De stevigheid van alle tomaten was OK, de schil daarentegen was voor allemaal aan de taaie kant. De schil van de tomaten Beaumonde (Rijk Zwaan) en Bonaparte (Rijk Zwaan) was minder taai dan de schil van de tomaten RZ 72-487 (Rijk Zwaan).
Op gebied van uiterlijk staken de trossen van het ras Levanzo (Rijk Zwaan) er boven uit, al waren alle trossen aantrekkelijk voor de consumenten. Ook de trossen van de rassen Success (Monsanto) en Locatelli (Rijk Zwaan) waren heel aantrekkelijk voor consumenten en scoorden beter dan de trossen van de rassen Bonaparte (Rijk Zwaan) en Vandos (Van den Berg). Er dient wel opgemerkt te worden dat door zettingsproblemen de meeste trossen niet optimaal gevormd waren.
Justine Dewitte (PCG), Saskia Buysens (PCG)
CCBT