Uitloopbeheer bij kippen
Volgens het lastenboek voor de biologische legpluimveehouderij moeten de kippen over een uitloop beschikken van minimum 4m² per kip. Als de weersomstandigheden het toelaten moeten de kippen minstens 1/3 van hun leven buiten kunnen lopen in een begroeide uitloop. Op die manier kunnen ze hun natuurlijk gedrag ontplooien, ze kunnen er bijvoorbeeld scharrelen en stofbaden nemen. Het is erg belangrijk dat de dieren zo vroeg mogelijk met de uitloop vertrouwd geraken en zijn ze het éénmaal gewend dan is het blangrijk dat ze het niet meer afleren. Daarom moeten pluimvvehouders absoluut vermijden om hun kippen wekenlang binnen te houden na hun komst op het bedrijf. Wennen aan de stal doen de kippen trouwens alleen maar als ze 's morgens binnen zijn. Je kunt de dieren naar buiten lokken door ze buiten bij te voeren met strooigraan, ruwvoeder of voerresten van andere dieren op het bedrijf.
W. Vandenberghe (Belbior)
Uitloopbeheer bij kippen (2005). In: Overzicht van het onderzoek biologische landbouw 2004 in Vlaanderen, PCBT, Rumbeke, p. 128. PCBT; jaarverslag 2004 www.pcbt.be