Open Velddag toont eigenheden biologische teelt
De open velddag op het proefbedrijf biologische landbouw van Inagro is een vaste afspraak voor wie in de sector actief is. Voor wie minder met de sector vertrouwd is, was het verrassend hoe goed de teelten erbij stonden. Heel wat tips en ervaringen werden uitgewisseld, zowel tijdens de rondgang, als nadien tussen pot en pint.
Perspectief voor kwalitatieve baktarwe
Er is een groeiende vraag naar regionaal geteelde biologische baktarwe. Molens Van Malleghem N. V. uit Maarkedal is een van de Vlaamse molens die biologische tarwe tot biologisch meel verwerkt. Productievertegenwoordiger Dirk Forret was op de Open Velddag aanwezig om de rassenproef zomertarwe te observeren: “Biologische bloem zorgt voor een belangrijke aandeel in de omzet van onze molen. Op dit moment wordt grotendeels in Duitsland aangekocht, maar we staan graag open voor Vlaamse biologische tarwe. Ook voor onze gangbare productie werken we in grote mate samen met regionale graantelers. Voor onze industriële klanten is een hoogwaardige bakkwaliteit noodzakelijk. Hiervoor is onder andere een eiwitpercentage van 12 % gewenst. Als kleine molen kunnen we ook een schakel zijn tussen individuele biologische graantelers en biologische bakkers.”
Lieven Delanote gaf toelichting bij de rassenproef en schoof meteen enkele rassen naar voor: Lavett is het standaardras voor biologische baktarwe in Nederland, maar wordt in toenemende mate gevoelig voor gele roest. De voorbije jaren haalde Specific steeds een superieure kwaliteit met een eiwitgehalte van 13 % of meer. Septima is een nieuw ras waarvan in 2014 biologisch zaaizaad beschikbaar wordt. Septima maakt een erg vol gewas met een goed onkruiddrukkend vermogen, bleef ook in 2012 erg gezond en combineert een goede bakkwaliteit met een goede opbrengst.
Naast zomertarwe, lag ook een rassenproef zomergerst aan. Zomergerst biedt voor de biologische teelt een aantal voordelen. Door de snelle jeugdgroei en de sterke uitstoeling maken onkruiden weinig kans. De vroege oogst maakt het mogelijk om in de stoppel eventuele wortelonkruiden te bestrijden en om tijdig een vlinderbloemige een groenbemester in te zaaien.
Nieuwe generatie plaagtolerante aardappelrassen
Teeltoverste Johan Rapol gaf toelichting bij de rassenproef aardappelen. “We konden op een normaal tijdstip en onder goede omstandigheden planten. Als gevolg van het koude voorjaar merken we echter dat de aardappelen op dit moment ongeveer 2 weken groeiachterstand hebben en nu pas beginnen met de knolzetting. Een goede plaagbeheersing wordt de komende periode opnieuw een belangrijk aandachtspunt. Inagro en PCA hebben hiertoe een aangepast adviessysteem ontwikkeld voor de biologische teelt.” Het meest perspectief verwacht Johan Rapol echter van een aantal nieuwe plaagresistente rassen. “In de rassenproef voeren we geen enkele plaagbestrijding uit. Vorige jaren hebben Toluca, Sarpo Mira en Carolus zich al bewezen als zeer sterke rassen. Dit jaar hebben meerdere pootgoedbedrijven rassen met een goede plaagresistentie aangemeld. Dit is een bijzonder beloftevolle ontwikkeling. Op dit moment is er in het perceel nog geen aardappelplaag waargenomen. Het is afwachten of deze nieuwe rassen de verwachtingen kunnen waarmaken en wat hun culinaire kwaliteit is.
Bodemvruchtbaarheid en bemesting
Annelies Beeckman gaf uitleg bij de verschillende proeven rond bodemvruchtbaarheid en bemesting. Sinds 2006 ligt een demoproef aan waarbij de ene helft van het perceel geploegd wordt en de andere helft van het perceel niet geploegd wordt. In overleg met het ILVO is dit jaar een bijkomende factor aan de proef toegevoegd en wordt het perceel bemest met ‘maaimeststoffen’. Grasklaver die vorig seizoen op een ander perceel werd gemaaid en ingekuild, werd gebruikt als basisbemesting. Dit jaar werd knolselder op het demoperceel geplant. De knolselder op het niet geploegde stuk sloeg duidelijk sneller aan en stond er zichtbaar forser bij. Een profielput toonde dat in het niet geploegde stuk de grond kruimeliger was en een betere capillariteit vertoonde. De knolselder was in dit stuk ook al dieper geworteld.
In een meerjarige bemestingsproef die sinds 2003 aanligt, waren dit jaar aardappelen aan de beurt. “De objecten waar compost wordt toegediend hebben de voorbije jaren een significant hogere opbouw van organische stof gekend” aldus Annelies Beeckman. “Dit jaar valt op dat deze veldjes ook een net iets betere gewasstand hebben, ondanks een gelijke stikstofbemesting. Het object waar enkel wordt gewerkt met drijfmest en snelwerkende organische korrelmeststoffen resulteerde het voorbije jaar niet in een hogere opbrengst van de broccoli, maar gaf wel het hoogste nitraatresidu.”
In de bemestingsproef bloemkool waren weinig verschillen te zien tussen de verschillende stikstoftrappen, ook al waren deze opgebouwd overeenkomstig het stikstofadvies voor het betreffende perceel. Lieven Delanote besluit hieruit dat de huidige (gangbare) adviezen de biologische teeltomstandigheden onvoldoende in rekening brengen. Onder andere de stikstofwerking van vlinderbloemigen wordt sterk onderschat. Een staalname voor stikstof tijdens de teelt is daarom in veel gevallen zinvoller dan een voorjaarsstaal.
Torsiewieder
Inagro sluit de open velddag op het proefbedrijf biologische landbouw traditioneel af met een innovatie voor mechanische onkruidbestrijding. HAK Schoffeltechniek uit Nederland demonstreerde zijn nieuw ontwikkelde torsiewieder in een perceel jong geplantte prei. Een torsiewieder bestaat uit twee flexibele tanden die links en rechts van de rij gemonteerd worden. Ze worden iets schuin en slepend tegenover de gewasrij geplaatst. Door de bodemweerstand en de rijsnelheid gaan de tanden iets uit elkaar waardoor ze niet over het gewas trekken. Door het trillen van de tanden wordt de grond opengebroken en wordt klein onkruid in de rij ontworteld. Koos Havelaar van HAK Schoffeltechniek wees op de eenvoudige afstelling van hun torsiewieder. Met een bout kan de tand zowel in de diepte als in de breedte versteld worden.
Zon aangedreven wiedbed
Als afsluiter van de open velddag werd het nieuwe zon aangedreven wiedbed van Inagro voorgesteld. Dit was meteen ook de publiekstrekker.
Ondanks de mogelijkheden voor mechanische onkruidbestrijding sterk geëvolueerd zijn, is manueel wiedwerk onvermijdelijk in de biologische landbouw. Vooral in fijne gewassen als wortelen, uien en witloof loopt het manueel wiedwerk op. Een wiedbed is daarom een erg zinvolle investering. Het draagt zowel bij aan de efficiëntie van het wiedwerk als aan de ergonomie voor de wieders. Inagro kocht dit voorjaar een nieuw wiedbed aan dat rijdt op zonne-energie en zet hiermee zowel inzake ergonomie als inzake duurzaamheid nog een stap verder. Bovenop het wiedbed zijn 4 zonnepanelen voorzien die stroom leveren voor de aandrijving van het wiedbed. Hierdoor is geen fossiele energie meer nodig. Het nieuwe wiedbed is ook volledig geruisloos waardoor het comfort voor de wieders fors verbetert. Volgens Paul Andela van Andela Techniek en Innovatie die het nieuwe wiedbed leverde, zijn de zonnepanelen zo berekend, dat ze ook op een sombere dag voldoende stroom leveren om een ganse dag door te werken. Gedeputeerde Bart Naeyaert, An Jamart (Bioforum), Guy Depraetere (ABS) en Ignace Deroo (Bioconsulent Boerenbond) namen meteen de proef op de som en wiedden het nieuwe wiedbed officieel in.
Meer info?
Lieven Delanote, Inagro Afdeling Biologische Productie
Tel: 051/27 32 50
E-mail: lieven.delanote@inagro.be