Softpest Multitrap – Beheersing van plagen in bio aardbei- en framboosteelt
Insectschade is een belangrijke reden voor grote verliezen (10 – 80%) en verminderde productkwaliteit bij vele Europese telers van biologische aardbeien en frambozen. In de biologische kleinfruitteelten zijn er geen effectieve controlemaatregelen voor vele van deze plagen. Dit brengt een groot economisch risico met zich mee en vermindert de motivatie van de telers om de productie van biologisch zacht fruit verder te ontwikkelen.
Het Europese onderzoeksproject ‘Softpest Multitrap’ wil kennis ontwikkelen over hoe de populaties van de aardbeibloesemkever, de behaarde wants en de frambozenkever beheerst kunnen worden in biologische aardbeien en frambozen door het gebruik van feromoonvallen, die selectief zijn voor deze plagen. Het onderzoek vindt plaats in zes verschillende landen in Centraal- en Noord-Europa.
Voorlopige resultaten 2012
In 2012 focuste het project op de identificatie van vluchtige stoffen uit de waardplanten. Deze stoffen zullen getest worden in combinatie met feromonen om te kijken of er dan meer insecten worden aangetrokken in de val. Sommige van deze stoffen zijn echter afkomstig van schimmels op de planten, waardoor ze misschien een tegenovergesteld effect kunnen hebben door de insecten af te stoten. Deze piste wordt in 2013 verder onderzocht.
In de veldproeven is er al meer kennis verworven over de distributie van de insecten in het veld en de omgeving. Wat het ingewikkeld maakt is dat er een verschil lijkt in distributie tussen bijvoorbeeld het noorden van Noorwegen ten opzichte van het zuiden van Zwitserland. Daarnaast is ook de leeftijd van het perceel van belang. Oude percelen hebben meestal een hoger aandeel aardbeibloesemkevers dan jongere percelen.
Daarnaast hebben de onderzoekers zicht vooral gefocust op het design van de insectenval, waardoor ze meer geleerd hebben over welk type val het meest effectief is zonder de nuttige insecten te verstoren.
Verwachte resultaten
De doelplaaginsecten zijn de grootste schadeverwekkers in de biologische aardbei- en frambozenteelt in Europa. Zelfs door regelmatig gebruik van biologische gewasbeschermingsmiddelen kunnen ze niet voldoende gecontroleerd worden. Het project wil oplossingen bieden voor deze problemen. Effectieve, plaagspecifieke vallen zullen ontwikkeld en vervolgens gecombineerd worden tot multi-vallen. Aardbei- en frambozentelers uit heel Europa zullen baat hebben bij de resultaten.
Op het einde van het project zullen alle data afgetoetst worden in grootschalige veldproeven zodat de meest effective methode in de praktijk kan aangeduid worden.
COREOrganic II ERAnet is een vervolgproject op COREOrganic en loopt binnen de financiering van het 7e kaderprogramma van de Europese Commissie. Een ERAnet is een Europees transnationaal samenwerkingsproject gesteund door de Europese commissie. In de loop van dit driejarig project wisselen partners uit 21 Europese landen ervaringen uit rond de organisatie en coördinatie van onderzoek voor de biolandbouw. Daarnaast worden nationale budgetten samengebracht voor de organisatie van een oproep voor bio-onderzoek over grenzen heen. Hierbij mikken de partners op een efficiënter gebruik van de beschikbare financiële middelen voor onderzoek voor de biologische landbouw op nationaal en Europees niveau. Bij de bepaling van prioritaire onderzoeksvragen gaat er vooral aandacht uit naar het betrekken van nationale en transnationale actoren uit de biologische landbouw- en voedingsector. Het Departement Landbouw en Visserij en het ILVO zijn partners voor Vlaanderen. Ook Vlaamse onderzoekers participeren in de COREOrganic II-onderzoeksprojecten: BICOPOLL, HealthyHens, TILMAN-ORG, COBRA
Meer info: http://www.coreorganic2.org/
Presentatie over het project: http://orgprints.org/20078/1/Softpest_Status_2011.pdf
Folder: http://www.coreorganic2.org/Upload/CoreOrganic2/Document/softpest%20folder.pdf
Bron: http://www.coreorganic2.org