Vlinderbloemigen tillen stikstofvoorziening naar een hoger niveau
Groenbemesters winnen algemeen aan belang om erosie tegen te gaan en om het nitraatresidu in de bodem te beperken. In de gangbare landbouw komen groenbemesters steeds ‘na’ een teelt. In de biologische landbouw vervullen groenbemesters echter ook een sleutelfunctie als groenbemestingsgewas ‘vóór’ een teelt.
MAP4 stuurt vrij eenzijdig naar het gebruik van grasachtige en bladrijke groenbemesters. Uitgaande van de N- en P-normen in MAP4 en de intentie om tot meer gesloten kringlopen te komen, zijn vlinderbloemige groenbemesters evenwel meer dan ooit van belang voor de biologische landbouw.
In dit project werd nagegaan welke vlinderbloemige groenbemesters beschikbaar zijn en wat de mogelijkheden van inzaai op drie momenten in het jaar zijn. Hierbij werd zowel gewasontwikkeling als nitraatresidu en N-nalevering in de volgteelt opgevolgd.
Daarnaast werd ook nagegaan op welke manier het beheer van een tijdelijke grasklaver kan worden afgestemd op een vroege volgteelt of kan ingepast worden bij niet-kerende grondbewerking. Dit met zowel aandacht voor het nitraatresidu als voor N-nalevering voor de volgteelt.
Lees het samenvattend verslag HIER.
Het project beoordelen en opmerkingen of een pluim geven kan HIER!
Meer info?
Contactpersoon: Annelies Beeckman
Tel: +32 (0)51 27 32 51
E-mail: Annelies.Beeckman@inagro.be