Zeven onderzoeksprojecten voor biologische landbouw- en voedingssector in Nederland
In Nederland zijn zeven onderzoeksprojecten voor de biologische landbouw- en voedingssector goedgekeurd. De inhoud van de projecten hebben allemaal een link met zowel de biologische als de gangbare sector. Dit moet leiden tot een verdere ontwikkeling van biologische en gangbare ketens.
Bionext heeft samen met Wageningen UR, Louis Bolk Instituut en het bedrijfsleven begin april twaalf onderzoeksvoorstellen ingediend voor de plantaardige en dierlijke primaire sectoren, de verwerkende sector en de handel. Dit gebeurde naar aanleiding van het amendement in 2013 van SP-kamerlid Van Gerven, waarin stond dat het onderzoek voor de biologische landbouw extra gestimuleerd moest worden. Staatssecretaris Dijksma besloot vervolgens 1 miljoen euro beschikbaar te stellen voor onderzoeksprojecten. Uiteindelijk zijn er met het beschikbare budget zeven meerjarige projecten gehonoreerd.
Overzicht zeven onderzoeksprojecten
De projecten kennen verschillende thema’s en worden uitgevoerd binnen verschillende sectoren. In alle projecten is er aandacht voor de biologische en gangbare sector. De deelnemende partijen, die voor de vereiste co-financiering zorgen, komen dan zowel uit het biologische als het gangbare bedrijfsleven. Een overzicht:
1. Efficiënte keten, preventie reststromen
In dit project worden praktische handvatten ontwikkeld waarmee bedrijven in de biologische agrifoodketen derving kunnen voorkomen, groente- en fruitreststromen beter kunnen benutten en de kansen voor het verkopen van afwijkende producten kunnen vergroten.
Contactpersonen: Sjef Staps, Louis Bolk Instituut en Seth Tromp, Wageningen UR
2. Versnelde selectie van low input rassen fruit
Het project ontwikkelt methoden om de resistentie en tolerantie van nieuwe appelrassen tegen schurft en vruchtboomkanker snel te herkennen.
Contactpersoon: Peter Frans de Jong, Wageningen UR
3. Ruwvoerproductie en bodemmanagement
Op basis van beschikbare kennis wordt bepaald welke combinaties grasland-maïs vanuit bedrijfseconomisch en milieukundig perspectief optimaal zijn. Een tweede onderdeel van het project richt zich op grasklavers en dan vooral oorzaken van teruglopende opbrengst en oplossingen daarvoor. Een derde onderdeel inventariseert de kennis over de relaties tussen plantenrassen en hun succes op verschillende bodems bij verschillende meststoffen en verschillende weersomstandigheden.
Contactpersonen: Wijnand Sukkel, Wageningen UR en Nick van Eekeren, Louis Bolk Instituut
4. Nieuwe Business Modellen
Kern van het project is het verkennen van nieuwe mogelijkheden tot verbinding van hun bedrijfsactiviteiten met consumenten en burgers zoals het beter laten functioneren van food communities, slimmer samenwerken in de keten en burgerraadpleging in het biologische bedrijfsleven.
Contactpersoon: Frank Wijnands
5. Biologische varkens zonder ingrepen
In dit project wordt gewerkt aan het verminderen van welzijnsproblemen door ongewenst gedrag bij beren en het voorkomen van berengeur, het verminderen van welzijnsproblemen en economische schade door staartbijten, en het bevorderen van het welzijn door het mogelijk maken van natuurlijk gedrag door een systeem van groepszogen.
Contactpersoon: Herman Vermeer, Wageningen UR
6. Vermindering fosforexcretie door biologisch gehouden varkens en pluimvee
In dit project wordt onderzocht of via diervoeding en mestbewerking de fosfaatexcretie door biologisch gehouden varkens en pluimvee verlaagd kan worden en de ammoniakvervluchtiging vanuit de mest verminderd kan worden.
Contactpersonen: Marinus van Krimpen, Wageningen UR en Jan-Paul Wagenaar, Louis Bolk Instituut
7. Duurzame Bodem (dit project wordt deels gefinancierd)
Dit is een aanvullend werkplan voor de publiek private samenwerking beter Beter Bodembeheer die al jaren bestaat. In het aanvullend werkplan staan onder andere een inventarisatie en het praktisch toepasbaar maken van bestaande maar gefragmenteerde kennis over organische stoftoevoer. En daarnaast onderzoek naar de vraag of gebruik gemaakt kan worden van plant- of gewaseigenschappen om bodemkwaliteit positief te beïnvloeden.
Contactpersonen: Wijnand Sukkel, Wageningen UR en Chris Koopmans, Louis Bolk Instituut
Frank Wijnands, WUR