Verslag Studiereis Denemarken 25-27 sep 2016
Denemarken heeft het grootste biologische marktaandeel (7,6%) van de wereld. 8% van de landbouwoppervlakte is biologisch (tegenover 0,8% in Vlaanderen) en er zijn zo’n 3000 biobedrijven. Ook de consumenten gaan volop voor bio. Zo is 30% van alle verkochte melk biologisch! Daarnaast is Denemarken gekenmerkt door innovatieve bedrijfsconcepten en ook op gebied van mechanisatie zijn de Denen vaak koploper.
Van 25 t.e.m. 27 september 2016 organiseerden Bio Zoekt Keten, CCBT, BioForum en landbouwadviseur Stefan Muijtjens een driedaagse trip naar Denemarken. Er kwam heel wat interesse uit de sector. De groep van 20 personen bestond voornamelijk uit Vlaamse bioboeren en medewerkers van BioForum, BioZoektBoer, overheden en proefcentra. Op 3 dagen tijd reden we heen en terug naar Denemarken, bezochten we 7 heel diverse en inspirerende bedrijven en verkregen we inzicht in de Deense biomarkt. Van een blitsbezoek gesproken!
Hieronder een beknopt verslag, in de bijlage het uitgebreid verslag en de foto's kan je hier bekijken.
Ondernemerschap en samenwerking centraal op Deense biobedrijven
Het eerste bedrijf waar we zondagnamiddag terecht kwamen was het melkveebedrijf van Frode en Gitte Lehmann, aan de oostkust en vlakbij de grens met Duitsland. Vandaag telt het bedrijf 105 melkkoeien (met een gemiddelde productie van 8.250 liter melk met 4,2 vet en 3,4 eiwit) en 152 ha land. Frode Lehmann is tevens voorzitter van de zuivelcoöperatie Naturmaelk. Deze coöperatie bestaat uit 32 leden-melkveehouders en verwerkt jaarlijks 36 miljoen liter exclusief biologische melk. De prijs voor biomelk in Denemarken was begin oktober 2016 ± 44,4 €/liter, terwijl de prijs voor gangbare melk 27,5 € was (4,2 vet en 3,4 eiwit). De grondprijs bedraagt in dit deel van Denemarken 16 à 18.000 Euro/ha. Opvallend was het gebruik van gesekst sperma. In Denemarken is het gebruik van gesekst sperma toegelaten op biobedrijven. Op die manier vermijdt men de geboorte van stierkalveren.
Foto: Frode Lehmann in zijn weide aan de kust
Maandag stonden 4 bedrijven op de planning. Tuinbouwbedrijf Marienlyst is gespecialiseerd in aardappelen en in een brede diversiteit aan wortelgewassen. In de nieuwe sorteerhal zagen we een moderne en volautomatische installatie om deze gewassen te wassen, te sorteren en te verpakken in de eindverpakking van de klant (vooral supermarkten). Een actuele hype op het bedrijf waren de verpakkingen met verschillende kleuren wortelen (‘rainbow carrots’) of bieten. Marienlyst heeft zelf 80 ha grond in beheer. Daarnaast wordt samengewerkt met vijf andere biologische telers, waaronder een broer en een neef. Elkeen neemt hierbij een specifieke taak op in het productieproces en werkt ook ten dienste van de collega’s (vb. zaaien, rooien, onderdekken,...). Marienlyst neemt de volledige verwerking en verkoop voor zich. Het streven naar schaalvoordelen door onderlinge samenwerking zagen we ook op andere Deense bedrijven terug. Ook hier kunnen we in Vlaanderen wellicht nog iets van leren. Opvallend was de strategie voor de bewaring van wortelen, namelijk in de winter afdekken met stro en plastiek in plaats van frigobewaring, en ook de beperkte manuele onkruidbestrijding. Knopkruid is er net als bij ons een probleemonkruid, maar kiemt er wel later als gevolg van het koudere voorjaarsklimaat.
Foto: Diversiteit aan wortelgewassen bij Marienlyst
Het prachtige melkveebedrijf Engmark van Martin en Tina telt 300 ha, waarvan 60 ha voor begrazing. Ze hebben zo’n 220 à 250 Jersey koeien, met een melkproductie van 7.500 kg melk per jaar (5,8 % vet en 4,2 % eiwit). De droom van Tina was om zelf ijs te kunnen maken op een ecologische manier, zonder kunstmatige additieven. Intussen heeft ze 24 innovatieve smaken ontwikkeld, zoveel mogelijk met eigen of lokale smaakmakers. Het ijs wordt voornamelijk verkocht in de vorm van frisco’s.
Het viel hier deelnemer Nico Vandevannet op dat er veel samengewerkt wordt in Denemarken. “Helaas is dat in Vlaanderen blijkbaar veel moeilijker.” Ook dit bedrijf maakte deel uit van een coöperatie van bedrijven van samen ongeveer 1200 ha, elk met een specifieke taakverdeling. Zo is er bv een collega die gespecialiseerd is in de voederteelten en een aantal hectaren huurt van Martin om voeder te telen. Erik Krosenbrink stond eveneens te kijken van dit samenwerkingsverband, waarbij de boer eigenlijk zijn eigen voer terugkoopt. “Op die manier lijkt er veel meer rust te komen in de bedrijfsvoering.”
Foto's: Jersey-bedrijf Engmark
Ook bij het misschien al gekende pakkettenbedrijf Aarstiderne gingen we een kijkje nemen. Het productiebedrijf zelf bestaat uit 700 ha, waarvan 300 ha bosgebied. Sinds 1996 is het bedrijf omgeschakeld naar de biologische teelt. Momenteel verdeelt Aarstiderne 30 à 40.000 boxen per week. 10% daarvan gaat naar Zweden, de rest blijft in Denemarken. 3 jaar geleden hebben ze ‘maaltijdpakketten’ gelanceerd. Het systeem is vergelijkbaar met dat van het Nederlandse bedrijf HelloFresh. Het viel Nico Vandevannet op dat de distributieruimte op maandagavond helemaal leeg was, terwijl ze 70% van hun omzet op maandag draaien. “Dit wijst volgens mij op een superefficiënte organisatie.” Wat Sander Vangrunderbeek (Proefcentrum Pamel) hier vooral is bijgebleven is de evolutie van het bedrijf. “Van kleinschalige verdeler van lokale groentepakketten, naar de grootste nationale verdeler van pakketten met groenten, fruit en vlees van overal, gekozen op basis van kwaliteit, prijs en efficiëntie.”
In een proeftuin testen ze jaarlijks zo’n 150 nieuwe rassen en soorten uit. Chefs en boeren ontmoeten er elkaar en beslissen welke 5 gewassen of variëteiten geteeld zullen worden en in de boxen terecht mogen komen. Volgens Stefan Muijtjens is dit experimentele karakter heel belangrijk: “Aarstiderne steek veel energie in nieuwe producten en in het uitproberen van gekke dingen, waardoor ze innovatief blijven.”
Foto: De toepassing van maaimeststoffen in de proeftuin van Aarstiderne
Na een stevige dag vol interessante bedrijfsbezoeken, gaande van akkerbouw, over Jersey koeien, tot het maken van groentepakketten, werden we warm ontvangen door Elsebeth en Bjarne op Hellevad Vandemolle, onze slaapplaats voor die nacht. Hellevad is een pittoresk biologisch landbouwbedrijf met zowel akkerbouw als veeteelt, sinds ’54 in het bezit van de familie. Dit bedrijf is doorheen de jaren uitgegroeid tot een schoolvoorbeeld van multifunctionele landbouw, waar duurzaamheid en aandacht voor de omgeving centraal staan. Logeren doe je in een aanpalende woning of in één van de vele mooi ingerichte appartementen boven de koestal. ’s Morgens en ’s avonds kan je genieten van een heerlijke biologische maaltijd. Het graan wordt zelf gemalen en met de bloem maken ze hun eigen brood. De groei van het bedrijf is puur organisch gebeurt. Telkens als er zich een nieuwe kans of opportuniteit plaatsvond werd deze met beide handen gegrepen. Net zoals bij de andere reeds bezochte bedrijven is ook hier een goede samenwerking de draaischijf van het bedrijf.
Foto: Varkens genieten van de ochtendzon op Hellevad Vandemolle
Foto: Uitwisseling over de compostering op Bigaard
Besluit: de kracht van samenwerking en slimme marketing
Niet enkel de Deense bedrijven maakten deze studiereis interessant, ook de onderlinge uitwisseling tussen collega’s was zeer waardevol. Zo werd er in het busje volop gebrainstormd over acties die we in Vlaanderen kunnen ondernemen rond omschakeling, bijscholing en secundair onderwijs. Of om met een quote van deelnemer Senne Martens te eindigen “Zowel het netwerken met andere deelnemers als de inkijk in de Deense biologische markt heeft mij geïnspireerd. Het is interessant te zien hoe de sector zich ontwikkelt in een ander politiek klimaat... Volgende keer ben ik er opnieuw bij.”
Carmen Landuyt, carmen.landuyt@ccbt.be, TEL +32 (0)9 331 60 85
Attachment | Size |
---|---|
Verslag Denemarken 2016.pdf | 1.29 MB |