Verslag masterclass onkruidbestrijding in bio
Op woensdag 28 februari kwamen een dertigtal bioboeren samen te Bornem voor de masterclass onkruid. In het inleidend deel kregen we een inzicht in de ins en outs van onkruidbeheersing in de biologische landbouw door Lieven Delanote. Karel Dewaele nam ons mee in de wereld van de wortelonkruiden en ten slotte koppelde prof Benny de Cauwer van de Ugent terug over wat werd bijgeleerd in een diepgaand project over knopkruid.
Hieronder een samenvatting bij de presentaties. Je vindt de presentaties hier.
Presentatie Lieven Delanote (Inagro)
Het zijn niet de machines die het verschil maken: het is jij als boer die het verschil maakt! Reflecteer over je bedrijfsvoering en over je huidige onkruidbestrijding en maak het behapbaar. Naarmate de sector groeit, groeien ook de kansen voor de opstart van een machinering in je regio. De melkveehouders in de Westhoek zijn hier al mee bezig.
Met de precisie-eg van Trefler heb je een voortreffelijke machine, die scharnierend werkt en met de verende tand de druk op de tand goed gelijk houdt zodat ook in elk putje of bultje er onkruid kan verwijderd worden, dit zowel voor grootschalige als kleinschalige bedrijven.
Verder moet er voldoende belang gehecht worden aan het onderhoud van machines: schoffelen met roestige en botte schoffels heeft weinig zin! Een fronthef is een aanrader als je ook alleen wil kunnen schoffelen, anders heb je meestal een stuurman nodig. Een fronthef maak je nog beter op maat, dat zorgt voor een compacte opbouw en houdt weinig in. Ook werden een aantal veelbelovende high-tech technieken besproken die nu nog duur zijn. Er werd ook even ingegaan op de voordelen van cameragestuurd tov rtk-gps waarbij de cameragestuurde machines performanter werken omdat ze beter de reële lijnen volgen. Hoe meer je machinaal uitstelt, hoe meer manueel wiedwerk er volgt. Dit verhoogt kostprijs van een product. Je hoeft het ook niet altijd grootschalig te zien, vb lucko van Bingenheimer verkrijg je voor 6 euro en werkt heel performant. We denken ook verder aan onze milieu-uitstoot en zoeken ook de elektrische wieders op. Klaas Y. won hiermee terecht de innovatie award op de laatste CCBT-dag rond mechaniek voor kleinschalige bedrijven. De elektrische wiedrobots lijken nu nog duur, maar kunnen misschien in de toekomst wel een oplossing zijn voor multifunctionele bedrijven.
Presentatie Karel Dewaele (Inagro)
Karel nam de Agrotransfert brochures en tool over wortelonkruiden door en gaf heel wat informatie mee over de verschillende wortelonkruiden en hun aanpak
Presentatie prof. B. De Cauwer (Ugent)
Tot slot bracht prof Benny De Cauwer een terugkoppeling van het onderzoek dat knopkruid onder de loep nam. Bij 39 biobedrijven en op 55 percelen werd de knopkruidpopulatie onderzocht op heel wat facetten. Hier vinden jullie zijn conclusies:
- Zaadbankgrootte van knopkruiden is sterk perceels-afhankelijk
- Percelen met grote onkruidzaadbanken bezitten doorgaans grote knopkruidzaadvoorraden
- Harig knopkruid is de meest dominante knopkruidsoort
- Knopkruid is uitgesproken lichtbehoevend voor kieming en kent betere kieming in lichte bodemtextuur
- Kaal knopkruid kiemt minder snel, heeft meer warmte nodig, het zaad overleeft minder lang in de bodem en kiemt ondieper
- Vals zaaibed systemen met minimale bodemverstoring (thermisch, ondiep bewerken) resulteren in laagste veldopkomst na vals zaaibed (Kortetermijneffect)
- Zaadbankvermindering is groter na vals zaaibed bewerkingen die kieming stimuleren (Langetermijneffect). Dieper bewerken (3 cm) levert hier de grootste vermindering op. De voordelen ervan worden echter niet benut op korte termijn.
- Zaadbankgrootte is afhankelijk van gewasbeheer en bodem(kwaliteit
Invloed gewas- en bodembeheer:
- Laagste zaadbankgrootte in systemen met lage frequentie kerende bodembewerking & seizoenslange (“knopkruidseizoen”) aanwezigheid van vulkrachtige gewassen/groenbemesters
- Occasioneel ploegen biedt meerwaarde
- Tijdelijk grasland biedt meerwaarde
Invloed bodem(kwaliteit): meer knopkruid bij lage pH, hoge zandfractie, hoge OS-gehalte, betere bodemdrainage, minder AM (arbusculaire mycorrhiza) schimmels
Workshop
Na de koffiepauze gingen de deelnemers in kleine groepjes dieper in op een aantal zelfgekozen thema’s. In de terugkoppeling kwamen volgende zaken aan bod:
- Onkruidbeheersing vooral een kwestie van een goede organisatie
- Netten bemoeilijken de mechanische onkruidbeheersing en kunnen maken dat die uitgesteld wordt of minder frequent wordt toegepast Effect van insectengaas op onkruid: vliesdoek is niet aan te bevelen, howicover 3 en wildnetten in de zomer zijn beter alternatief – zorg dat de bodem onder je doek niet te vochtig wordt en blijft want dat is optimaal klimaat voor onkruid
Mechanische onkruidbestrijding:
- Wat heb je aan een vals zaaibedbereiding als nadien bij planten de bodem toch weer dieper geroerd wordt (nog afhankelijk van planttechniek)
- Bij gezaaide teelten is onkruid moeilijker te beheersen bij aanvang van de teelt en is de noodzaak of het nut van een vals zaaibedbereiding meer van belang
- Met een vals zaaibedbereiding kan in het voorjaar starten op het moment dat de bodem berijdbaar is, maar een diepe niet-kerende bodembewerking – zo nodig voor decompactie – kan maar gebeuren als de bouwvoor onderin voldoende droog is, maar zo’n diepere bewerking brengt onkruidzaden weer naar de oppervlakte
- Bij planten zou men zich daarom beter richten op uitputting als men vals zaaibed toepast (d.i wat diepere bewerking) en bij zaaien meer op het maximaal beperken van de onkruiddruk in de teelt zelf, zeer ondiepe bewerking bij vals zaaibedbereiding
- Om de 6 dagen zou je vals zaaibed moeten toepassen om knopkruid uit te putten
- Ondiep is de boodschap, maar planten is bewerking -> ponszaai, ponsgaten, puntplanting een optie?
- Ervaring met stomen lijkt positief, is biofumigatie een optie
Bodem & bemesting:
- Vlaklegging van percelen is belangrijk en vlakhouden ook voor een efficiënte mechanische onkruidbeheersing, maar dit licht moeilijker bij lichte gronden (insporing bij droge omstandigheden); speelt minder als er op bedden geteeld wordt.
- Vals zaaibed geeft meer slemp: is een dunne slemplaag problematisch? Onderdrukt wel onkruid omdat er geen licht aan de bodem kan
- Diepere bodembewerking geeft meer licht en korrelige structuur om in te werken, maar leidt ook tot meer onkruid
- Zaaien en dunne compostbedekking heeft potentieel, ook ander mulchmateriaal mogelijik?
- Planten en zaaien in folie een optie?
- Niet evident om rijpaden vast te houden en hoe zit het met onkruid in rijpad?
- Is er link met Calcium/mg verhouding in je bodem? Geeft meer Ca toedienen aan je bodem een effect?
- P-rijke bodem negatief, organische korrelmeststoffen zonder P een optie?
Rotatie:
- Groenbemester kunnen ook onkruiddruk verhogen: zijn mengsel dan een beter alternatief?
- Keuze tussen groenbemester inzaaien of toch werken aan het uitputten van je onkruidzaadbank is moeilijk? Wat is ideaal
Ook na deze Masterclass bleven nog heel wat vragen open. Via de Biobedrijfsnetwerken komt dit thema zeker verder aan bod. Wil je zelf aan de slag met experimenteren? Contacteer Karel Dewaele via karel.dewaele@inagro.be.
Attachment | Size |
---|---|
Verslag_Masterclass onkruid_28feb2018.pdf | 634.3 KB |