Ritnaaldenbemonstering opnieuw gestart
De projectgroep ritnaalden is terug van start gegaan met een nieuwe bemonsteringscampagne op meer dan 50 percelen over heel Vlaanderen. Ritnaalden, of koperwormen, komen in maart of april terug naar de bovenste bodemlagen om zich te voeden. Door ze volgens een gestandaardiseerde methode te vangen, kunnen onderzoekers een eerste inschatting maken van de aanwezigheid van ritnaalden op het perceel.
Ritnaalden terug actief na winterrust
De ontwikkeling van ritnaalden, de larven van kniptorren, speelt zich gedurende meerdere jaren af in de bodem. Tijdens hun ontwikkeling die 2 tot 5 jaar kan duren, verplaatsen ze zich regelmatig tussen de ondiepere (0 – 20 cm) en diepere bodemlagen (tot 60 cm diep). Deze verticale migraties worden gestuurd door veranderingen in temperatuur en vochtgehalte in de bodem. Tijdens de winter zijn ze inactief en verblijven ze dieper in de grond, afhankelijk van de temperatuur, de bodembedekking en ouderdom van de larven.
Als de bodem terug opwarmt in het voorjaar, komen ze terug naar boven. Vanaf een temperatuur van 9 à 10°C in de bovenste 20 cm van de grond, gaan ze ook opnieuw levende planten opzoeken om zich te voeden. Ze tasten dan zaden en wortels of stengels van jonge kiemplanten van diverse gewassen aan. Deze schadelijke periode kan van april tot juli duren, waarin ze zowel gezaaide gewassen als maïs en witloof als geplante gewassen zoals sla kunnen aantasten.
Laatste uitgebreide bemonsteringscampagne
Inagro, Hooibeekhoeve, Nationale proeftuin voor Witloof en ILVO werken sinds 2015 samen in een onderzoeksproject om te zoeken naar oorzaken en oplossingen voor het ritnaalden probleem. Hiervoor bemonsteren de onderzoekers al drie jaar ruim 50 percelen per jaar. Dit jaar organiseren we voor het vierde en laatste seizoen deze grote vangstcampagne.
Dit gebeurt met behulp van lokvallen die bestaan uit geperforeerde potten met maïs- en tarwezaden die in de grond worden ingegraven. Ritnaalden worden in de pot gelokt omdat ze aangetrokken worden door de CO2 die bij het kiemen van de zaden vrijkomt. Het aantal ritnaalden dat we op die manier gedurende twee weken vangen, geven een indicatie van de aanwezigheid van ritnaalden op het perceel. Het ILVO identificeert alle soorten gevangen ritnaalden zodat we ook kennis hebben van de aanwezige schadelijke soorten. Deze kennis is o.a. van belang om te voorspellen wanneer de ritnaalden actief zijn en voor een goede schade-inschatting.
Online voorspelling en advies vanaf 2019
Het finale doel van het project is een online applicatie te ontwikkelen waarmee het risico op ritnaaldenschade voor een specifiek perceel kan worden voorspeld. Op basis hiervan zullen dan aanbevelingen en advies over de beheersmaatregelen worden opgesteld. In het project worden ook in dit laatste projectjaar nog proeven aangelegd in maïs, witloof en aardappelen om verschillende beheersingsmethoden uit te testen.
Heb je ook problemen met ritnaalden op één van jouw percelen?
Neem dan contact op met Femke Temmerman voor eventuele monitoring en advies:
femke.temmerman@inagro.be, tel. 051 27 32 53
Landbouwtraject ‘Sectorbrede geïntegreerde beheersing van ritnaalden’ (2015 - 2018) met financiële steun van IWT Vlaanderen, Boerenbond, AVEVE Group, ABS, Bayer CropScience, Belchim Crop protection, Belgapom, Biobest, Certis, Colruyt, Fedagrim, Innoseeds, Joordens Zaden, Pherobank, Pireco, Sanac, Storms Seeds, Synagra, Syngenta en de producenten.