Niet-kerende grondbewerking levert voordeel op bij herfstprei in 2018
Sinds 2006 wordt op een perceel op het proefbedrijf biologische landbouw van Inagro de helft met een kerende en de andere helft met een niet-kerende grondbewerking (NKG) bewerkt. Dit wordt gecombineerd met vaste rijpaden sinds 2016. Dit perceel wordt tijdens de projectperiode meegenomen in het kader van ‘Carbon Farming’ waarbij de verschillen in het vermogen tot koolstofopslag in de bodem als gevolg van beide technieken zullen opgevolgd worden.
De resultaten in de vergelijkende proef ploegen versus niet kerende grondbewerking wisselen tot nu toe van jaar tot jaar. In 2018 werd op het perceel het biologische preiras Cherokee geplant. De marktbare opbrengst tussen kerend (25,2 ton/ha) en niet-kerend (26,3 ton/ha) kende een verschil van 4,5 % in het voordeel van de NKG. Dit verschil zien we ook terug tussen het aantal marktbare planten (4,2 %). De wegval was ook wat groter bij kerend (6,9 %) tegenover NKG (3,6 %). Het percentage planten die te klein waren lag iets hoger bij kerend (2,5 %) dan niet kerend (2,0 %). De sortering tussen de twee technieken was gelijkaardig. Qua aantasting door sleet, purpervlekken, roest of papiervlekken is er geen verschil tussen de bewerkingen te zien, net als de gewaskenmerken stand, bladkleur en -breedte, uniformiteit en groeiwijze werd geen verschil tussen de twee objecten waargenomen. Ook bij trips kent men geen verschil.
Na de oogst werd het perceel ondiep opgetrokken met de cultivator en ging het ‘zwart’ de winter in. In het voorjaar kwamen beide helften opvallend verschillend uit de winter. De geploegde helft was duidelijk meer verslempt en was scherpblokkig qua structuur in de bouwvoor. Het niet geploegde deel vertoonde een mooie kruimelstructuur.
Duidelijk verschil in bodemstructuur in ruggen voor wortelen 2019
De foto’s werden genomen op 3 mei 2019 en geven de staat van het huidige perceel weer dat ofwel kerend of niet-kerend wordt bewerkt. De ruggen werden getrokken op 20 april 2019 voor de teelt van wortels. Als we beide helften van het perceel beoordelen zien we een verschil in bodemstructuur. Het deel dat met een kerende bodembewerking wordt bewerkt (foto’s links) heeft een grovere structuur met stugge en scherpblokkige kluiten. Ondanks het kluiterig oppervlak zijn ze erg slempgevoelig. Drainage en verluchting zal hierbij iets beperkter zijn. Op de helft niet-kerende grondbewerking (foto’s rechts) zien we een fijnere kruimelstructuur wat tot meer egale ruggen leidt. De fijne en poreuze aggregaten zullen hierbij zorgen voor een goede water- en nutriëntenopname waarbij de verticale wortelgroei van het volgende gewas maximaal kan zijn.
Jasper Vanbesien
Attachment | Size |
---|---|
NKG.pdf | 912.65 KB |