Nieuw CCBT project: Inzet van biologische controle-organismen in openlucht groenteteelt
Met dit nieuwe tweejarige project gaat Inagro op zoek naar successtrategieën voor een alternatieve, biologische gewasbescherming in openlucht groenteteelt. Het onderzoek zal op twee plaaginsecten focussen, met name koolvlieg en trips, waarvoor we een aantal biologische controleorganismen (BCO’s) zullen uittesten. Hiermee willen we enerzijds een alternatief zoeken voor het gebruik van spinosad in de koolteelt en anderzijds een antwoord bieden op de toenemende tripsdruk in de preiteelt.
Toenemende plaagdruk
De extreme weerssituaties van de voorbije jaren zorgde voor een hogere druk van een aantal probleemplagen. Zo zagen we de voorbije twee jaar een toename van meerdere plagen in koolgewassen (koolmot, koolvlieg, aardvlooien, koolgalmug en witte vlieg), trips in prei, coloradokever in aardappelen en slakken in meerdere gewassen. Traditioneel steunen biologische telers sterk op preventieve maatregelen om schade door deze plagen zoveel mogelijk te beperken en daarnaast rekenen ze op de hulp van aanwezige natuurlijke vijanden van de plaaginsecten. Is het risico op schade te groot of bij zeer hoge plaagdruk dan kan men ook biopesticiden inzetten. Maar lang niet alle biotelers maken gebruik van deze optie.
Biologische controleorganismen
Onder biologische controleorganismen vallen alle organismen die een onderdrukkende invloed kunnen hebben op ziekten en plagen van het doelgewas. Dit kunnen schimmels, nematoden, bacteriën, insecten… zijn. Tegenwoordig worden al heel wat van die BCO’s op commerciële schaal gekweekt en verkocht. Voornamelijk in kasteelten wordt momenteel al volop gebruik gemaakt van BCO’s om bepaalde plagen onder controle te houden. Tot op heden zijn er nog geen praktijkklare oplossingen voor de toepassing van BCO’s in openlucht groenteteelt. Nochtans is er voor een aantal BCO’s zeker potentieel. We willen in dit project de kennis die al bestaat vanuit onder meer de kasteelten capteren en benutten om met een aantal beloftevolle BCO’s in openlucht aan de slag te gaan.
Trips en koolvlieg als focusplagen
In het project focussen we op twee probleemplagen waarover al heel wat informatie beschikbaar is. Voor koolvlieg zijn er een aantal beloftevolle BCO’s waaronder nematoden en schimmels die de maden van de koolvlieg kunnen parasiteren.
Bovendien blijkt dat in de biologische teelt vaak al bepaalde soorten BCO’s van nature in vrij belangrijke mate voorkomen en aldus bijdragen aan de natuurlijke plaagonderdrukking.
Als tweede doelplaag wordt gekozen voor tripsen, wereldwijd een belangrijke plaag in heel wat gewassen. Bovendien worden tripsen in kasteelten momenteel al succesvol onder controle gehouden door de inzet van bepaalde BCO’s.
Van oriënterende groeikamertesten naar validerend veldonderzoek
Vertrekkende van de kennis die aanwezig is uit de kasteelten en bij de producenten van commerciële BCO’s willen we beloftevolle soorten selecteren en zullen we starten met oriënterende kooi- en groeikamerproeven. Door eerst te experimenteren onder gecontroleerde omstandigheden op de gekozen doelgewassen, kunnen we de meest geschikte BCO’s identificeren. Vervolgens willen we met die resultaten overgaan tot validerende veldproeven, in eerste instantie op de proefhoeve van Inagro.
Femke Temmerman