Beheersing van wolluis in de sierteelt
Preventie
Omdat wolluis een zeer hardnekkige plaag is, is het van groot belang om een wolluisaantasting zo goed mogelijk te vermijden. Controleer daarom altijd binnenkomend plantmateriaal, zeker als het uit warmere regio’s komt. Vermijd ook verspreiding binnen het bedrijf, werk daarom best eerst in zuivere teelten en nadien pas in geïnfecteerde. Vermijd ook toegang door (huis)dieren tot aangetaste planten, zij kunnen een belangrijke rol spelen in de verspreiding van wolluis binnen het bedrijf! Vermijd waterstress alsook hoge stikstofgehaltes in de plant, dit geeft namelijk een boost aan wolluisaantastingen. Kledij en materialen moeten ook steeds goed gereinigd worden na het werken in een aangetaste teelt, alvorens in een zuivere teelt te werken.
Monitoring
In de Vlaamse sierteelt zorgen 3 wolluissoorten voor 91% van de problemen: citruswolluis (Planococcus citri), langstaartwolluis (Pseudococcus longispinus) en viburniwolluis (Pseudococcus viburni). Daarnaast zijn er ook 13 soorten die door handel en transport op sierplanten teruggevonden kunnen worden. Naar monitoring en beheersing toe is het van belang om deze soorten van elkaar te kunnen onderscheiden. Daarom werd in het kader van dit project een eenvoudige sleutel opgesteld, om zelfstandig deze soorten te kunnen herkennen.
Naast het reeds bestaande feromoon ter monitoring van de citruswolluis, werden ook proeven uitgevoerd met feromonen voor langstaart- en viburniwolluis. Deze feromonen werden gevalideerd in proeven op het PCS en op bedrijven. Ze vertoonden telkens zeer goede resultaten in het lokken van de aanwezige wolluizen en kunnen zo een zeer nuttig hulpmiddel zijn om de aanwezigheid van wolluizen in een vroeg stadium van aantasting al waar te nemen op je bedrijf.
Beheersing met nuttigen
Ter beheersing van 4 verschillende belangrijke wolluissoorten die in de Vlaamse sierteelt voor belangrijke schade zorgen (citruswolluis, langstaartwolluis, viburniwolluis en bamboewolluis), kunnen biologische bestrijders toegepast worden. Deze kunnen ingedeeld worden in twee categorieën: haardbestrijders en bestrijders van verspreide aantastingen. De haardbestrijders bestaan uit de roofkever Cryptolaemus montrouzieri (Figuur 1) en de gaasvlieg Chrysopa carnea. Zowel Chrysopa als Cryptolaemus vertonen goede resultaten als bestrijders van de vier wolluissoorten (Figuur 2). Voor verspreide aantastingen worden sluipwespen gebruikt; deze proeven zijn momenteel nog aan de gang.
Figuur 2: Efficiëntie van Cryptolaemus en Chrysopa tegen 4 wolluissoorten
Toekomst en contact
In het laatste trimester van 2019 worden er proeven uitgevoerd met 3 sluipwespen: Anagyrus pseudococci, Leptomastidea abnormis en Leptomastix dactylopii, ter beheersing van de vier eerder vernoemde wolluissoorten; dit om na te gaan welke sluipwespen preventief kunnen uitgezet worden om de verschillende wolluissoorten in een vroeg stadium van aantasting reeds onder controle te houden.
Dit onderzoek werd uitgevoerd in het kader van het VLAIO Landbouwonderzoeksproject 'Beheersing van wolluisproblemen in de sierteelt binnen een IPM-systeem'. Voor alle vragen of adviezen rond preventie, monitoring, gebruik van feromonen en beheersing van wolluis, kan je steeds contact opnemen met ons via joachim.audenaert@pcsierteelt.be of 09/353 94 71. Kijk ook zeker eens naar onze publicaties op www.pcsierteelt.be > Publicaties > Wolluis herkennen.
Onderzoek met steun van de Vlaamse Overheid, het Agentschap Innoveren & Ondernemen, de Europese Unie, de Provincie Oost-Vlaanderen, Boerenbond en AVBS, dé sierteelt- en groenfederatie.
Meer info?
Joachim Audenaert
Tel: +32 (0)9 353 94 71
E-mail: Joachim.Audenaert@pcsierteelt.be