Handvaten bij preventie en bestrijding van wormen op bio-leghennenbedrijf
Foto: ©Daan Delbare
In het CCBT-project PREBEBIOLEG zoeken partners ILVO en Bioforum naar alternatieve methodes ter preventie en bestrijding van worminfecties bij biologische leghennen. Vaak wordt nu flubendazole gebruikt ter bestrijding van wormen, maar vanaf 1 januari 2021 gaat een nieuwe Bio-Verordening van kracht. Daardoor krijgt flubendazole een wachttijd van minstens 48 uur toebedeeld wat grote economische gevolgen zal hebben voor de bio-pluimveehouder. PREBEBIOLEG wil daarom duidelijke handvaten aanreiken aan de bio-leghennenhouders om deze problematiek het hoofd te kunnen bieden.
Worminfecties zijn een veel voorkomend kwaad in de (biologische) leghennenhouderij. De biosector krijgt er vanaf 1 januari 2021 nog een extra uitdaging bij. Vanaf dan gaat een nieuwe Europese Bio-Verordening van kracht. Flubendazole, een “chemisch gesynthetiseerd allopathisch” (diergenees)middel dat gebruikt wordt ter bestrijding van wormen, krijgt vanaf dan een wachttijd van (minstens) 48 uur toebedeeld voor de biosector. Tot dan werd hier geen wachttijd aan gekoppeld. Deze wachttijd heeft tot gevolg dat de biologische leghennenhouders tijdens de verschillende ontwormingsperiodes (en 48u extra) hun eieren niet als biologisch kunnen stempelen. Veel bedrijven ontwormen 3 keer tijdens een ronde dus de economische verliezen kunnen hoog oplopen.
Het project PREBEBIOLEG, gefinancierd door het CCBT, wil de bio-leghennenhouders helpen bij het maken van hun keuzes ten aanzien van de wormproblematiek. Van cruciaal belang zal zijn om de wormdruk op het bedrijf zo laag mogelijk te houden. Preventieve gezondheidszorg is immers een basisprincipe in de biologische veehouderij, waarbij men streeft naar gezonde kippen met een minimale toepassing van geneesmiddelen.
Vaak wordt nu gebruik gemaakt van flubendazole ter bestrijding van de wormen waarbij men soms niet exact weet hoe erg het nu juist gesteld is met de wormdruk op het bedrijf. ILVO (Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek) zal in samenwerking met Bioforum in dit project enkele ‘Standard Operating Procedures (SOPs)’ opstellen rond monitoring en diagnostiek. Daarin zal duidelijk worden beschreven hoe men de wormdruk op het bedrijf te weten kan komen. Vragen zoals “waar moet ik op letten om een goed staal af te leveren die de wormdruk bepaalt?” of “hoe moet ik een labo-analyse interpreteren?” zullen hierbij zeker behandeld worden.
Naast de SOPs rond monitoring en diagnostiek zullen ook nog procedures opgesteld worden rond preventie en insleep. Hierin zullen allerhande maatregelen worden opgelijst die men kan hanteren om de insleep van wormen op een bedrijf te verhinderen alsook de verdere verspreiding ervan op het bedrijf te voorkomen. Tot slot zal ook een SOP rond bestrijding opgesteld worden. Daarin zullen enkele mogelijke bestrijdingsmethodieken omschreven worden (zowel flubendazole als alternatieven).
Om tot de SOPs te komen zullen ILVO en Bioforum wetenschappelijke kennis combineren met praktijkervaringen. Door het samenbrengen van (wetenschappelijke) experten met bio-pluimveehouders in o.a. focusgroepen kan heel wat kennis gedeeld worden langs beide zijden. In dit project is de sectorparticipatie zeer belangrijk. Door van bij het begin de sector te betrekken hopen ILVO en Bioforum op een groot draagvlak voor deze problematiek.
De SOPs zullen ook uitgevoerd worden op een praktijk bio-leghennenbedrijf. Op die manier worden eventuele hiaten ontdekt, maar kan ook nagegaan worden of de SOPs effectief zijn en vooral praktisch haalbaar zijn. Het kan niet de bedoeling zijn dat deze veel tijd of moeite kosten aan de bio-pluimveehouder. Er wordt dus zeker ook rekening gehouden met de arbeid die men tot een minimum probeert te reduceren. Heeft u interesse in deelname aan dit project, laat dan zeker weten via evelyne.delezie@ilvo.vlaanderen.be.
De praktijkrelevante SOPs zullen gratis ter beschikking worden gesteld via BIOpraktijk.be en via het PLUIMVEELOKET (www.pluimveeloket.be) dat ook de communicatie van het project op zich zal nemen. Via dit project streeft men ernaar dat bio-leghennenhouders het flubendazolegebruik kunnen reduceren zonder in te moeten boeten op hun technische resultaten.