Klimaatrobuuste maaimengsels ook onder natte omstandigheden performant
Een proef met 10 maaimengsels die onder droge omstandigheden beter zouden moeten presteren dan het standaard grasklaver mengsel bij biologische veehouders werd dit jaar onderworpen aan een andere uitdaging. In de natte zomer van 2021 was het moeilijk om een gaatje te vinden waarin een maaisnede kon worden genomen. Op het proefperceel zijn ondertussen slechts 2 sneden geoogst maar die brachten wel een massale hoeveelheid ruwvoeder op.
Droogtetolerante soorten
Met uitzondering van deze natte zomer kenden we de afgelopen jaren regelmatig lange droogteperioden waardoor de opbrengst van grasland onder de verwachtingen bleef en de ruwvoedervoorraad in het gevaar kwam. Het uitbreiden van grasmengsels met soorten die beter bestand zijn tegen droge omstandigheden kan voor meer opbrengstzekerheid zorgen. In het kader van het CCBT project ‘Klimaatrobuuste ruwvoederteelt’ voor de biologische veehouderij worden in dit proefveld 10 maaimengsels vergeleken over een 4-tal jaar. De mengsel bevatten droogtetolerante grassen als rietzwenkgras en kropaar maar ook diepwortelende kruiden zoals luzerne, chicorei en smalle weegbree. Deze mengsels worden vergeleken met een mengsel van Engels raaigras met witte en rode klaver dat in de biologische veehouderij standaard is.
Opbrengst 2021
Opvallend was de massale aanwezigheid van vlinderbloemigen in al de mengsels. In het droge jaar 2020 hadden de grassen het moeilijk en ondervonden vlinderbloemigen en andere diepwortelende kruiden minder concurrentie. De twee geoogste sneden leverden tussen 10 en 13 ton drogestof per hectare op. De grasklavermengsels Bio Mixte L245 en Sencier Bio nr. 3 die luzerne bevatten leverden de meeste massa op gevolgd door grasklaver. In de mengsels die luzerne bevatten is die ruim aanwezig (alle objecten behalve 1,4 en 5).
(Klik op de grafiek voor een grotere versie)
Luk Sobry