Sorghum als klimaatrobuust voedergewas
Sorghum is qua groeiwijze en teelt vergelijkbaar met mais, en wint sinds enkele jaren aan belang omwille van zijn droogtetolerante karakter. Sorghum heeft, net zoals maïs, een hoog zetmeelgehalte en een vergelijkbare zetmeelafbreekbaarheid in de pens. Naast een uitgebreid wortelstelsel, dat tot diep in de bodem kan dringen, beschikt sorghum ook over een waslaag op het blad en de stengels wat verdamping beperkt. Beide eigenschappen zorgen er o.a. voor dat sorghum toleranter is t.o.v. droogte in vergelijking met mais. Het diepe wortelgestel zorgt eveneens voor een lagere stikstofbehoefte en betere benutting van diepe bodemnutriënten. Met de huidige stikstofcrisis en het terugdringen van bemestingsnormen is dit eveneens een welkom voordeel.
Het CCBT-project 'Klimaatrobuuste ruwvoerproductie' was een samenwerking tussen Inagro en Wim Govaerts en co, waarin er gezocht werd naar alternatieve teelten die beter bestand zijn tegen onvoorspelbare weersomstandigheden. Binnen dit project kwam de teelt van sorghum aan bod, en werd er in 2023 een rassenproef aangelegd op een biologisch perceel van Inagro.
De opbrengst van verschillende sorghumrassen tegenover die van mais
Qua opkomst zagen we enkele verschillen tussen rassen, waarbij het structuurras Mataco een significant lager opkomstpercentage (55% t.o.v. 70 à 90%) vertoonde. Ondanks deze lage opkomst was het wel het enige ras dat qua droge stof opbrengst kon concurreren met mais (wat eveneens in de proef werd gezaaid ter referentie). De zetmeelrijkere rassen, waar in deze proef voornamelijk op gefocust werd, brachten in vergelijking significant minder massa op.
Sorghum is een gewas dat fel uitstoelt en vertakt, wat bij mais niet het geval is omwille van vergevorderde veredeling. Dit zorgt voor een sneller dichtgroeiend gewas wat onkruiddruk tegen gaat. Met name binnen de biologische landbouw, waar onkruidbestrijding een uitdaging blijft, biedt deze teelt dus extra voordelen. Binnen de rassenproef zagen we hier ook rasafhankelijke verschillen in (zie proefverslag).
Enkele rassen komen in de buurt van mais qua voederwaarde
Ook qua voederwaarde kan sorghum nog niet concurreren met mais. Wat niet ongewoon is, daar er in het verleden heel fel werd ingezet op de veredeling van mais en we met sorghum nog maar in de beginfase zitten. Met name de energiewaarde is een stuk lager. Toch heeft het vele veredelingswerk de afgelopen jaren al wel wat vruchten afgeworpen.
De rassen Lupus en Nutrigrain vertoonden namelijk een VEM-waarde van respectievelijk 890 en 850, wat al aardig in de buurt komt van het maisras dat in de proef werd uitgezaaid (VEM = 924). Deze rassen hebben dan ook het hoogste zetmeelgehalte. Vooral Lupus scoort erg hoog met een waarde van 346 g/kg DS. Qua eiwitvoorziening is Lupus ook het enige ras dat kan tippen aan mais. Mais heeft een DVE gehalte van 56, waar Lupus een waarde van 58 vertoont.
De andere sorghumrassen hebben een relatief hoog ruw eiwit percentage in vergelijking met mais, maar het grote deel daarvan blijkt niet bestendig te zijn. Als gevolg is het DVE percentage van de andere rassen relatief laag.
Met de huidige klimaatswitch is het aan te raden op zoek te gaan naar alternatieve gewassen die beter bestand zijn tegen klimaat-extreme perioden. Voornamelijk naar droogtetolerantie toe lijkt sorghum potentieel te bieden. Het jaar waarin de proef aanlag (2023) was echter een zeer nat jaar, maar ook tijdens deze periode stond de sorghum te blinken op het veld. Het vertoont dus zeker potentieel naar klimaatrobuustheid toe.
Daarnaast kan het ingezet worden om de monocultuur van mais te doorbreken in de rotatie. Uit eerdere proeven die georganiseerd werden door de provincie Antwerpen bleek dat het doorbreken van deze monocultuur zich kan vertalen in minder onkruiddruk en hogere opbrengsten per perceel. In Nederland noemt men sorghum ook wel de ideale aanvulling in het voer naast mais.
Concreet moeten we zoeken naar geschikte rassen om in onze streken te telen die een voldoende hoge opbrengst en voederwaarde garanderen. Bijkomend onderzoek, waaronder deze vergelijkende rassenstudie, kan hierin ondersteuning bieden. We verwachten eveneens dat verdere veredeling in de toekomst een ruimer gamma kan bieden aan rassen die evenwaardig zijn t.o.v. mais.
Heb je interesse in meer uitgebreide details en resultaten van deze rassenproef?
Die kan je in het technisch verslag nalezen!
In het samenvattend verslag van het project ontdek je welke andere gewassen nog potentieel hebben als klimaatrobuust ruwvoeder.
Meer info?
karolien.hertogs@inagro.be