Hoe maak ik mijn grasland weerbaarder tegen onvoorspelbare weersomstandigheden?
Foto: Mengsel van luzerne, rietzwenkgras en rode klaver
Landbouwers hebben tegenwoordig met heel wat uitdagingen te maken. Veranderende, en vooral onvoorspelbare, weersomstandigheden zijn daar alvast ééntje van. In het verleden kregen we al te maken met periodes van extreme droogte waarin klassieke gewassen zoals gras-klaver het moeilijk hebben.
Het is ook tijdens die periode dat Inagro een project opstartte rond droogteresistente maaimengsels. Waar we er eerst van overtuigd waren dat droogtetolerantie alle aandacht verdiende, moeten we nu erkennen dat klimaatrobuustheid verder gaat dan dat. Momenteel zitten we namelijk stevig met de handen in het haar omwille van de hevige regenval.
Wereldwijd worden de gevolgen van klimaatverandering steeds duidelijker. Zulke extremen zorgen ervoor dat er vaker ondergemiddelde opbrengsten van de percelen worden gehaald en de grondoppervlakte daardoor niet optimaal kan worden benut. Als gevolg daarvan komen de bedrijfseigen ruwvoeropbrengsten in het gedrang, en daarmee ook de onafhankelijke bedrijfsvoering van (biologische) veebedrijven.
Inagro legde drie proefpercelen aan met verscheidene maaimengsels op verschillende locaties. Doordat deze proeven over de jaren heen werden opgevolgd, en dus zowel extreem droge als zeer natte perioden doormaakten, verschaft ons dat enig inzicht in hoe deze maaimengsels zich gedragen onder variërende weersomstandigheden.
Concreet lagen volgende proeven aan (zie tabel hieronder):
De linken leiden je naar het volledige proefverslag waar exacte samenstelling van de mengsels en ook de droge stof opbrengsten en voederwaarden terug te vinden zijn.
Proefperiode | Locatie | Link naar Technisch Verslag (TV) |
---|---|---|
09/2019 – 05/2023 | Ingelmunster | TV droogteresistente maaimengsels |
09/2021 – 09/2023 | Herzele | TV luzerne - esparcette |
05/2022 – 10/2023 | Belsele | TV luzernemengsels |
Naast een standaard gras-klaver mengsel werden er verschillende complexe maaimengsels ingezaaid, allen met een andere samenstelling aan grassen, klavers, luzerne en (vlinderbloemige) kruiden. Vlinderbloemigen (waaronder ook luzerne) zorgen ervoor dat het gewas een lagere behoefte heeft aan stikstof. Ze hebben namelijk als eigenschap stikstof uit de lucht te kunnen binden waardoor het verantwoordelijk is voor de stikstoflevering aan het grasland. Hierdoor is er minder bemesting nodig. Ook het terugdringen van bemesting is een opgelegde klimaatdoelstelling die wel wat uitdagingen met zich mee brengt. “Klimaatrobuuste maaimengsels” bieden idealiter ook hier een oplossing voor. Vlaanderen stimuleert de inzaai van productief kruidenrijk grasland dan ook door het toekennen van ecoregelingen (Voorwaarden terug te vinden op: Agromilieuklimaatmaatregel: inzaai van meerjarige milieu-, biodiversiteitsvriendelijke of klimaatbestendige teelten | Landbouw en Visserij (vlaanderen.be)).
Samengevat leren deze proeven ons dat mengsels, samengesteld uit verschillende gewassen (combinatie grassen, klavers, kruiden en luzerne), het meeste garantie lijken te bieden naar oogstzekerheid toe bij onvoorspelbare weersomstandigheden. De ene component compenseert namelijk verliezen van de andere wanneer die te lijden krijgt door suboptimale weersomstandigheden.
De mengsels waarbij luzerne gecombineerd werd met een aanzienlijk deel rietzwenkgras (en eventuele klavers) kwamen op meerdere locaties mooi uit de vergelijking. Zowel in het droge 2022 als in het natte 2023 leverden deze mengsels de hoogste opbrengsten aan een gemiddelde energiewaarde, waar het rietzwenkgras verantwoordelijk voor is. Wanneer er eveneens voldoende kruiden in het mengsel worden gebuikt, volstaat 30% luzerne al om ook het eiwitgehalte aanzienlijk omhoog te krikken t.o.v. zuiver grasland.
De teelt van zuivere luzerne lijkt dan weer riskant doordat deze duidelijk droge omstandigheden nodig heeft om tot zijn recht te komen. Ook naar voederwaarde toe is een monoteelt van luzerne niet de beste keuze. De teelt voorziet ruim in eiwit, maar zorgt ervoor dat je moet inboeten op energie en is daardoor getypeerd door een laag VEM-gehalte. Daarnaast bevat het veel ruwe celstof, zeker in periodes van droogte, en is het van nature arm aan suikers. Wanneer we een gewas telen met de focus op ruwvoerproductie dient er een compromis gezocht te worden tussen opbrengst, energie- en eiwitwaarde. Wanneer we hiernaar op zoek gaan, brengt ons dat eveneens bij mengsels waarbij luzerne gecombineerd wordt met grassen en kruiden. Concreet maakt luzerne het gewas droogteresistenter, wat vaak de opbrengst ten goede komt. Grassen en kruiden zorgen er op hun beurt voor dat de voederwaarde wordt opgekrikt en zullen tevens compenserend werken in natte omstandigheden, wanneer de luzerne het iets moeilijker heeft.
Luzerne gecombineerd met rietzwenkgras blijkt uit de proeven een mengsel dat goed stand houdt bij natte omstandigheden en eveneens gemiddelde opbrengsten geeft in een droog jaar. Rietzwenkgras weet zich namelijk in beide situaties goed overeind te houden. Rietzwenkgras lijkt naar klimaatrobuustheid toe daardoor tamelijk wat mogelijkheden te bieden.
Ook de teelt van esparcette werd getest. Esparcette heeft een trage opkomst en is daardoor extra onkruidgevoelig, zeker bij minder optimale weersomstandigheden. In de proef die aanlag in Herzele, hebben we omwille van die reden dan ook geen representatieve resultaten behaald met deze teelt.
Voor exacte opbrengstcijfers en voederwaarden van verschillende jaren verwijzen we graag naar de technische verslagen (zie linken in de tabel bovenaan).
Meer info?
karolien.hertogs@inagro.be