Wantsen in de zomer, seldervlieg in voor- en najaar in selder
Twee plagen zorgen de laatste jaren vaker voor schade in groene selder: blindwantsen en seldervlieg. Zeker blindwantsen lijken door de warmere en drogere periodes meer schade te veroorzaken. Het voorkomen van seldervlieg is meer seizoenafhankelijk, maar de vlieg kan soms ook in grote aantallen opduiken, vooral bij een warm en droger voorjaar. De schade correct herkennen is een goed begin, een efficiënte monitoring en beheersing moeten volgen. In 2023 voerden we onderzoek uit naar deze verschillende stappen.
Blindwantsen zorgen voor bruine schachtstrepen en misvormingen
Zowel volwassen als jonge stadia (nimfen) van blindwantsen veroorzaken schade. De verschillende stadia zitten vooral in het hart van de plant waar ze jonge stengels aanprikken om zich te voeden met plantensappen. Wanneer de bladeren uitgroeien, resulteert het beschadigde weefsel in bruine, langwerpige lesies op de stengels.
Verschillende symptomen veroorzaakt door blindwantsen, gaande van bruine strepen op de stengels tot rotte harten. (Bron: PSKW)
De meeste soorten overwinteren als volwassen wantsen en hebben slechts één generatie per jaar. De nimfen van deze generatie verschijnen in juli. In de maanden juli en augustus zijn de populaties op hun grootst en zorgen ze voor de meeste schade. Zeker in droge periodes nemen we veel schade waar. Bij regen lijkt het erop dat de kleine nimfen minder goed kunnen overleven.
Verschillende soorten blindwantsen komen voor in selder
Om beter te weten met welke soorten we te maken hebben, hebben we in de zomer van 2023 blindwantsen verzameld op percelen met selder. Op één moment in juli werden wantsen verzameld in de selderplanten op twee biologische percelen. Naast enkele volwassen wantsen, vonden we in de harten ook veel nimfen terug. Jonge nimfen zijn niet veel groter dan een bladluis en kunnen niet op soortniveau geïdentificeerd worden.
Bij de volwassen insecten vonden we bij deze eerste staalname vooral Orthops campestris en O. basalis terug. Ook O. kalmii komt mogelijk voor, maar valt moeilijk te onderscheiden van O. basalis. Van deze drie soorten is bekend dat ze zich voeden op schermbloemigen. Daarnaast werd ook een nimfe van de behaarde wants in de selder gevonden (Lygus rugulipennis), die een breed waardplantenspectrum heeft, en bijvoorbeeld ook op aardbeien voorkomt. Ook Liocoris tripustulatus kwam eenmalig voor in de selderharten, deze soort leeft voornamelijk op brandnetel.
Op de gele plakvallen waar de wantsen mee gemonitord worden werd in juli enkel O. campestris (53%) en O. basalis (47%) teruggevonden.
Meeste schade door seldervlieg voor half juni
Seldervlieg heeft twee generaties per jaar. Volwassen vliegen overwinteren en leggen eitjes in de bladeren vanaf eind april. De larven van deze eerste generatie mineren in de bladeren en veroorzaken schade van mei tot half juni. Omdat de eileg vroeg in het voorjaar gebeurt en niet heel lang duurt, groeit de schade er geleidelijk uit. Op één van de opgevolgde locaties in 2023 had 45% van de planten mineervlekken, maar tegen 26 juni konden planten geoogst worden zonder schade. Enkel de buitenste bladeren die verwijderd worden bij oogst toonden nog sporen van aantasting. Dit zou willen zeggen dat enkel plantingen die tot half juni geoogst worden bestrijding nodig hebben. Deze periode dient de komende jaren wel nog gevalideerd te worden.
De larven van de tweede generatie komen voor vanaf eind augustus tot half oktober. In de meeste gevallen is deze vlucht beperkter dan de voorjaarsvlucht, maar in deze periode worden veel plantingen nog geoogst waardoor er wel risico is op schade.
Monitoring seldervlieg nog niet op punt
Insectengaas dat de hele teelt op de selderplanten ligt kan schade door seldervlieg bijna volledig vermijden. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheid om seldervlieg te beheersen met een tijdelijke afdekking of een goed geplaatste behandeling met spinosad, waarbij we bekijken of we die best plaatsen bij het waarnemen van de eerste vliegen, of dat het nog mogelijk is een behandeling uit te voeren bij de eerste zichtbare schade.
Deze methode kon echter nog niet voldoende uitgetest worden, omdat de monitoring van seldervlieg nog niet op punt staat en de eerste vliegen pas waargenomen werden als er al schade was. Hoewel de vliegen makkelijk te herkennen zijn, konden we er onvoldoende vangen op gele en oranje vangplaten. In 2024 voeren we onderzoek uit naar nieuwe methoden om de monitoring te verbeteren.
Als je meer te weten wil komen over de herkenning en het voorkomen van de twee plaagsoorten kan je volgende twee interactieve fiches raadplegen:
Het proefverslag van de beheersingsproef seldervlieg kan je hier ook nalezen.
Meer info?
sander.fleerakkers@proefstation.be