Welke groenbemesters zijn geschikt voor de verwarmde serre?
16/04/2024
An Van de Walle (Viaverda)
De vruchtwisseling in verwarmde biologische serres beperkt zich meestal tot tomaat, paprika, komkommer en aubergine gewassen. Deze behoren slechts tot 2 plantenfamilies. Deze krappe teeltrotatie zorgt ervoor dat bodemgebonden ziekten de kop kunnen opsteken. De bodemweerstand op een praktisch haalbare manier verhogen is dus wenselijk.
In de nieuwe EU - bio verordening wordt de nadruk gelegd op het handhaven en vergroten van biologische activiteit in de bodem. Specifiek voor serres wordt het gebruik van groenbemesters (voor een korte periode) en een hogere plantendiversiteit opgelegd. Op het moment dat de verordening inging was er maar weinig geweten over het gebruik van groenbemesters in een biologisch verwarmde serre. Binnen het CCBT-project wilden we daarom een eerste antwoord vinden op een aantal vragen.
Introductie van groenbemesters kan zorgen voor een verhoogde bodemweerbaarheid en bodemgezondheid. Maar is dit economisch en praktisch haalbaar? Een belangrijk onderzoeksonderwerp is de teelttechniek van groenbemesters in de serre. Het is cruciaal dat de groenbemesters compatibel zijn met de hoofdteelt op vlak van onderhoud, bemesting, irrigatie, ziekten en plagen.
Daarom werd ten eerste uitgetest wat het beste zaaitijdstip is. Een eerste mogelijkheid is inzaaien nadat de vruchtgroenten geruimd zijn. Gezien dit vrij laat op het seizoen is, zijn mogelijkheden hier eerder beperkt. Daarom onderzochten we ook of de inzaai van groenbemesters tijdens of net voor een teelt praktisch haalbaar is. Hieruit bleek dat zaaien vlak voor de aanplant van het gewas een goed moment is, omdat dan nog voldoende licht op de bodem valt voor de kieming van de groenbemesters.
Doordat de grond meer bedekt is, blijft de bodem veel vochtiger tussen 2 gietbeurten. Door dit vochtig microklimaat onderin het gewas neemt de kans op schimmelinfecties sterk toe. Het irrigatiemanagement moet dus aangepast worden. Ook kunnen de groenbemesters soms weelderig groeien, zoals onder het lichtdoorlatende gewas paprika. Maaien is in dat geval aangewezen.
De opbrengst van de gewassen werd niet negatief beïnvloed door de groenbemesters. Enkel bij de combinatie van paprika met facelia was er veel uitval door sclerotiënrot, met een lagere opbrengst tot gevolg. Aubergine heeft een dicht bladerdek, waardoor de groenbemesters minder goed groeien onder dit gewas en er dus weinig invloed is. Voor tomaat viel het op dat de opbrengst iets hoger was boven oregano en zomerwikke, dan boven donsbloem en facelia.
Welke groenbemesters zijn nu geschikt voor zaai bij aanvang van een teelt? Hieronder de beproefde soorten in volgorde van voorkeur:
- Afrikaantjes (gebruikte ras Tagetes patula "Ground control")
- Donsbloem
- Facelia
- Oregano
- Zomerwikke
In het samenvattende verslag vind je de voor- en nadelen per groenbemester.
Voor meer resultaten en details kan je ook daar terecht of in het technisch rapport.
Of bekijk het filmpje, waarin onderzoekster An Van de Walle jou er alles over vertelt!
Meer info?
an.vandewalle@viaverda.be