Inagro test jaarlijks het commerciële aanbod wintertarwerassen uit. In het teeltseizoen 2023-2024 werd de waarde onderzocht van verschillende wintertarwerassen in Vlaamse omstandigheden en volgens de biologische teeltwijze. Elf variëteiten maakten deel uit van de rassenproef. De focus lag dit jaar in hoofdzaak op baktypes. Een baktarwe onderscheidt zich door kwaliteit maar boet enigszins in qua productiviteit waar een voedertarwe dan weer in uitblinkt.

Een uiterst natte herfst in 2023, gevolgd door een sombere natte en warme winter zorgde afgelopen seizoen voor een uiterst late zaai van wintertarwe. Pas begin februari 2024 werd gezaaid nadat de omstandigheden beter waren. En ook de rest van de teelt bleef het uitzonderlijk regenachtig met maandelijkse hoeveelheden regen boven het gemiddelde.

Alle baktarwerassen in proef kwamen in die mindere omstandigheden relatief goed op met gemiddeld 71%, maar door het late zaaitijdstip, het ontbreken van zon en door het vele vocht groeiden en ontwikkelden de rassen niet optimaal en was de ziektedruk door Septoria en gele roest hoog. Ondanks minder koudedagen voor vernalisatie door de late zaai, kwamen alle rassen tegen halverwege juni toch in aar.

De gemiddelde opbrengst was met 3,3 ton/ha eerder slecht en een stuk lager dan voorgaande jaren (omgerekend naar 15% vocht). Het baktarweras Winner was dit jaar de ‘winner’ met gemiddeld: 4,1 ton/ha tarwekorrels. Het ras was minder vatbaar voor ziekte en ontwikkelde goed. De rassen Cubitus en Prestance waren het minst productief (gemiddeld 3 ton/ha). Deze rassen waren (enigszins) ziektegevoelig, produceerden kort stro, kwamen snel in aar en rijpten snel af.

In het uitgebreide verslag van deze rassenproef vind je meer info over het teeltverloop, de algemene resultaten en een bespreking per ras.

Meer info?
jasper.vanbesien@inagro.be