Laatste nieuws
Europees project SOLIBAM werkt aan veredeling voor bio
17/04/2014
categorie
SOLIBAM staat voor Strategies for Organic and Low-input Integrated Breeding and Management.
Dit Europese project ontwikkelt specifieke en nieuwe veredelingstechnieken geïntegreerd met managementpraktijken, om de prestaties, kwaliteit, duurzaamheid en stabiliteit van gewassen aangepast aan biologische en low-input systemen in Europa en Sub-Saharisch Afrika te verbeteren.
Waarom leren gangbaar en bio te weinig van elkaar?
17/04/2014
categorie
Om de landbouw duurzamer te maken, is er nood aan systeeminnovaties. Dat vraagt van de landbouwer dat hij openheid toont voor nieuwe dingen en bereid is te leren. Omdat veranderingen vaak worden tegengehouden door een gebrekkige leercapaciteit heeft de Afdeling Monitoring en Studie (AMS) van de Vlaamse landbouwadministratie onderzocht welke fasen in leren er bestaan en op welke manier er kan ingegrepen worden opdat gangbare en biologische landbouw meer van elkaar kunnen leren.
Nieuwe bioadviesregeling sinds 1 april van start
17/04/2014
categorie
De nieuwe Vlaamse adviesregeling voor biologische landbouw is sinds 1 april effectief van start gegaan. Door een subsidie van 50 à 75 % op het factuurbedrag wordt bedrijfsadvies voor elke bioboer toegankelijk. Inagro, PCG en Pcfruit maken deel uit van de eerste lijst ‘erkende adviseurs en erkende centra’.
Wanneer wil een kip de uitloop in? Deel 2
17/04/2014
categorie
Voor biologisch pluimvee geldt dat de dieren altijd toegang tot een uitloop in open lucht moeten hebben 'wanneer de weersomstandigheden en de staat van de grond dit mogelijk maken'. Maar wat wordt daar precies mee bedoeld? Proefbedrijf pluimveehouderij ging op zoek naar criteria die het comfort van biokippen in de uitloop concreter kunnen bepalen. In dit tweede artikel komt de invloed van verschillende buitenfactoren aan bod.
Schaderisico van ritnaalden inschatten
16/04/2014
categorie
In een lopend project rond bodemplagen wil Inagro meer zicht krijgen op de aanwezigheid van ritnaalden op biologische aardappelpercelen en het daaraan verbonden risico op schade. Hiervoor worden op enkele aardappelpercelen in het voorjaar ritnaalden bemonsterd en in het najaar oogstmonsters genomen om de schade door ritnaalden te bepalen.