Alternatief optreden tegen schurft in peer
Schurftschimmels, waaronder Venturia pirina, behoren tot één van de sleutelparasieten in de fruitteelt. Bij gunstige weersomstandigheden voor de pathogeen kan, indien geen bestrijdingsmaatregelen worden uitgevoerd, de oogst in één seizoen volledig worden aangetast. Ook in de biologische perenproductie vormt schurft een groot probleem. Afhankelijk van het ras kan ook na verloop van tijd takschurft ontstaan. Deze besmettingsbron zorgt ervoor dat schurft moeilijker te beheersen is aangezien de telers vanaf het begin van het seizoen al rekening moeten houden met secundaire infecties via conidiën. Eenmaal takschurft aanwezig in de boomgaard, is het dus een grote uitdaging een rendabele biologische productie te garanderen met de op dit moment beschikbare middelen.
De laatste jaren streeft Europa bovendien meer en meer naar een duurzame landbouw. De biotelers in Vlaanderen zouden veel meer mogelijkheden hebben indien schurft bij peer beter kan bestreden worden. Het gebruik van middelen die de plantenafweer versterken, de zogenaamde Plant Defense Enhancers of PDE’s, kan hier een oplossing bieden.
De doelstelling van dit project is de schurftbestrijding in peer minder afhankelijk te maken van koper en zwavel, de mogelijke controlemaatregelen te versterken in de breedte en diepere inzichten te verwerven in het ontstaan en uitbreiden van deze ziekte.
Hiertoe zal in enkele boomgaarden met een verschillende schurftdruk, de schurftsituatie opgevolgd worden, al dan niet na artificiële inoculatie en na het toepassen van PDE’s op verschillende momenten in het seizoen (primaire schurftperiode, secundaire schurftperiode en na de oogst) en dit in relatie tot de klimatologische omstandigheden. Er zal zowel symptomatisch als moleculair onderzocht worden welke bladeren het meest gevoelig zijn voor schurft. Er zal ook een V. pirina specifieke qPCR (kwantitatieve PCR) ontwikkeld worden om de schurftontwikkeling op bladeren en vruchten te kunnen opvolgen in de beginfase van het infectieproces, vóór de visuele expressie van symptomen. Daarnaast zal, na toepassen van PDE’s, de reactie in de plant opgevolgd worden door analyse van de transcriptie van enkele geselecteerde genen die een rol spelen in de afweerrespons.
Op basis van al deze verworven kennis willen we een duidelijk advies opstellen voor schurftcontrole via een systeemaanpak in de bioteelt van peer en dit ook valideren in praktijkomstandigheden.
Barbara De Coninck, Joram Moons, Renske Petré, An Ceustermans, Wendy Van Hemelrijck, Michelle Holtappels
Departement Landbouw en Visserij
KU Leuven, Department of Biosystems, Laboratory of Plant Health and Protection
Pcfruit vzw, afdeling fytopathologie
samenwerking met biotelers (gebruik van percelen voor staalnames, uitvoeren van proeven,..)