Bio als leraar voor en leerling van gangbare landbouw
Duurzame ontwikkeling is voor landbouw, net als voor andere sectoren, een proces van vallen en opstaan. Landbouw duurzamer maken, vereist (systeem)innovaties. Dat vraagt van de landbouwer dat hij niet alleen risico’s durft te nemen, maar ook dat hij een openheid toont voor nieuwe dingen en bereid is om te leren. Veranderingen botsen regelmatig op een gebrekkige leercapaciteit. Noodzakelijke veranderingen vinden zo moeilijk of niet plaats. Het aantal actieve, formele kennisuitwisselingsmomenten tussen het biologische en het gangbare landbouwsysteem is momenteel beperkt. Beide landbouwsystemen hebben in de feiten hun eigen kennis- en innovatiesysteem, waardoor interacties eerder ad hoc, thematisch, informeel gebeuren.
Dit rapport gaat vanuit het theoretisch kader over leren in ordes na hoe de pioniersrol versterkt kan worden die de biologische landbouw heeft in de verduurzaming van de landbouw. Tegelijkertijd bekijkt het rapport ook waar biologische landbouw zelf kan leren van gangbare landbouw. Er bestaan namelijk leerkansen in beide richtingen. Tien interviews zijn afgenomen met personen die door hun functie een goede kennis hebben van het biologische kennissysteem of die vertrouwd zijn met het gangbare en biologische kennissysteem.
Binnen het eerste orde leren, dat focust op efficiëntieverbeteringen, zijn kennisevents zoals studiedagen belangrijk. Ze kunnen namelijk in één keer veel landbouwers bereiken. Toch zijn ze weinig afgestemd op de individuele behoeften, mogelijkheden en leerstijl van landbouwers. Meerdere informatie- en communicatiekanalen inzetten om dezelfde boodschap over te brengen, lijkt aangewezen om de impact te vergroten. Om de lacunes in de Vlaamse biologische landbouwkennis en het kennissysteem gedeeltelijk op te vangen en de Vlaamse biologische kennis aanzienlijk te vergroten, is het aangewezen om de Vlaamse en de internationale kennis beter te ontsluiten. De kennis moet zo, met behulp van een aangepaste bewoording, voor de Vlaamse (biologische) landbouwer toegankelijker worden en gemakkelijker te begrijpen.
Of men nog de juiste dingen doet, komt bij tweede orde leren aan bod. Hier slaat dit op de omschakeling van gangbare naar biologische landbouw. Dat proces zal vlotter verlopen als er een positief beeld heerst over biologische landbouw bij landbouwers en andere deelnemers in het brede landbouwsysteem. Biologische kennis zal zo ook via die andere deelnemers de landbouwer bereiken. Kennisinitiatieven focussen ook beter op thema’s die beide landbouwsystemen verbinden. Omdat het moeilijk is om kennis om te zetten naar het andere systeem, is het belangrijk om gemeenschappelijke kennis te ontwikkelen. Structurele partnerschappen of fora om dat mogelijk te maken, bestaan nu niet. Bij de keuze voor biologische landbouw stopt het leerproces van de landbouwer trouwens niet met de omschakeling. Verder investeren in de ontwikkeling van competenties en kennis is nodig.
Derde orde leren gaat over het leren van hoe we nu leren en dus over het functioneren van het huidige kennissysteem. Het huidige systeem stimuleert onderzoekers om veilig onderzoek te doen. Dit onderzoek levert hen snel resultaten op met veel publicaties en bijbehorende wetenschappelijke erkenning. Andere weerstanden om meer aan participatief, vraaggedreven, multi-, inter- of transdisciplinair onderzoek te doen, zijn de twijfels bij onderzoekers over de duurzaamheid van biologische landbouw en de principes die hij hanteert. Het gebrek aan aangepaste structuren, instrumenten en benaderingen speelt ook mee. Onderwijs heeft een rol te spelen in het proces naar een ander kennissysteem. Omdat het huidige kennissysteem het zelf moeilijk heeft om die les te trekken, is het nodig om de hervorming van het kennissysteem aan te moedigen en te ondersteunen.
Om kennisuitwisseling tussen beide kennissystemen te stimuleren, is er nood aan een positief klimaat rond biologische landbouw bij alle betrokkenen. Bij onderzoekers leeft nu de perceptie dat er weinig kansen zijn voor biologisch landbouwonderzoek door een gebrek aan wetenschappelijke erkenning. Instituties spelen een belangrijke rol bij het ontwikkelen, delen en uitwisselen van kennis. Over en door die structuren verbanden leggen, vraagt de nodige aandacht. Kennisgovernance lijkt hier aangewezen.
Hogere ordes van leren zijn minder snel te bereiken. Biologische landbouw beschouwen als systeem of als voorraadschuur van duurzame technieken is daarom een belangrijk onderscheid. Technieken overnemen kan perfect gebeuren binnen een verbeterde efficiëntie in de eigen productiebenadering. Dit geldt zowel voor biologische als voor gangbare landbouw.
Dirk Vervloet, Anne Vuylsteke en Dirk Van Gijseghem
Vervloet D., Vuylsteke A. & Van Gijseghem D. (2014) Bio als leraar voor en leerling van gangbare landbouw. (H)ordes in leren bij landbouwers en onderzoekers, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel.