De biologische landbouw in 2010
De biologische landbouw in Europa kende in 2009 opnieuw een groei met 8% en bereikte een oppervlakte van 8,4 miljoen hectare. Het land met het hoogste aandeel bio in de totale oppervlakte is Oostenrijk, met 18,5%. Het biologische landschap varieert van land tot land. In Frankrijk kenden ze hun beste jaar ooit, met een areaal dat toenam met 16% en een verdubbeling van de consumentenbestedingen. Onder andere de toenemende vraag naar wijn van biologische druiven had invloed op die groei. In Duitsland stagneerde de markt. Door een daling van de prijzen in enkele productcategorieën liep de omzet lichtjes terug met 1%. Duitsland blijft met 5,8 miljard euro evenwel de grootste markt van Europa. In het Verenigd Koninkrijk was de situatie het slechtst. De omzet daalde met 12% doordat de consument minder frequent bioproducten kocht. Uit een enquête bleek dat de crisis evenwel niet de enige oorzaak was. Ook het slechte weer en extra kosten voor bewaring bij landbouwers hebben bijgedragen aan de hoge prijzen.
Vlaanderen schaart zich opnieuw bij de groeiers, zowel op het vlak van productie als van consumptie. Het areaal neemt met 4% toe en bedraagt 3.822 hectare in 2010. Het aantal bioboeren komt op 256 bedrijfseenheden te staan, een netto-toename van 14 eenheden. Dat is een gelijkaardig beeld als vorig jaar. De cijfers geven een vernieuwd vertrouwen weer in omschakeling: het areaal in omschakeling nam met 28% toe en bedraagt 766 hectare of één vijfde van het totale Vlaamse biologisch areaal. Het bestaan van Bio Zoekt Boer draagt hieraan bij en zorgt ervoor dat de landbouwer beter geïnformeerd en voorbereid is op het tijdstip van omschakeling. Vlaanderen kende de laatste drie jaar een beperkte uitstroom, wat erop kan wijzen dat de producenten zich aan het professionaliseren zijn en oplossingen vinden voor de uitdagingen waar ze voor staan, al dan niet met advies. Verschillende producenten ervaren akkerbouwteelten als “moeilijk”: het onkruid is moeilijk onder controle te houden en vogelschade door kraaien of duiven zorgt voor overlast. Bij groente- en fruitteelten ligt het areaalverlies het laagst. Uit een analyse van de bedrijfsgrootte blijkt dat 24 bedrijven 40% van het areaal in handen hebben, en dat deze bedrijven vaak ook nog gangbare percelen hebben. Slechts op 10% van alle biobedrijven overweegt de gangbare teelt.
Vlaanderen gaf 3,7 miljoen euro uit aan ondersteuning van de biologische landbouwsector, een toename van 8% ten opzichte van 2009. Vooral extra inspanningen voor onderzoek hebben voor die toename gezorgd: zo is er 160.000 euro middelen naar het vorig jaar opgerichte CCBT gegaan en is het aantal betalingen voor lopend onderzoek veel hoger geweest. Hierdoor neemt onderzoek 38% van de totale uitgaven voor zijn rekening. De meeste onderzoeksprojecten spitsten zich toe op gewasbescherming en onkruidbestrijding. De middelen voor de producenten nemen 28% in. Communicatie heeft het laagste aandeel, met 4,2% van de uitgaven. 85% van het biologische areaal komt in aanmerking voor hectaresteun in 2010 (73% in 2009).
De consumentenbestedingen namen met 20% toe en bereikten 421 miljoen euro volgens de jaarlijkse meting van GfK. In 2010 waren er meer kopers, meer bestedingen aan bioproducten en een hogere aankoopfrequentie. Het marktaandeel nam hiermee toe van 1,3% tot 1,8%. Het grootste marktaandeel blijft voor biologische vleesvervangers (21%). Biologisch vlees neemt het laagste marktaandeel in met 0,6%. Biogroenten (marktaandeel 4,8%) blijven het ook goed doen. De bestedingen voor versproducten gaan voor 58% uit naar plantaardige producten. 89,6% van de Belgische kopers kochten in 2010 minstens eenmaal een bioproduct (Vlaanderen 90,3%). De belangrijkste kopersgroepen zijn die voor groenten (58% koopt op jaarbasis wel eens bio-groenten), fruit (36%) en zuivel (33%). De kopers van biovlees staan op de vijfde plaats maar kenden de sterkste groei van 10 naar 20 kopers op 100 in de laatste 5 jaar. Welgestelde gezinnen met kinderen en gepensioneerden zijn de grootste kopersgroepen. De supermarkt (hypermarkt + discounter + buurtsupermarkt) blijft met 61,5% het belangrijkste distributiekanaal. Verkoop via korte keten kende een stagnatie. Prijzen van biologische producten zijn gemiddeld 33% duurder dan gewone producten.
Samborski V. & Van Bellegem L. (2011) De biologische landbouw in 2010, Departement Landbouw en Visserij, Brussel.