De biologische landbouw in 2012
Het areaal bio in de EU-27 groeide verder in 2011 en bereikte 9,8 miljoen hectare, een groei van bijna 6%. De jaarlijkse groei vertraagt wel: in 2008 bedroeg die nog 13% en in 2010 was dat 8%. Het aandeel biologische grond in de totale landbouwoppervlakte van de EU-27 bedraagt 5,6%. Het aandeel bio blijft het hoogst in Oostenrijk met 17%. België haalt een aandeel van 4% en Vlaanderen 0,8%.
Bio groeit verder in Vlaanderen maar de sector blijft klein in omvang, als men bedenkt dat 89% van de Belgische gezinnen (=ca 4 miljoen) wel eens een bio-product kochten in 2012. In de periode 2008-2012 is het areaal met 41% toegenomen, en ook het aantal producenten, bereiders en verdelers nam met 30% toe. Het marktaandeel van biologische versproducten steeg in dezelfde periode van 1,3% naar 1,9%.
Eind 2012 stonden 299 producenten onder controle, waarvan 24 nieuwkomers. Er waren 7 stopzettingen. Van de nieuwkomers gingen 16 onder hen vooraf bij Bio Zoekt Boer om advies. Sinds 2009 stapten al 435 landbouwers naar Bio Zoekt Boer voor een persoonlijk advies. 119 biolandbouwers of 40% hebben dieren op hun bedrijf. Naast de producenten zijn er ook 601 andere marktdeelnemers geregistreerd: 238 bereiders, 95 verdelers, 24 importeurs, 51 verkooppunten en 193 bedrijven die meerdere van voornoemde activiteiten beoefenen. 15% van de biologische landbouwers verwerken zelf primaire producten.
In 2012 bedroeg het Vlaams biologisch areaal 4.939 hectare, waarvan 1.316 hectare in omschakeling. Hoewel het totale areaal met 8% is gegroeid ten opzichte van 2011 is het areaal in omschakeling met 19% gedaald. 75% van het areaal wordt ingenomen door grasland, gronden onder natuurbeheer, bodembedekkers, industriële gewassen en voedergewassen. 57% van de bio-bedrijven hebben 10 hectare of minder aan biologische percelen, goed voor amper 12% van het totale bio-areaal. 25 bedrijven of 8% van de bio-bedrijven beschikken over een oppervlakte van meer dan 50 hectare en hebben bijna de helft van het volledige bio-areaal in handen. In vergelijking met vorig jaar is er 376 hectare bio-areaal bijgekomen, waarvan 308 hectare door de nieuwkomers bewerkt wordt.
De biologische veestapel is er met 3,5% op achteruitgegaan, met dalingen in het aantal schapen en paarden. Dat kan te wijten zijn aan een kleiner aantal aanwezige dieren op het moment van controle in vergelijking met het jaar ervoor. Of het om een trend gaat, kan pas in komende jaren bevestigd worden.
De overheid gaf 3,68 miljoen euro uit ten voordele van de biologische sector in 2012. 38% daarvan komt rechtstreeks bij de landbouwer terecht in de vorm van hectaresteun, bijdrage in de controlekosten, investeringssteun en de financiering van Bio Zoekt Boer. 24% ging naar keten- en marktontwikkeling, waar extra middelen werden toegekend aan maatregelen die gericht zijn op ketenontwikkeling. Nog eens 25% ging naar onderzoek en kennisuitwisseling. Dat omvat een reeks onderzoeksprojecten en de subsidiëring van de praktijkcentra CCBT en Inagro, maar ook de werking van het biobedrijfsnetwerk en demonstratieprojecten. De laatste 13% werd besteed aan communicatie en draagvlakverbreding, waar de EU-gecofinancierde campagne “de Renaissance van de Echte Smaak” de grootste uitgavenpost is. Voor campagnejaar 2011 werd 1.003.000 euro hectaresteun uitbetaald voor 3.412 hectare areaal. Dat is 11% meer dan in het vorige campagnejaar. In 2011 kregen 115 biologische landbouwers voor 975.342 euro aan toeslagrechten (gewone+speciale) in het kader van de directe inkomensondersteuning.
De biologische sector wordt in Vlaanderen sterk gecontroleerd: er werden in 2012 niet minder dan 630 steekproefcontroles uitgevoerd, wat betekent dat ongeveer 70% van alle gecertificeerde bedrijven (producenten en alle andere marktdeelnemers) aan controle werd onderworpen.
De totale bestedingen van biologische producten in België, opgemeten door GfK Panelservices Benelux in opdracht van VLAM, bedroegen in 2012 417 miljoen euro. Bijna 89% van de Belgische gezinnen kocht vorig jaar wel eens een bioproduct. 18% van de gezinnen zijn frequente biokopers die 78% van alle biobestedingen voor hun rekening nemen. Voor de totale biomarkt (voeding, drogisterijartikelen, cosmetica en non-food) bedroeg het marktaandeel in 2012 1,5% (bio-versproducten: 1,9%). Het grootste marktaandeel hebben de
biologische vleesvervangers. Een kwart van de gekochte vleesvervangers is biologisch. Het kleinste marktaandeel hebben de biovleeswaren met 0,7%. De groei van de bestedingen van verse bioproducten zette zich, na een iets minder jaar, in 2012 verder door en bedroeg 7%. De stijging was groter in Vlaanderen (+12%) dan in de rest van België.
De alleenstaanden ouder dan 40 jaar hebben het hoogste aandeel bio maar dat aandeel daalde vorig jaar weer tot net onder de 3%. De groeiers binnen de biomarkt zijn de tweeverdieners en de welgestelde gepensioneerden. De jonge alleenstaanden (jonger dan 40jaar) hadden tot 2009 het hoogste bio-aandeel maar zijn de laatste jaren teruggevallen.
Biologische versproducten waren in 2012 gemiddeld een derde duurder dan gangbare producten en dit prijsverschil blijft stabiel over de jaren heen. Het grootste verschil is er bij braadkip, eieren en aardappelen. Het kleinste prijsverschil is er bij bio-groenteburgers. De klassieke supermarkt (Dis 1) is het grootste kanaal met bijna 45% van de markt maar moet terrein prijsgeven aan de nummer twee: de ‘speciaalzaak, natuurvoedingswinkel en overige’ met 31,5% marktaandeel. De buurtsupermarkt staat op de derde plaats met 11,5%.
Samborski V. & Van Bellegem L. (2013) De biologische landbouw in 2012, Beleidsdomein Landbouw en Visserij, Brussel.