De biologische landbouw in Vlaanderen: stand van zaken 2013
Het biologische areaal binnen de EU-27 nam toe met 5,6% en bedroeg 10 miljoen hectare in 2012. Dat is 5,7% van het totale landbouwareaal van de EU-27. Spanje blijft het land met de grootste biologische oppervlakte (1.600.000 hectare) en Oostenrijk heeft met 17% het grootste aandeel bio-areaal in de totale landbouwoppervlakte. België heeft een aandeel bio van 4%. Het omschakelings-areaal in de EU-27 vertoont een eerder dalende trend waardoor een remming van de groei verwacht wordt.
In Vlaanderen zet de groeiende trend zich in 2013 voort. De regio telde 319 biologische bedrijven onder controle (een toename met 7%) met een oppervlakte van 5.065 hectare (een toename met 2,5%). Er zijn dus netto 20 bedrijven bijgekomen. De provincie West-Vlaanderen draagt voor de helft bij aan deze groei. Van de nieuwe producenten ging net geen vierde eerst advies inwinnen bij het aanspreekpunt Bio zoekt Boer. 41 producenten staan onder controle voor verkoop van bioproducten en 50 van de 319 producenten voor de verwerking van primaire producten op het bedrijf.
Van het totaal areaal is 771 hectare in omschakeling: dat is 70% minder dan in 2012. Het areaal bestaat voor de helft uit grasland en areaal met natuurwaarde, en net in die categorie is er een halvering van de oppervlakte in omschakeling. Bodembedekkers maken 17% van het bio-areaal uit, akkerbouw 15%, 10% bestaat uit aardappelen, groenten en kruiden en 8% wordt aangewend voor de productie van fruit.
67% van het bio-areaal is van bedrijven die 100% bio zijn. De overige 32% van het areaal is in handen van bedrijven die in fase van omschakeling zijn. Wat ook opvalt, is dat amper 10% van de biobedrijven bijna de helft van het volledige Vlaamse bio-areaal in handen hebben en dat een vierde van de biologische bedrijven samen 1,5% van het biologisch areaal bewerkt.
39% van de biolandbouwers (126 bedrijven) houden zich bezig met bio-veehouderij. De meest voorkomende dierlijke specialisaties zijn pluimvee, waar 33 bedrijven enkel en alleen deze productietak uitoefenen op hun bedrijf, gevolgd door melk- en vleesvee (28 bedrijven). Er werden bijna 2% meer dieren gehouden dan in 2012.
Door de strenge winter 2012-2013 kenden de producentenprijzen voor aardappelen, groenten en fruit sterke schommelingen, met hoge prijzen in het voorjaar, gevolgd door zwakke prijzen in het najaar. De biologische melkprijs is heel het jaar door stabiel gebleven op 38 euro per 100 liter melk.
De overheidsuitgaven die specifiek naar de biosector gingen, werden in 2013 geraamd op 3,57 miljoen euro. Dat is 3% minder dan in 2012. Er werd 15% minder uitgegeven in de groep keten- en marktontwikkeling. Er werd ook 1,5% minder hectaresteun uitbetaald in 2013. 38% van de totale uitgaven komt rechtstreeks bij de bioboer terecht in de vorm van hectaresteun, investeringssteun, tussenkomst in de controlekosten, opmaak van bedrijfsomschakelingsplannen en aangepaste bedrijfsbegeleiding. Een kwart gaat naar onderzoek en kennisontwikkeling, dat is hetzelfde aandeel als vorig jaar. 21% gaat naar keten- en marktontwikkeling en de resterende 16% omvat de promotie voor bioproducten vanuit VLAM en de vorming voor biolandbouwers. Naast deze specifieke uitgaven werd ook nog 966.000 euro aan toeslagrechten uitbetaald aan 117 bioboeren.
De totale bestedingen van biologische producten (voeding+niet-voeding) in België, opgemeten door GfK Panelservices Benelux in opdracht van VLAM, groeiden in 2013 met 8% tot 403 miljoen euro. Dat is een marktaandeel van 1,6% in de totale bestedingen. Ruim 88% van de Belgische gezinnen kocht vorig jaar wel eens een bioproduct.
De bestedingen aan biologische versproducten groeiden in Vlaanderen met 14% tot 140 miljoen euro. Over de periode 2008-2013 bedraagt de groei twee derde.
Per product bekeken hebben de biologische vleesvervangers in België het grootste marktaandeel (23%). Het kleinste marktaandeel hebben de biovleeswaren met 0,7%.
Biologische versproducten zijn in België gemiddeld een derde duurder dan gangbare producten en dit prijsverschil blijft nagenoeg stabiel over de jaren heen. Uit de enquête van de Europese Commissie vorig jaar, bleek dat drie vierde van de respondenten bereid was om 10 tot 25% meer te betalen voor een volledig ggo- en residuvrij biologisch product.
De gezinnen met kinderen met een beperkt inkomen hebben het laagste bio-aandeel van amper 0,8%. Dit aandeel blijft laag over de jaren heen. De alleenstaanden ouder dan 40 jaar hebben het hoogste bio-aandeel van 3,8%. De groeiers binnen de biomarkt zijn deze oudere alleenstaanden, de welgestelde gepensioneerden en de welgestelde gezinnen met kinderen.
De klassieke supermarkt (Dis 1) blijft het belangrijkste distributiekanaal voor de verkoop van biologische producten. 44,1% van de bestedingen worden gerealiseerd in supermarkten. Buurtsupermarkten en hard discount zijn aan een opmars bezig en zien hun aandeel groeien tot respectievelijk 13,5% en 2,7% in de totale bestedingen aan biologische producten.
Samborski V., Van Bellegem L., Platteau J. (2014) De biologische landbouw in Vlaanderen : stand van zaken 2013, Departement Landbouw en Visserij, Brussel.