Hoe kan biologische landbouw bijdragen tot duurzame productie- en consumptiewijzen?
Als gevolg van de verschillende crisissen die de ‘conventionele’ dierlijke productie recentelijk heeft doorgemaakt, gaan steeds meer wantrouwige en ongeruste consumenten, op zoek naar alternatieve systemen, meer specifiek naar biologische landbouw. In hun Federaal plan voor duurzame ontwikkeling stelden de publieke autoriteiten als doelstelling een omschakeling van 10% van de bruikbare landbouwoppervlakte naar biologische landbouw tegen 2010 voorop. Toch moet de duurzaamheid van dit productiesysteem nog steeds gevalideerd worden, want hoewel biologische productie op verschillende punten zoals milieu een vernieuwend antwoord biedt, is de sterke groei een ware uitdaging voor de stabilisatie van een reeks andere elementen. Het vertrouwen in biologische landbouw is immers niet vrij van crisissen, de reglementering en de organisatie van de marketing van producten staan onder druk van de vraag naar biologische producten die de Belgische productie overstijgen; en tenslotte blijkt de huidige technische omkadering slecht aangepast.
Beschrijving van het project
Doelstellingen
Het doel van het project is het definiëren van de duurzaamheid van de biologische landbouw, vertrekkende van drie dimensies die met elkaar moeten geconfronteerd worden en afgewogen worden:
- economische duurzaamheid: concurrentiepositie en ontwikkelingsmogelijkheden;
- duurzaamheid op vlak van milieu: reproductie van de hulpbronnen en balans van specifieke externaliteiten;
- sociale duurzaamheid: innovatiecapaciteit en sociale/territoriale externaliteiten.
Deze dimensies moeten geëvalueerd worden, gekoppeld worden aan doeltreffende referenties en ondersteund worden met beleidsinstrumenten.
De specifieke onderzoeksobjectieven kunnen als volgt gedefinieerd worden:
- vaststellen van de technische aanbevelingen voor de twee belangrijkste inzetten verbonden met de biologische veeteelt en het vetmesten van biologisch rundvee: de voeding en de gezondheid, valoriseren/verbeteren van de positieve externaliteiten verbonden aan de productiesystemen van biologisch rundvee (stikstofbalans, biodiversiteit) en analyseren van de milieu- en sociale kosten (Cragx / RUG);
- bestuderen en uittesten van organisatievormen die onderhandeling toelaten tussen de marketingbehoeften en de dimensies van de duurzaamheid en versterken van de garanties die de verschillende productie- en verwerkingsnetwerken lijken te bieden aan consumenten (FUL / RUG);
- Analyseren van de consumentenvraag, de meest adequate communicatiemiddelen en geven van een aanzet tot een participatieve en experimentele aanpak van onderhandeling (FUL).
Methodologie
De originaliteit van dit project bestaat uit het in rekening brengen van de onderlinge afhankelijkheid van deze drie specifieke doelstellingen. Simultaan en gecoördineerd worden verschillende referentietypes op basis van participatieve onderzoeksmethoden geanalyseerd (Sébillotte, 2000, Hatchuel, 1999). De centrale hypothese hierbij is de co-productie van kennis via interactie tussen alle betrokken partijen welke op verschillende manieren vertegenwoordigd zijn in het onderzoeksproces.
Dit onderzoek heeft ook de ambitie om een onderzoeksinterventiemodel te ontwikkelen en te valideren dat kan overgezet worden naar andere domeinen. Het gaat om het valideren van het nut om in het onderzoek zelf reeds verbanden te leggen tussen consumptie, productie en communicatie. Dit vergt een multidisciplinaire aanpak die streeft naar een coördinatie van het werk van ingenieurs, sociologen en economen aan de ene kant, maar ook dat van landbouwers, verwerkers en distributeurs aan de andere kant. Beide partijen beïnvloeden elkaar. Dit gebeurt via het samen ontwikkelen van onderzoeksconcepten, prioriteiten en middelen, in plaast van ze enkel naast elkaar te plaatsen. De benadering behoort tot een originele epistemologie (Hatchuel, 1999) die zich richt op transformatie, eerder dan enkel op observatie en die aandacht geeft aan reflectie. Deze onderzoeksaanpak is minder gebaseerd op gevestigde waarden maar eerder op de herformulering van waarden.
Verwachte resultaten
Het project zal een aantal aanbevelingen naar voor brengen met betrekking tot productiesystemen, organisatorische modellen en de opbouw van de vraag. De uitvoerbaarheid van de aanbevelingen zal gevalideerd worden in de ketens die getest worden. De duurzaamheid zal gevalideerd worden vanuit economisch, sociaal en milieustandpunt. Daarenboven zal het onderzoek bepalen in welke mate de algemene organisatie en de onderhandelingsschema’s die bestaan in de ketens van biologische landbouw, kunnen omgevormd worden tot nieuwe vormen van collectiviteit die beter toelaten rekening te houden met de verschillende dimensies van duurzame ontwikkeling.
Van Huylenbroeck Guido (UGent - FBIW - Vakgroep Landbouweconomie), Aertsens Joris (Ugent - FIBW - Vakgroep Landbouweconomie), Stilmant Didier (Centre de Recherches Agronomiques de Gembloux (CRA)), Mormont (Université de Liège (ULG))