Inzicht in en beheersing van probleemplagen in biologische tuinbouw: boswantsen in peer
Wat de fruitteelt betreft werd het probleem van boswantsenschade uitdrukkelijk naar voor geschoven door de vakgroep biologische fruitteelt van Bioforum Vlaanderen. Sinds enkele jaren vormt een groeiende heterogene populatie van boswantsen immers een ernstig probleem in de Belgische biologische fruitteelt. Op een aantal biologische perenpercelen trad in 2008 en 2009 meer dan 50% productie-uitval op door boswantsenaantasting. Meerdere telers gaven aan dat ze de biologische perenteelt zullen moeten staken indien ze dit probleem op korte termijn niet voldoende beheersen. Behalve dat voor de betreffende bedrijven het rooien van perenpercelen een groot kapitaal verlies betekent, zou dit de marktpositie en de kansen van de Belgische biologische fruitteelt als geheel sterk schaden. De boswantsen zijn een verzameling van boom-, schild- en stinkwantsen met diverse soorten (Pentatoma, Palomena, Carpocoris, Acanthosoma, Coreus, Gonocerus sp, etc.), maar het was bij de start van dit project onduidelijk in welke mate de verschillende soorten voorkomen en welke specifieke soorten hoofdverantwoordelijk zijn voor de schade. Bijgevolg was ook weinig tot niets geweten van de levenscyclus/populatiedynamica van de schadelijke soorten in de biologisch beheerde boomgaarden. Het ontbreken van deze kennis maakte het zoeken naar effectieve beheersmaatregelen en/of de inzet en juiste timing van werkzame biologische bestrijdingsmiddelen tot een zoektocht naar een speld in een hooiberg. In een aantal oriënterende proeven in het verleden bleek inzet van natuurlijke pyrethroïden niet voldoende effectief tegen deze plaaginsecten. Bovendien is herhaalde inzet van natuurlijke pyrethroïden schadelijk voor tal van natuurlijke vijanden waardoor ook de problemen met perenbladvlo toenemen. Het hoofddoel van dit project was inzicht te verkrijgen in de oorzaak van het probleem (welke soorten brengen schade aan, hoe is hun levenscyclus, waar komen ze voor). Daarbij aansluitend werden enkele potentieel werkzame biologische bestrijdingsstrategieën uitgetest en gedemonstreerd.
Samenvatting resultaten
Tot op heden werd aangenomen dat een heterogeen complex van diverse boswantsensoorten verantwoordelijk is voor de aangestoken, misvormde vruchten in de biologische perenteelt. De grote waarde van dit eerste jaar van veldonderzoek is dat we verschillende indicaties bekomen hebben dat het probleem terug te brengen is tot één soort die de schade veroorzaakt: de roodpootschildwants (Pentatoma rufipes). Dit geldt met grote waarschijnlijkheid voor de vroeg aangestoken –en zwaar misvormde- vruchten, later op het seizoen kan het belang van andere boswantssoorten toenemen. Een gelijkaardige conclusie werd bekomen in praktijkonderzoek in de Bodensee fruitteeltregio in Duistland (Trautmann and Wetzler, 2010). Hoewel we ons slechts kunnen baseren op één jaar van veldonderzoek (daar waar meerjarige opvolging een must is in meerjarige teelten), lijkt het toch reeds zinvol om in vervolgonderzoek meer te gaan focussen op het ontwikkelen van bestrijdingsmethoden aangepast aan de biologie en het gedrag van de roodpootschildwants.
Tim Beliën (pcfruit), Gertie Peusens (pcfruit)
CCBT
Beliën,T., & Peusens, G. (2010). Inzicht in en beheersing van boswantsproblematiek in de biologische perenteelt. In: De biologische lansbouw in Vlaanderen: Onderzoek 2008-2010. L. De Cock, N. Erbout, J. Van Waes (eds). NOBL, Merelbeke, 64-65.