Kwalitatief en residuarm fruit: haalbaar met residumanagement en niet-chemische alternatieven?
De fruitteelt wordt momenteel geconfronteerd met bijzonder scherpe residurestricties opgelegd door de afzetmarkten. Vooral het aantal actieve stoffen op de vruchtwand is een bepalende factor of het fruit al dan niet geschikt is voor een bepaalde afzetmarkt. Productie volgens wettelijke normen via milieubewuste of geïntegreerde fruitteelt volstaat niet meer; iedereen stelt zijn eigen eisen die een stuk strenger zijn dan de wettelijk toegelaten residugehalten. Bovendien wordt de detectielimiet voor residuen steeds lager en via nieuw ontwikkelde technieken (mult-analysemethoden) kan momenteel reeds een hele reeks pesticiden uit één staal worden gedetecteerd.
Residumanagement.
Gewasbeschermingsschema’s zullen dus moeten worden opgesteld ifv de beoogde klant. De strategie om verschillende middelen te alterneren als verbreding van het spectrum en als anti-resistentie strategie komt hierdoor in het gedrang. Hierdoor kan een duurzame fruitproductie in de toekomst niet meer worden gegarandeerd. De timing van de beschikbare middelen ifv de infectierisico’s zal belangrijk blijven, maar de middelenkeuze zal mede bepaald worden door de persistentie in de tijd. Concreet blijken vooral residuen van fungicidentoepassingen naar bewaarrot, en de insecticidenbehandelingen naar fruitmot en bloedluis aanwezig op de vruchtwand. Enkel een (kostelijke) residu-analyse zal uitsluitsel kunnen geven of een bepaalde partij effectief voldoet aan de gestelde bovenwettelijke residueisen.
Niet-chemische alternatieven vruchtrotbestrijding.
In deze context ligt de focus vnl. bij naoogstbehandelingen met gisten en het supplementair effect van thermotherapie. Verschillende giststammen komen van nature op de vruchtwand voor, en hebben als antagonist potentie om als reincultuur in een geformuleerd product bewaarpathogenen te onderdrukken. De combinatie met thermotherapie (warmwaterbehandeling), waarbij naast de wondvruchtrotschimmels ook de latente vruchtrotschimmels worden bestreden, blijkt vaak bijzonder efficiënt. Kritieke punten voor introductie in de praktijk zijn a) optimalisatie van de methode en toepassingstijdstip b) ontwikkeling van goede formuleringen om het antagonistisch effect te verbeteren c) registratie van deze antagonisten voor commercieel gebruik. Naast deze biocontrole organismen zijn in de boomgaard ook oriënterende proeven lopende met fysische bestrijdingsmethoden als UVc en TPC (Thermal Pest Control) die mogelijks een alternatief bieden voor bepaalde behandelingen in het klassiek chemisch gewasbeschermings-schema. Het werkingsmechanisme van deze fysische alternatieven kan direct zijn, maar ook indirect via een verhoogde plantweerstand. Deze niet-chemische bestrijdingsmethoden bieden ook mogelijkheden in de biologische fruitteelt.
GMO- project: ' Residumanagement van GBM als instrument voor een voedselveilige en economisch rendabele fruitteelt' gesponsord door telerverenigingen EFC, Fruitbiz.be, LTV en Greenbow