Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldboon
Eigen eiwitrijk voeder mogelijk?
Sinds het verstrengen van de biologische voederwetgeving is bij veehouders de interesse aangewakkerd om (zelf) krachtvoeder te (laten) telen. Men is op zoek naar een gemakkelijke en oogstzekere teelt die een goede voederwaarde combineert met een voldoende opbrengst. Vooral voor de teelt van vlinderbloemigen is er vernieuwde interesse omdat de aankoop van eiwit duur is. Eigenteelt sluit ook aan bij de intentie van de biologische landbouw om regionaal te telen. Onder biologische teeltomstandigheden lijkt de combinatie van eiwitteelten met een graangewas meerwaarde te bieden. PCBT onderzoekt de mogelijkheden voor dergelijke mengteelt in Vlaanderen en meer in het bijzonder welke soorten of rassen zich hier het best toe lenen.
Mengteelt: een combinatie van voordelen.
Bij een mengteelt (erwten-graan of veldbonen-graan) worden de voordelen van twee gewassen met elkaar gecombineerd. De erwten of veldbonen zorgen voor stikstofbinding en een hoog ruw eiwitgehalte. De wintergranen ondersteunen de erwten of veldbonen en onderdrukken het onkruid bij het begin van de teelt. De opbrengst van een mengteelt is doorgaans hoger dan de opbrengst van de individuele componenten afzonderlijk. De nadelen van een mengteelt zijn de mogelijke verschillen in afrijping tussen de verschillende gewassen wat problemen kan geven voor het bepalen van het oogsttijdstip. Er is ook een verschil in concurrentievermogen, hierdoor kan het aandeel van een gewas in het mengsel van jaar tot jaar variëren. De algemene regel stelt dat vooral met de teelteisen van de erwten of veldbonen dient rekening gehouden te worden omdat deze het meest veeleisend zijn.
Meerwaarde mengteelten - proef 2010.
Bij een mengteelt graan-erwten lenen vooral ‘voedererwten’ zich goed en geven een meeropbrengst ten opzichte van een pure graanteelt. Naarmate het concurrerend vermogen van het graangewas hoger is (plantaantal, ras) neemt het aandeel erwten in de oogst af. Assas leek in deze proef iets meer wintervast dan Picard. Bij de oogst werden evenwel geen verschillen vastgesteld. ‘Eiwiterwten’ bleken in deze proef onvoldoende krachtig om tot een redelijke opbrengst te komen in combinatie met een goed groeiend graangewas. In tegenstelling tot de triticale, reageerde de wintertarwe (ras Azzerti) negatief op de combinatie met erwten en was de opbrengst van de mengteelt lager dan deze van de pure teelt. De combinatie triticale-veldboon lijkt tenslotte veelbelovend. Deze combinatie gaf het gehele seizoen een krachtig gewas en biedt een aanzienlijke meerwaarde op de pure teelt van veldboon. De mengteelt gaf aanleiding tot 3,3 ton veldboon (t.o.v. 4,2 ton pure teelt) terwijl nog 5 ton triticale werd gedorst. Er werd tevens een duidelijk betere onkruidonderdrukking gerealiseerd in de mengteelt. Diva bleek meer wintervast dan Gladice. De mengteelt veldboon-triticale biedt mogelijk een goed alternatief voor de gebruikelijke voorjaarszaai van veldbonen. De combinatie heeft een hoog opbrengstpotentieel, een goede onkruidonderdrukking en is vroegrijp.
Interreg IV-project (FRankrijk- Vlaanderen- Wallonië) VETABIO medegefinancierd door de Europese Unie (EFRO) en de provincies OOst-en West-Vlaanderen
Beeckman, A., & Delanote, L. (2010). Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldboon. In: De biologische landbouw in Vlaanderen: Onderzoek 2008-2010. L. De Cock, N. Erbout, J. Van Waes (eds). NOBL, Merelbeke, 94-95.
Chambre d'Agriculture Nord-Pas de Calais (Frankrijk) en CRA-W (Wallonië)