Onderzoek naar een beter inzicht in (tak)schurft in de biologische teelt van peren.
Biologische perenteelt, willen maar (nog) niet kunnen?
In de gangbare geïntegreerde fruitproductie in Vlaanderen is er de laatste jaren een belangrijke verschuiving gebeurd van appel naar peer. Binnen de biologische fruitproductie in Vlaanderen is het aandeel perenaanplantingen echter nog zeer beperkt. De hoofdreden hiervoor is dat de bestrijding van schurft bij fruittelers die omschakelen van een geïntegreerde naar een biologische perenproductie moeilijker verloopt. De oorzaak hiervoor wordt toegeschreven aan het feit dat na omschakeling op korte termijn takschurft ontstaat en dat deze besmettingsbron verantwoordelijk is voor sterke schurftuitbreiding naar de vruchten. Om de bestrijding van perenschurft te verbeteren en te optimaliseren is een betere kennis omtrent het ontstaan van (tak)schurft noodzakelijk, wat de hoofddoelstelling is van dit IWT-onderzoeksproject.
Een multidisciplinaire aanpak van het probleem.
Tot op heden is de kennis van schurft op peer zeer beperkt en in het bijzonder het fenomeen “takschurft”. Dit aspect loopt als een rode draad doorheen de verschillende facetten van het onderzoek welke vanaf 2009 tot en met 2013 zullen worden uitgevoerd. Het ontstaan en de evolutie van (tak)schurft in de boomgaard zal worden opgevolgd. De verschillende factoren nodig voor twijginfecties zullen worden bepaald. Verder wordt de genetische variabiliteit binnen de schurftpopulatie in kaart gebracht en tenslotte worden alternatieve bestrijdingsmethoden geëvalueerd en/of geoptimaliseerd. Met betrekking tot dit laatste werden reeds goede resultaten behaald in 2009.
Warmwaterbehandeling als alternatieve bestrijdingsmethode.
Wanneer de klimatologische omstandigheden gunstig zijn voor secundaire infecties laat in de zomer, dan kan dit leiden tot spatschurft tijdens de bewaring. Om dergelijke late infecties op te vangen, werd in 2009 een dompeling in warm water toegepast. Hiervoor werden 400 peren geselecteerd uit een perceel met gekende schurftproblematiek. Deze peren werden vervolgens omhuld om de infectieomstandigheden te bevorderen. De helft van de ingehulde peren (4x50) onderging een warmwaterbehandeling op 50°C gedurende 4 min. De andere helft (4x50) bleef onbehandeld. Na ongeveer 3 maanden bij -1°C werden de vruchten geëvalueerd. De schurftschimmel op de ingehulde vruchten ontwikkelde zich in sterke mate verder tijdens de bewaring. De behandeling met warm water (50°C, 4 min) had een drastisch effect op deze latente aanwezigheid va V. pirina. Dit blijkt uit het verschil in toename van de schurftsymptomen tussen de onbehandelde (49 %A, TH3=29) en de behandelde peren (14 %A, TH3=9). Dit komt neer op een werkingsgraad van 68%. Hieruit kan besloten worden dat een warmwaterbehandeling zeker potentieel biedt als alternatieve bestrijdingstrategie naar spatschurft toe. Een vergelijkbare proef op niet ingehulde peren leverde een gelijkaardig resultaat op.
IWT Projectnummer 080496
Creemers,P., & Van Hemelrijck,W. (2010). Onderzoek naar een beter inzicht in (tak)schurft in de biologische teelt van peren. In: De biologische landbouw in Vlaanderen: Onderzoek 2008-2010. L. De Cock, N. Erbout, J. Van Waes (eds). NOBL, Merelbeke, 60-61.
KU Leuven, R&D Divisie Fruitteeltcentrum, Prof. Wannes Keulemans