Ontwikkeling van een geïntegreerd systeem voor mechanische onkruidbestrijding bij vollegrondsgroenten.
Sectie 1
In dit project staat de ontwikkeling van een geïntegreerd systeem voor mechanische onkruidbestrijding centraal. Het onderzoek omvat bijgevolg twee luiken: enerzijds de aanpassing van de plantmachine om te komen tot constante plant- en rijafstanden; en anderzijds de uitrusting van de schoffelmachine met een automatische stuurcorrectie.Voor de positiesturing van de plantmachine zal een regelsysteem ontworpen worden dat op basis van een foutsignaal afkomstig van de rijendetector een elektro-hydraulische stuureenheid kan activeren. Vervolgens zal de plantmachine technisch aangepast worden om het “in verband” planten mogelijk te maken.Om in twee of meer richtingen en tot dicht tegen de gewasrijen te kunnen schoffelen zal ook de schoffelmachine uitgerust worden met een automatisch rijvolgsysteem. De op een proefafstand ontwikkelde regelaars zullen tenslotte uitgebreid gevalideerd worden zowel in een loods als onder veldomstandigheden.
Sectie 2
De doelstelling van dit project is de ontwikkeling van een methodologie voor de optimalisatie van diverse werktuigen voor mechanische onkruidbestrijding. De nadruk ligt hierbij op het verhogen van de selectiviteit, vnl. bij een onkruidbestrijding tot tegen en in de gewasrijen.In een eerste taak zal de werking van de huidige mechanische onkruidbestrijdingstechnieken gekarakteriseerd worden op het vlak van krachtwerking en bewegingen, alsook wat de interactie met de planten (gewas en onkruid) betreft. Er zullen verschillende meetsessies plaatsvinden onder veldomstandigheden en in diverse gewassen (maïs, tarwe en suikerbiet).
Op basis van het in de eerste taak opgestelde referentiekader zullen vervolgens op kleinere schaal goed gecontroleerde veldmetingen uitgevoerd worden. Er zal een proefstand gebouwd worden die moet toelaten de instelling en de eigenschappen van individuele werktuigelementen te laten variëren en het effect ervan op de selectieve werking precies op te meten. Deze experimenten worden uitgevoerd onder droge bodemcondities op de proefhoeve van de K.U. Leuven.
J. De Baerdemaeker, ir., dr.l.wet., gewoon hoogleraar KUL
H. Ramon, ir., dr.l.wet., hoofddocent KUL
B. Tacquenier, ir. (medewerker)