Op de meeste biologische melkveebedrijven (ook op bedrijven met geiten) vormt grasklaver de basis van het rantsoen. Er is een betere kennis van de voederwaarde vereist om enerzijds de kwaliteit van grasklaver beter te kunnen sturen en anderzijds grasklaverkuil efficiënt in het rantsoen te kunnen aanwenden. In tegenstelling met gras- en maïskuil bestonden er tot voor kort geen specifieke rekenregels voor het schatten van de voederwaarde van grasklaverkuil. Daarom werden in de loop van 3 jaar 7 partijen gras/witte klaverkuil en 8 partijen gras/rode klaverkuil onderzocht. Hun botanische en chemische samenstelling werd bepaald. Verder werd de verteerbaarheid bepaald met schapen zodat de energiewaarde kon worden berekend en werd de afbreekbaarheid in de pens van gefistuleerde koeien bepaald voor het berekenen van de eiwitwaarde. Uiteindelijk, werden er specifieke formules afgeleid om de energie- (VEM, FOS) en eiwitwaarde (DVE, OEB) van grasklaverkuilen te schatten op basis van laboparameters, hetgeen een relatief snelle, nauwkeurige en goedkope evaluatie mogelijk maakt.