ILVO deelt nieuwste inzichten in agro-ecologische landbouw tijdens Demodag in Hansbeke
Kan je een hoofdteelt zaaien zonder de groenbedekker te vernietigen en zo een permanente bodembedekking aanhouden, wat de bodem ten goede komt? Wat geeft een strokenteelt met afwisselend een eiwit- en graangewas aan opbrengst en kwaliteit? En zijn oude graansoorten rendabel agro-ecologisch te telen? Tijdens de 4de editie van de demodag op het Proefplatform Agro-Ecologie in Hansbeke (Deinze) presenteerden ILVO-onderzoekers en partners het resultaat van de geteste innovatieve agro-ecologische methodes voor bodem en gewassen. Een 200-tal landbouwers en geïnteresseerden uit de brede agrovoedingssector woonden het event bij.
Kan je een hoofdteelt inzaaien in een bodem die permanent bedekt is met klaver?
Eén van de kernprincipes van agro-ecologie is het continu bedekt houden van de bodem. Dit om uitdroging te voorkomen, sponswerking te bevorderen en ongewenste onkruidgroei tegen te gaan. Volgens de huidige praktijken wordt na de hoofdteelt een volgteelt of groenbedekker ingezaaid, die dan geoogst, vernietigd of ondergewerkt wordt. Op het proefplatform in Hansbeke test men een nieuwe en alternatieve methode: wat als we de groenbedekker niet inwerken maar er doorheen zaaien? Concreet gaat het in het experiment over 5 ha permanente klavervelden waarin graan wordt doorgezaaid. De verwachting is dat het graan gebruik kan maken van de aanwezige en constante stikstofbinding door de klaver.
Felix de Bousies, landbouwer PHAE: “Voor het zaaien van het graan kalmeren we de klaver met behulp van een rotoreg. Zo wordt de groei van de uitlopers van de klaver onderdrukt. Door de groenbedekker niet te vernietigen, is mijn bodembewerking nog minimaler. Dat is gunstig voor o.a. bodemkwaliteit en brandstofverbruik.”
De komende jaren onderzoeken we of deze methode hogere opbrengsten graan oplevert in vergelijking met de traditionele rotatie van drie jaar grasklaver gevolgd door twee jaar graan.
Koen Willekens, ILVO onderzoeker en coördinator Proefplatform Agro-Ecologie Hansbeke: “We zien momenteel nog een paar uitdagingen in de competitie tussen de bodembedekker en het gewas. Als de bodembedekker zich te sterk ontwikkelt, kan de opbrengst van het gewas te sterk dalen. Dat moeten we goed monitoren en optimaliseren.”
Leveren eiwitgewassen een hogere en kwalitatievere opbrengst op in strokenteelt?
De teelt van eiwitgewassen in Vlaanderen voor menselijke voeding kent nog uitdagingen: de jaarlijkse opbrengsten zijn nog te schommelend, de kwaliteit is niet stabiel en de gewassen hebben vaak last van ziekten en plagen. Uit recent onderzoek in Nederland blijkt dat telen in stroken een oplossing kan bieden, met minder aantasting door ziekten en plagen en een stabielere opbrengst. Daarom wordt o.a. in Hansbeke een vernieuwend en meerjarig experiment opgestart.
Inge Speeckaert, ILVO onderzoeker: “In het project Leg-O gaan we samen met UGent, Hogent en Inagro na of het principe van strokenteelt een oplossing kan bieden. Tijdens dit seizoen worden in Hansbeke 6m-brede stroken van eiwitgewassen afgewisseld met 6m-brede stroken van granen. Tegelijk volgen we de gewassen nauwgezet op: we monitoren hun stikstof- en waterbehoefte en de ziekte- en plaagdruk.”
Door combinatie van een eiwitteelt (erwt, veldboon of rode nierboon) met een graanteelt (baktarwe, durumtarwe, brouwgerst) wordt een hogere biodiversiteit verwacht, die wellicht meer insecten zoals lieveheersbeestjes, zweefvliegen en andere natuurlijke vijanden van plaagsoorten aantrekt. Onderzoekers gaan na in hoeverre de verhoogde biodiversiteit plagen en ziekten onder controle kan houden en wat de gevolgen zijn voor de opbrengst. Verder onderzoeken de wetenschappers ook het stikstofaspect in de rotatie: hoeveel stikstof laten rode nierboon, erwt en veldboon in de bodem achter? Wat pikken de volgende hoofdteelten daarvan op? Is er dan verschil in opbrengst en kwaliteit van de hoofdteelten? De proeven lopen zowel in gangbare als in biologische teeltomstandigheden.
Leg-O is een project gefinancierd door VLAIO, de projectpartners zijn ILVO, HoGent, UGent en Inagro.
Ondanks lagere opbrengst: méér winst met oude graansoorten (Graanboeren met natuur)
Zelfs al halen de productievolumes in de agro-ecologische percelen niet de helft van de gangbare percelen, toch boekt de agro-ecologische akkerbouwer een hogere nettowinst dankzij minder inputkosten en actueel betere marktprijzen. Dit blijkt uit een vergelijking die gemaakt is binnen het project “Graanboeren met natuur”. Het project brengt landbouwers, molenaars, bakkers en onderzoekers van ILVO en INBO samen rond agro-ecologische praktijken in de graanteelt. Ook op vlak van biodiversiteit en de aanwezigheid van natuurlijke bestrijders op de akkers, scoort de agro-ecologische teelt van oude graansoorten beter.
Myriam Dumortier, INBO onderzoeker: “Door nauwe samenwerking met molenaars en bakkers worden risico’s gedeeld. De eindproducent maakt gebruik van hoog kwalitatieve en lokaal geteelde grondstoffen. Zo kan de bakker een eindproduct met meerwaarde in de markt zetten, dat fel gesmaakt wordt door de consument.”
Rietzwenkgras brengt tot 45% meer op dan Engels raaigras in droge jaren
Het droogtetolerante Rietzwenkgras heeft een opbrengstpotentieel dat tot 20 % hoger is dan het klassieke voedergras, Engels raaigras. In het droge jaar 2022 lag de opbrengst zelfs tot 45 % hoger. Maar de verteerbaarheid bij de koeien is lager: de verteerbaarheidscoëfficiënt van de organische stof van rietzwenkgras ligt op 68%, die van Engels raaigras op 78%. Hierdoor is er een beperkte daling in voederopname en melkproductie wanneer rietzwenkgras ingepast wordt in een melkveerantsoen. Bij melkkoeien waarbij 2/3 van het ruwvoederrantsoen uit gras bestaat, resulteert dit in een melkproductiedaling van 5 %. Maar: dit nadeel verdwijnt wanneer 40 % van het grasaandeel in het ruwvoer wordt vervangen door rode klaver.
Maarten Cromheeke, ILVO onderzoeker: “Het gebruik van rietzwenkgras moet melkveehouders in staat stellen om voldoende ruwvoeder te oogsten tijdens langdurige droge periodes om zo kwaliteitsvolle en duurzame melk te blijven produceren. De lagere voederwaarde en hoe hiermee om te gaan in het rantsoen zijn belangrijke, maar te overwinnen aandachtspunten.”
In Hansbeke worden de prestaties van de droogtetolerante grassoorten zoals rietzwenkgras en kropaar getest en vergeleken met Engels raaigras. Dit onderzoek dat o.a. opbrengst, voederwaarde, smakelijkheid, melkproductie en melkkwaliteit monitort, kadert in het VLAIO LA-traject Klimgras.
Compost, niet-kerende bodembewerking, kruidenrijk grasland, kikkererwt
Andere uitvoeringen van agro-ecologische principes die getoond werden tijdens de demodag zijn de teelt van kikkererwt, het recirculeren van nutriënten en organische stof uit reststromen via boerderijcompostering, kruidenrijk grasland met aandacht voor de beheersing van dominante soorten zoals cichorei en diepwortelende gewassen die verdichte lagen in de bodem kunnen doorbreken. Tot slot vonden demo’s plaats van innovatieve landbouwmachines die hun nut hebben bewezen voor een niet-kerende bodembewerking, innovatieve (door)zaaimethoden en mechanische onkruidbeheersing.
Over het Proefplatform Agro-Ecologie in Hansbeke
Sinds 2020 wordt op het Proefplatform Agro-Ecologie in Hansbeke de agro-ecologische praktijk van het 50 ha grote landbouwbedrijf PHAE wetenschappelijk gemonitord en worden veldexperimenten uitgevoerd ter optimalisering van die praktijk. Het zijn stuk voor stuk vernieuwende experimenten en praktijkgerichte innovaties die ook inspirerend zijn voor traditionele landbouwers. Tijdens de jaarlijkse demodag staat kennisdeling van de resultaten centraal.
Meer info?
https://www.ppaehansbeke.be/nl/nieuws
Nele Jacobs, ILVO communicatie, nele.jacobs@ilvo.vlaanderen.be
Koen Willekens, ILVO-onderzoeker Bodem en coördinator Proefplatform Agro-ecologie Hansbeke, koen.willekens@ilvo.vlaanderen.be
Felix de Bousies, landbouwer PHAE (Project Hansbeke Agro-ecologie), felix.bousies@gmail.com
Alain Peeters, Directeur RHEA, Secretary general of Agroecology Europe, alain.peeters@rhea-environment.org
Dylan Feyaerts, ILVO coördinator Living Lab Agro-ecologie en Biologische Landbouw, dylan.feyaerts@ilvo.vlaanderen.be