Aanpak van coccidiose, bij geitenlammeren en kalveren
Coccidiose is een belangrijke parasitaire infectie bij geitenlammeren en kalveren. Coccidiēn zijn ééncellige parasieten (Eimeria spp.) na opname uit de omgeving dringen de parasieten de darmcellen binnen en vermeerdert zich daar. Hierbij worden de darmcellen beschadigd. Na vermeerdering in het dier verlaten de parasieten het lichaam van het dier onder de vorm van zogenaamde “oöcysten”. Bij acute coccidiose is er sprake van donkere soms bloederige diarree en verminderde eetlust. Een besmetting kan echter ook aanwezig zijn zonder acute symptomen (subklininsche coccidiose) dan vertonen de dieren wel een minder goede groei.
In het project testen we momenteel een aanvullend voeder op basis van diverse oliekoeken aangevuld met 13 kruiden. De kruiden zouden werkzaam zijn tegen wormbesmettingen maar bleken bij een vorige proef bij volwassen geiten effectief tegen besmetting met coccidiën. Een eerste proef werd nu opgezet op een geitenbedrijf waar een groep van 25 geitenlammeren die het kruidenvoeder krijgen vergeleken wordt met een controle groep. Bij het begin van de proef werden de lammeren gewogen en werden er meststalen genomen. Na twee weken werden de lammeren opnieuw gewogen en werden er opnieuw messtalen onderzocht. De lammeren die de kruiden kregen vertoonden hierbij een iets betere groei. Bij het begin van de proef werden in beide groepen zeer weinig oöcysten geteld in de mest. Na twee weken was het aantal oöcysten per gram mest (OPG-waarde) bij beide groepen gestegen maar bij de kruidengroep was de OPG-waarde lager dan bij de controlegroep. De dieren zullen het kruidenvoeder gedurende 12 weken krijgen, gedurende die tijd worden de dieren regelmatig gewogen en worden er messtalen genomen. Dezelfde proef wordt momenteel ook opgestart bij een groep kalveren op een melkveebedrijf.