Bodembewerkingen & machines @ tuinbouwbedrijf Aardevol
18/04/2023
Bert Vandergeynst (bioteler)
Tijdens de Netwerkdag ‘Techniek in bio tuinbouw’, die plaatsvond in Tongeren op 13 september 2022, deed bioteler Bert Vandergeynst ons in de workshop Bodembeheer uit de doeken hoe hij de bodembewerkingen op zijn tuinbouwbedrijf aanpakt. Hiervoor gebruikt hij een reeks machines die in onderstaand filmpje in beeld komen.
Hoe gaat boer bricoleur Bert Vandergeynst te werk?
Een deel van zijn machines bouwde Bert zelf, sommige volgens het ontwerp van L’Atelier Paysan, een Franse coöperatie van kleinschalige bioboeren die rond zelfbouwmechanisatie werkt. Bert is zelf één van de drijvende krachten achter Boer Bricoleur, een gelijkaardig project in Vlaanderen.
Bert heeft op zijn bedrijf in Tongeren een zware leemgrond, die het niet toelaat om in het voorjaar te ploegen en direct daarna te bewerken. Ploegen paste ook niet echt goed in de bedrijfsvisie van Bert, dus ging hij op zoek naar een manier om de bodem niet-kerend te bewerken, wat beter is voor het bodemleven. Hij had ook het idee om met vaste rijpaden en verhoogde bedden te werken. Hiervoor vond hij een tiental jaren terug nog weinig aangepaste mechanisatie. Tot hij L’Atelier Paysan leerde kennen, waar hij naartoe ging om enkele machines te leren bouwen: de Cultibutte, de Butteuse en de Vibroplanche.
Vroeger begon Bert met de bodembewerkingen in het voorjaar, maar de zware bodem droogt en warmt traag op in het voorjaar, waardoor hij pas later kon starten met de teelten. Tegenwoordig doet hij de bewerkingen (met de tand optrekken, bedden vormen) dus zo veel mogelijk vóór de winter, na de teelten en voor het inzaaien van de groenbemester.
Zelfgebouwde machines geïnspireerd door L'Atelier Paysan
De Cultibutte wordt gebruikt voor de basisgrondbewerking, om de grond op te trekken, bij voorkeur vóór de winter. De werking van deze machine kan vergeleken worden met die van een Actisol. Het maakt gebruik van een triltand die verder doorwerkt in de grond.
Dieptewielen regelen de bewerkingsdiepte van de tanden in het teeltbed, terwijl de rijpaden worden afgeschraapt met grote schijven. De grond van het pad wordt mee in het bed gegooid. De verschillende onderdelen werken op onafhankelijke diepte van elkaar.
De machine is verder zo opgebouwd dat die gemakkelijk versteld kan worden. Tanden kunnen via een snelwisselsysteem uitgewisseld worden. Achteraan de machine kan nog een veertandegje bevestigd worden, maar Bert bouwde zelf een ‘Cambridgerol’ om na de bewerking de grond terug te verkruimelen en aan te drukken. Zo blijft de grond luchtig en verliest hij zijn vocht niet. Op deze bedden zaait Bert dan zijn groenbemesters.
De eerste stap ná de winter is oppervlakkig frezen. Daarna wordt alles met de schijven van de Butteuse dooreen gegooid op een verhoogd bed, ook de groenbemester die in de paden staat. Die rug kan dan stilletjes aan beginnen verteren. De bewerking met de tanden is normaliter reeds voor de winter uitgevoerd (met de Cultibutte), dus vervolgens kunnen de gevormde bedden direct zaai- en plantklaar gelegd worden met de Vibroplanche.
De Vibroplanche heeft rechte korte triltanden, die ondiep werken. Een tweede chassis met daarop 2 beitels volgt het rijpad. Hiermee worden de paden bewerkt, onafhankelijk van de diepte van het bed. De grond van het rijpad komt niet terecht in het teeltbed, dankzij de schijven die het bed afgescheiden houden. Daarachter volgt nog een vlakke rol of kooirol. Na deze bewerking ligt het bed klaar voor machinaal planten of zaaien.
Voor het planten met de hand worden de bedden eerst gerold met de zelfgebouwde plantgaten markeerrol. Deze markeert waar de gaten moeten komen om te planten. De rol duwt de grond niet te hard aan, zodat het gat nog verder vrijgemaakt kan worden met de hand. Ook zaairijen kunnen met deze machine gemarkeerd worden. Deze machine bouwt Bert ook af en toe voor collega-telers.
Gelijkaardige bodemsoort, andere werkwijze
Bert steekt ook regelmatig een handje toe op het bedrijf van zijn Waalse collega Julien. Julien heeft dezelfde bodemsoort op zijn bedrijf, maar een heel andere manier van werken. De basisbodembewerking is bij hem ploegen. Daarna worden de bedden bereid met de Cultirateau of overtopfrees van het merk Simon. Bij Julien worden alle teelten geplant, de grove teelten vollegronds en de fijne teelten op afbreekbare plastiek. Druppelslangen worden sinds kort ondergronds geplaatst. Hiervoor ontwikkelde Bert samen met Julien ook twee aangepaste machines.
Achteraan de Cultirateau bouwde Bert een dubbele vlakke walsrol om het bed licht bolvormig aan te drukken. Anderzijds werd de Cultirateau door Bert verder uitgerust met ondergrondse T-tape-leggers en -toedekkers. Over het bolle bed wordt vervolgens de folie getrokken met een zelfgebouwde ‘folielegger’. Deze machine werd speciaal voor de groententeelt ontworpen. De folie wordt rechtstreeks en dubbelgevouwen in de grond geduwd met grote schijven tot 10-12 cm diep. Bij het plaatsen moet wel voorzichtig omgesprongen worden met afbreekbare folie. De machine is gemakkelijk om te bouwen met rollen aangepast aan verschillende teelten.
Meer info?
lieven.delanote@inagro.be