CCBT-Project: Zwavelvoorziening bij biologische rundveehouderij
De laatste jaren komt de zwavelvoorziening van menige en zeker input-extensieve landbouwbedrijven in het gedrang omdat de zwaveldepositie sterk daalde omwille van de milieuinvesteringen met het oog op de beperking van zure regen in de voorbije jaren.
In het kader van een zwavelproject dat we uitvoeren voor biologische veehouders in samenwerking met Inagro in opdracht van CCBT, kwamen we vorig jaar op enkele veebedrijven om een beeld te krijgen van de zwaveltoestand op dierniveau. Dit gebeurde in het voorjaar omdat dit de periode bij uitstek is om zwaveltekorten zichtbaar te krijgen bij het vee.
Slecht van haren kunnen wisselen is een beeld van zwaveltekort bij vleesvee. Dit gaat ook gepaard met verminderde groei en eventueel relatief mindere spieraanzet dan vetaanzet.
Dit zelfde beeld gecombineerd met in het voorjaar een ondermaats eiwitgehalte in de melk bij melkvee terwijl de energie-en eiwitvoorziening via het voer hoog genoeg zijn, geeft ook vermoeden van zwaveltekort op dierniveau. Vaak zien we bedrijven met zwaveltekort een goed melkvetgehalte hebben, voldoende hoog ureumgehalte en ondermaats eiwitgehalte, wat verder daalt na nieuwjaar in de richting van het voorjaar.
In het voorjaar is de nood aan zwavel groot, net omdat dan de winterharen gewisseld moeten worden en haren zijn rijk aan zwavelhoudende aminozuren.
Op dierniveau is het zwaveltekort eventueel op te lossen door 5 g magnesiumsulfaat per 100 kg lichaamsgewicht bij te voederen per dag. Dit is toegelaten in biologische regelgeving. Wij geven dit dan ook als een te overwegen strategie bij vastgestelde tekort-signalen omdat de periode van hoge zwavelbehoefte bij de voorjaarsrui eraan komt.
Verder geeft zwaveltekort vaak ook aanleiding tot ondermaatse prestatie van de plantaardige productie, vandaar dat het te overwegen is om uw percelen te laten onderzoeken op zwavel en desgewenst bij te bemesten met toegelaten zwavelhoudende hulpmeststoffen. Zeker lichtere gronden zijn gevoelig voor zwaveltekorten.
Het is dan goed om de andere elementen ook in beeld te nemen en zo kan er:
- bij enkel zwaveltekort gewerkt worden met elementaire zwavel als bemesting,
- bij gecombineerd zwavel en kalium tekort, wordt kaliumsulfaat ingezet,
- bij gecombineerd zwavel en magnesium tekort, wordt magnesiumsulfaat (kieseriet) ingezet,
- bij gecombineerd zwavel, magnesium en kalium tekort, wordt patentkali ingezet,
- bij gecombineerd zwavel en calcium tekort, wordt natuurlijk gips ingezet,
- Bij gecombineerd zwavel, kalium, magnesium en natrium tekort wordt er kaïniet ingezet.
Overleg met de controle-organisaties op basis van grondanalyses is nodig voor het gebruik van de toegestane hulpmeststoffen.
Op korte termijn met aanvullingen werken via de dierlijke weg geeft snel resultaat, via de plantaardige weg laat het resultaat op dierniveau langer op zich wachten, maar deze weg geeft wel de potentieel de sterkste productiviteitsverhoging op bedrijfsniveau.
We plannen in de loop van 2013 nog enkele proeven in samenwerking met Annelies Beeckman van Inagro over supplementatie op dierlijk en plantaardig niveau. We zullen u ook verder op de hoogte houden van de resultaten van deze proeven.
Bij vragen over de zwaveltoestand op uw bedrijf, kan u terecht bij Wim Govaerts via onderstaande contactgegevens:
Contactpersoon:
Wim Govaerts, Grensstraat 6, 2431 Veerle-Laakdal
TEL: +32 (0)477 77 46 95
E-mail: wim.govaerts@bioconsult.be