Highlights biologisch onderzoek 2016
Het marktaandeel voor biologische groenten groeit verder en biedt kansen voor tuinders die willen omschakelen. Naast afzet is uiteraard een goede teelttechnische vakkennis nodig. Inagro en PCG zijn een belangrijke kennispartner voor de biologische sector en beantwoorden met hun proefprogramma biologische landbouw aan concrete vragen uit de praktijk.
Inagro zet in op biologische groenten in openlucht
De afdeling biologische productie van Inagro focust op groenten in openlucht, akkerbouwgewassen en voederteelten. Belangrijke trefwoorden in het onderzoeksprogramma zijn onkruidbeheersing, rassenonderzoek, ziekte- en plaagbeheersing, bodemvruchtbaarheid, teelttechniek en bedrijfsmanagement. Voor de aansturing en de uitvoering van het onderzoek wordt intensief samengewerkt met biologische telers. Daarnaast heeft Inagro een proefbedrijf van 12 ha in beheer met een biologisch bouwplan van akkerbouw- en groentegewassen.
In dit artikel geven we een overzicht van de proefveldwerking in de groenteteelt.
Een gezonde bodem
Biologische landbouw kiest principieel voor organische bemesting om zowel de plant (stikstof en nutriënten) als de bodem (organische stof) te voeden. Compost en stalmest worden in hun aanvoer beperkt door de mestwetgeving. Het proefprogramma van Inagro zoekt naar creatieve oplossingen door een combinatie van maatregelen. Verschillende proeven worden samen met ILVO of Ugent uitgevoerd. Er wordt verder gewerkt op niet kerende grondbewerking, het inpassen van (mengsels) van vlinderbloemige groenbemesters en een optimaal gebruik van organische korrelmeststoffen in functie van de gewasbehoefte van onder andere prei en knolselder. Via projectwerking worden tegelijk nieuwe accenten gelegd. Via een demonstratieproject worden de waarde van grasklaver en van graan met onderzaai van witte klaver in een rotatie met biologische groenten in beeld gebracht. De gemaaide grasklaver kan worden verkocht aan een biologische veehouder, maar kan ook als meststof op een ander perceel worden uitgereden. Desgevallend spreken we van ‘maaimeststoffen’. Op die manier circuleren nutriënten op het bedrijf zonder dat de Mestbank ze in rekening brengt. In het Europese Soilveg-project onderzoeken we of het mogelijk is om groenbemesters met een ‘rollercrimper’ plat te rollen en met minimale bodembewerking vervolgens te planten.
Voor gezonde planten
Ziekte- en plaagbeheersing stoelt net als IPM op de pijlers preventie, monitoring en bestrijding maar kent een verschillend gewicht aan deze peilers toe. In prei wordt via rassenonderzoek gezocht naar de rassen met de minste gevoeligheid voor ziekten als roest en papiervlekkenziekte. In knolselder onderzoeken we of we via een aangepaste plantdatum en via afdekking de impact van de eerste vlucht wortelvlieg kunnen beperken. In geval twee koolteelten elkaar in het seizoen opvolgen, stelt zich de vraag of een aantasting in de eerste vrucht risico verhogend werkt voor de tweede vrucht en hoe afdekken met insectengaas zich hierin verhoudt. Aanvullend op de waarnemingen en waarschuwingsberichten voor onder andere prei en kolen van de gangbare praktijkcentra, sturen we gerichte aanbevelingen voor de toepassing van deze biologische middelen naar de biologische telers die zich hiervoor aanmelden. In deze context zal dit jaar opnieuw extra aandacht besteed worden aan de preimineervlieg. Voor ritnaalden wordt via een IWT-project ism ILVO, de proeftuin voor Witloof in Herent en de Hooibeekhoeve verder gewerkt aan de nodige basiskennis over dit probleeminsect. Inagro maakt ook deel uit van de werkgroep ‘biologische gewasbescherming’ en onderzoekt mee de gebruikswaarde van nieuwe biologische gewasbeschermingsmiddelen. Proeven zijn geplant tegen onder andere witziekte in courgette, bladluis in spruitkool, aardvlo in bladgewassen en bonenvlieg.
Zonder onkruid
Ook onkruidbeheersing blijft een aandachtspunt. Op het proefbedrijf biologische landbouw stelt deze uitdaging zich vanzelf. In overleg met collega-bioboeren wordt een brede kennis en ervaring van de mogelijkheden opgebouwd. In 2015 bleek de nieuwe Treffler-wiedeg een grote stap vooruit. De eg werkt zachter en selectiever dan een klassieke wiedeg en kan daardoor eerder worden ingezet. In 2016 tasten we verder de grenzen af in de verschillende teelten op het proefbedrijf. In spinazie geldt er een nultolerantie inzake onkruid om een efficiënte oogst toe te laten en een kwalitatief eindproduct te bekomen. In 2016 worden opnieuw verschillende strategieën (onder andere vals zaaibed, thermische onkruidbestrijding en verschillende schoffeltechnieken) vergeleken en gecombineerd. Om onkruidproblemen te voorkomen komt ook de teelt op bioafbreekbare folie in beeld. Dit biedt een oplossing voor het onkruid in de rij, maar stelt nieuwe uitdagingen in het plantgat en in de paden.
PCG focust op serre- en koepelteelten en blijft inzetten op diversificatie
Bio beschutte teelten
Voor de afdeling bio beschutte teelt op het PCG blijven rassen- en onderstammenproeven heel belangrijk, dit op vraag van de sector. Gewassen waar in 2016 onder andere op gefocust zal worden zijn tomaten (rassen en nieuwste onderstammen) en paksoi (rassen). Bij de rassen wordt er uiteraard niet alleen gekeken naar productiviteit en kwaliteit, ziekteresistentie en robuustheid zijn eveneens heel belangrijke parameters. Dé hoofdreden voor het rassenonderzoek trostomaat is bijvoorbeeld het nagaan van Cladosporiumresistentie.
Justine Dewitte (PCG) en Lieven Delanote (Inagro)