Inventarisatie van kengetallen biologisch melk- en vleesvee
Dit project vloeide voort uit de werking van de biobedrijfsnetwerken melkvee (en melkgeiten) en uit contacten met biologische vleesveehouders. Kerntaak van de biobedrijfsnetwerken is een platform bieden van uitwisseling van kennis en ervaring tussen veehouders onderling en veehouders en omkadering anderzijds. Dat laatste omhelst ondermeer het aansturen van het onderzoek vanuit het netwerk en de terugkoppeling van de resultaten.
Wanneer gevraagd wordt naar mogelijke onderwerpen voor praktijkonderzoek komen een aantal onderwerpen regelmatig terug en in de meeste gevallen zijn dit onderwerpen waarin een biologische bedrijfsvoering verschilt van een gangbare. Zo is er een zoektocht naar een andere vorm van gezondheidszorg, waarbij preventie voorop staat en een wil om het antibioticagebruik te reduceren. Dit vertaalt zich ook in een andere aanpak van de jongveeopfok ,bijvoorbeeld door interesse in familiekudde systemen. Verder vereist dit wellicht ook een type koe dat past bij een biologische bedrijfsvoering waarbij zeker ook de voederstrategie een rol speelt met andere teelten en de inschakeling van natuurgrasland.
Om de discussie rond deze onderwerpen in de bedrijfsnetwerken ook met cijfers te kunnen stofferen, maar ook om gefundeerde onderzoeksvragen te kunnen formuleren was er nood aan een reeks kengetallen om deze thema’s in biologische bedrijfsvoering in beeld te brengen.
De thema’s werden aan een literatuurstudie onderworpen met als doelstelling de technische, bedrijfseconomische en gezondheidskengetallen te inventariseren die relevant kunnen zijn in de biologische veehouderij. In overleg met de sector selecteren we hieruit de kengetallen op basis van de prioriteiten gelegd door de veehouders en kijken op een van de bedrijven of ze in één of andere vorm beschikbaar zijn of hoe ze het best kunnen worden verzameld.
Vleesvee
Specifiek voor de biologische vleesveehouderij is de rendabiliteit een belangrijke zorg. Vanuit natuurpunt en/of overheid komen er steeds meer vragen naar veehouders voor het uitbaten van beheersgrasland. Door deze vorm van extensieve productie kunnen kosten laag worden gehouden, op voorwaarde dat ook hoogwaardige slachtdieren kunnen worden geproduceerd.
De meeste biologische vleesveebedrijven werken met Franse vleesrassen omwille van de natuurlijke geboorten en goede prestaties op ruwvoederrijke rantsoenen. Om deze prestaties tussen de bedrijven te kunnen vergelijken maar ook te kunnen vergelijken met bestaande studies rond technische prestaties van Franse vleesrassen in Vlaanderen is er nood aan een uniforme manier van gegevensverzameling. De uitdaging hierbij was om zoveel mogelijk de bestaande gegevens op een efficiënte manier te verzamelen. Zo kunnen een aantal gegevens op via het Veeportaal van Sanitel worden verzameld en slachtgegevens via de slachthuizen worden opgevraagd. Aanvullende gegevens zullen verzameld worden via een aangepaste elektronische versie van de bedrijfsbegeleidingskaart die in een aantal studies van de Vlaamse overheid wordt gebruikt.
Vleesvee is op veel van de bedrijven een neventak en veelal wordt het vlees ook via rechtstreekse verkoop aan de man gebracht. Op basis van bedrijfseconomische kengetallen werd daarom een kostprijsmodel opgesteld. Dit maakt het mogelijk een verantwoorde prijszetting te bekomen maar ook de invloed van de technische prestaties te evalueren.
Melkvee
Bij de melkveebedrijven en bij uitbreiding de melkgeitenbedrijven is het de uitdaging na te gaan of bestaande kengetallen de biologische benadering voldoende kunnen naar voor brengen.
Rond gezondheidszorg speelt vooral de aandacht voor een preventieve aanpak via de weerstand van de dieren een rol. Rasverschillen kunnen hier een rol spelen. Biologische veehouders zijn vragende partij om het gebruik van antibiotica zoveel mogelijk terug te dringen. De kengetallen kunnen het antibioticagebruik in kaart brengen. Dit dient als basis om een streefdoel naar de toekomst te stellen en brengt wellicht enkele interessante strategieën naar voor als aanleiding naar meer diepgaander onderzoek naar strategieën voor antibioticareductie. Opvolging van antibioticagebruik kan doormiddel van de berekening van de dagdosering op basis van dierenartsfacturen, wat ondermeer in het biologisch melkgeitennetwerk in Nederland werd toegepast.
Bij de opvolging van gezondheid op de bedrijven moet daarbij ook zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van bestaande mogelijkheden. Uit melkcontrolegegevens kunnen veel gezondheidsparameters worden gedestilleerd. Maar er zijn ook meer en meer mogelijkheden om gezondheidsgegevens via de tankmelkanalyse te bekomen. Een goed voorbeeld daarvan is de screening naar besmetting door maagdarmwormen en leverbot via antistoffen in de tankmelk.
Op het vlak van voeding zijn ruwvoedermelkproductie maar ook voederefficiëntie belangrijke kengetallen. De verschillende berekeningswijzen werden toegepast op één van de melkveebedrijven. De moeilijkheid ligt daarbij in de goede interpretatie op een biologisch bedrijf. De bedrijfsvoering op biologische bedrijven verschilt op veel punten met de gangbare: een ander teeltplan, de beperkte beschikbaarheid van biologische bijvoeders en het inschakelen van beheersgrasland. De verschuiving bij veel biologische melkveebedrijven naar dubbeldoelrassen of toch minder melktypische dieren zorgt dat er op die bedrijven ook meer inkomsten komen uit vleesafzet. De voederefficiëntie op biologische bedrijven is daarom niet eenvoudig te vergelijken met gangbare bedrijven en moet ook in relatie gezet worden met gezondheid, langleefbaarheid, nevenopbrengsten uit vlees... Een goede interpretatie van de bio-voederefficientie vereist daarom een goed beeld van het volledige bedrijf.
De relatie tussen kengetallen en fokkerij op biobedrijven ligt in het definiëren van een fokdoel in functie van het type bedrijf. De productieaanleg van de koeien moet passen bij het rantsoen dat beschikbaar is. Algemeen geldt voor biologische bedrijven : koeien die op basis van ruwvoer en weinig krachtvoer efficiënt melk produceren zonder daarbij gezondheids- en vruchtbaarheidsproblemen te krijgen. Voor elk bedrijf moeten daarvoor streefwaarden gesteld worden voor de verschillende fokdoel aspecten productie, exterieur en functionaliteit(gezondheid, karakter,…).
Doelstellingen formuleren en opvolgen
Met de studie die voor dit project werd uitgevoerd werd gepoogd om de prioritaire onderwerpen die de veehouders aangegeven hebben dieper te onderzoek vanuit een biologisch invalshoek. Bij de vleesveehouders zijn we hierbij op basis van de verstrekte gegevens tot een conclusie gekomen over de wijze waarop productie- en vruchtbaarheidsgegevens kunnen worden verzameld en hoe we de impact daarvan op de productiekost kunnen opvolgen.
Voor de melkveehouders volgt nog een een bespreking op het biobedrijfsnetwerk waar de samengebrachte informatie zal worden samengevat. Op basis van die samenkomst zal een selectie worden gemaakt van de gegevens die in de toekomst zouden moeten worden verzameld en de wijze waarop bepaalde kengetallen worden berekend.
Ondertussen werd een ADLO project ‘bio in beeld: ontwikkelen van kengetallen via systeemgericht onderzoek en participatief traject’ goedgekeurd. Via dit project zal het mogelijk zijn de geselecteerde kengetallen op meerdere bedrijven te verzamelen. Hierdoor moet het mogelijk worden om :
elke problematiek eerst duidelijk in kaart te brengen en op basis daarvan doelstellingen te formuleren over waar de sector naar toe wil;
op basis van die doelstellingen kennisvragen te identificeren die het behalen van de doelstelling kan ondersteunen;
op termijn uit de evolutie van de kengetallen het bereiken van de doelstellingen op te volgen.
CCBT-project : “Inventarisatie van kengetallen biologisch melkvee en vleesvee”
Meer info?
Luk Sobry (Wim Govaerts & co cvba)
luk.sobry@bioconsult.be
Geef uw mening over dit project! (klik hier)