Kiezen voor grote bolmaat loont bij teelt van verse look
In deze rassenproef van PSKW werden drie rassen verse look vergeleken in een vroege herfstplanting onder tunnel. Auxlito (gangbaar plantgoed) had bij planten de grootste bol-/teenmaat gevolgd door Thermidrome (biologisch plantgoed), wat zich heel duidelijk weerspiegelt in de opbrengst. De bolmaat van Thula was kleiner, hoewel niet bijzonder klein, en dit ras haalde met een duidelijk verschil de laagste opbrengst. Naast de geteste rassen zijn er nog zeker zes andere biologische rassen verkrijgbaar in de buurlanden met bolmaten van 35+ tot 60+.
Relatief makkelijke teelt
Verse look is een relatief makkelijke teelt om biologisch te telen met relatief weinig arbeid (vooral het schoonmaken vraagt iets meer werk) en een goede prijszetting. Roest is de belangrijkste ziekte, maar zal in normale omstandigheden de productkwaliteit niet beïnvloeden. Dit jaar werd in een andere proef in serre voor de eerste keer een grote aantasting door preimineervlieg waargenomen. In andere proeven in open lucht en tunnel werd er geen schade vastgesteld.
Teelt in tunnel voor oogstvervroeging
Look wordt vaak buiten geteeld, maar werd hier onder plastiek tunnel geplant voor een vervroeging van de oogst. De vroege planting op 27 september (Thermidrome, Thula) en 11 oktober (Auxlito) resulteerde in een oogst die bij de vroegste rassen mogelijk was vanaf eind april/begin mei, wat nog een goede periode is voor een teelt hierna. Door later te planten (bv. half november) verklein je de onkruidontwikkeling. De oogst valt dan iets later, namelijk begin juni. De tenen werden geplant op 30 x 14 cm.
Snelheid opkomst en opbrengst vooral bepaald door bolmaat
Tabel: Kenmerken uitgangsmateriaal
Tabel: Belangrijkste opbrengstgegevens
Rassen met een * zijn opgekweekt uit biologisch plantmateriaal.
Auxlito (Biesheuvel) heeft een erg grote en in deze proef ook grootste bol- en teenmaat. Dit zorgt voor een goede en erg snelle opkomst en snelle jeugdgroei. Auxlito is vroegst oogstbaar en haalt in gewicht ruim de hoogste opbrengst (1,8 kg/m²). Dit ras werd in deze proef duidelijk te laat geoogst en kon gerust 3 weken vroeger geoogst worden (begin mei). Door laat te oogsten waren veel bollen gesplitst waardoor individuele tenen zichtbaar waren. De look is vrij afgeplat.
Thermidrome * (Bingenheimer) heeft een grote en hier tweede grootste bolmaat met uitgangsmateriaal van zeer goede kwaliteit. De opkomst is eerder traag, maar uiteindelijk zeer volledig en jeugdgroei is gemiddeld. Thermidrome lijkt in de resultaten gevoeliger aan roest, maar het gewas was ook rijper op moment van beoordeling, de roest is niet problematisch voor de productkwaliteit. Thermidrome leverde het hoogste aantal stuks per vierkante meter op, met een opbrengst van 1,2 kg/m². Thermidrome werd eerder aan de late kant geoogst, maar behaalde nog een erg goede kwaliteit met weinig schot voor of na de oogst. De bollen hebben een neiging voor lichte paarsverkleuring.
Thula * (Bingenheimer) heeft de kleinste bolmaat in deze proef. Dit weerspiegelde zich in een erg late opkomst, die zich pas na de winter volmaakt tot 85%, en trage jeugdgroei. De achterstand blijft tot aan de oogst, waardoor maar kleine bollen werden geoogst aan een productie van 0,4 kg/m². De kleine bollen ogen wel erg mooi door hun ronde vorm en schonen makkelijker. Het ras werd eerder vroeg geoogst, maar zou vermoedelijk niet veel dikker geworden zijn. Door nog erg groen te oogsten, kwam er wel meer schot/stek in na het schonen.
Het volledige proefverslag is terug te vinden op de website van het Proefstation.
Meer info?
sander.fleerakkers@proefstation.be