Lokale peulvruchten verdienen duwtje in de rug
Alle voordelen voor onze gezondheid, het klimaat en het milieu ten spijt, eet de Vlaming te weinig peulvruchten. Dat komt omdat hij ze onvoldoende kent en niet weet wat hij ermee kan bereiden. Ook de lokale teelt van peulvruchten trekt zich traag op gang en voedselproducenten schakelen vooralsnog niet massaal over van het geïmporteerde naar het lokale product.
Uit interviews in het PEUL-CHAIN project van ILVO en Vlaams Instituut Gezond Leven blijkt dat de consument vooral snel, makkelijk en lekker wil eten. De teler wil zekerheid over afzet en goede prijzen. De afnemer wil grote volumes aan constante kwaliteit tegen concurrentiële prijzen.
Hilde Muylle, ILVO: “Deze drijfveren botsen soms. Om de lokale teelt en consumptie van peulvruchten te doen doorbreken, moeten ze beter op elkaar worden afgestemd. Werken aan lokale ketens blijft noodzakelijk.”
Peulvruchten (droog geoogste, eiwitrijke zaden van o.a. kikkererwt, soja, linzen, rode bonen, ...) zijn gezonde plantaardige eiwitbronnen en zeker als ze lokaal geteeld worden hebben ze een lage milieu-impact. Het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw adviseert daarom om er meer van te eten. Maar uit consumentenonderzoek door VLAM in 2022 blijkt dat slechts de helft (56%) van de Vlaamse gezinnen peulvruchten koopt en in dat geval slechts 4,2 keer per jaar, goed voor nog géén kg gekochte peulvruchten per capita per jaar. Het bevestigt eerdere cijfers uit de Voedselconsumptiepeiling van 2014, waaruit bleek dat slechts 20% van de Belgen ze wekelijks eet en zelfs 1 op 5 ze nooit eet.
Voornaamste drempel voor consument is onwetendheid
Slechts 11% van de Vlamingen denkt spontaan aan peulvruchten bij de maaltijdkeuze (VLAM, 2022). Ook de voordelen op vlak van gezondheid en duurzame productie zijn (te) weinig gekend. De respondenten schatten ze bijvoorbeeld minder gezond en duurzaam in dan verse groenten.
“Onbekend maakt onbemind en de Vlaming kent zijn peulvruchten niet. Ze weten niet wat ze ermee moeten maken in de keuken en grijpen terug naar de gekende, vaak ongezondere gerechten. Claims als gezond, lokaal en milieuvriendelijk zijn onvoldoende om deze drempel te overwinnen. Er is vooral nood aan kookinspiratie om snelle, goedkope en lekkere gerechten te bereiden met peulvruchten. Dat bleken uit ons onderzoek de doorslaggevend hefbomen voor de consument.”
Jolien Jonckheere – Vlaams Instituut Gezond Leven
Risico: onevenwichtige maaltijden
Consumenten die wél aan de slag gaan met peulvruchten bereiden maaltijden die niet altijd voldoen aan de principes van een gezonde maaltijd. Er is een belangrijk verschil in voedingswaarde tussen de droog geoogste zaden van peulen (bv. linzen, kikkererwten, rode bonen) en de groen geoogste peulen zelf (bv prinsessenboontjes, doperwten). De eerste zijn veel eiwitrijker en daardoor geschikt in gerechten zonder vlees of vis. De laatste zijn door hun lage eiwitgehalte dan weer niet geschikt als vleesvervanger, maar wel als groente. 56% van de Vlamingen (VLAM, 2022) eet eiwitrijke peulvruchten ook als groenten en voegt ze dus aan vlees- of visgerechten toe. Op die manier wordt de vleesportie niet verminderd door meer peulvruchten te eten.
Teler wil zekerheid over afzet
De interesse bij landbouwers om peulvruchten te telen groeit, maar toch breken de teelten vooralsnog niet door in Vlaanderen. Het areaal soja blijft steken op minder dan 50 hectare, het areaal droge erwten op 40 ha, bruine en rode droogbonen op 150 ha. Ter vergelijking: het areaal aardappelen in Vlaanderen bedraagt ruim 50.000 ha. Uit interviews met telers in PEUL-CHAIN blijkt dat het ontbreken van een lokale, georganiseerde keten en afzet in Vlaanderen het voornaamste knelpunt is. Telers steken zelf (te) veel tijd in het zoeken naar partijen die de peulvruchten afnemen, opschonen, stockeren, verwerken en verkopen. Er is ook weinig teeltervaring en door de kleine volumes zijn de kosten per geproduceerde eenheid nog groot.
“Landbouwers zijn op zoek naar nieuwe, rendabele teelten die passen in een ruimere teeltrotatie en beantwoorden aan de vraag naar milieu- en klimaatvriendelijker voedsel. Peulvruchten hebben dat potentieel, maar landbouwers hebben vandaag onvoldoende zekerheid dat ze hun peulen ook verkocht krijgen aan goede prijzen.”
Joke Pannecoucque – ILVO
Verwerker wil grote volumes tegen concurrentiële prijzen
Voedselproducenten en supermarkten zijn op zoek naar meer lokaal geteelde grondstoffen die passen in hun processen en winstmarges. Ze vinden het behalen van een positieve Nutri-Score belangrijk en ook dat speelt in het voordeel van peulvruchten. Dat ze nog niet massaal overschakelden op peulvruchten van eigen bodem, komt volgens de interviews afgenomen tijdens PEUL-CHAIN door de kleine volumes die verspreid over Vlaanderen voorkomen, tegen hogere prijzen dan geïmporteerde peulvruchten, met wisselende kwaliteit en vooralsnog wisselende opbrengsten. Er is ook nood aan een partner die de kleine volumes lokale peulvruchten kan voorbehandelen: ‘dehullen’, weken, drogen.
“Verwerkers die landbouwers afzet kunnen bieden, hebben grote volumes nodig die liefst constant worden aangevoerd, met consistente kwaliteit, aan prijzen die concurrentieel zijn op de wereldmarkt. Vandaag zijn die voorwaarden er niet. Ook voor kleine volumes is de keten niet ingericht.”
Geert Van Royen – ILVO
Het eenjarige project PEUL-CHAIN werd gefinancierd door het Departement Landbouw en Visserij in het kader van het relanceplan ‘Vlaamse veerkracht 2021’. Het Agentschap Zorg en Gezondheid en ILVO co-financierden.
Meer info?
projectpagina PEUL-CHAIN
Greet Riebbels, ILVO communicatie: greet.riebbels@ilvo.vlaanderen.be
Hilde Muylle, expert nieuwe teelten ILVO: hilde.muylle@ilvo.vlaanderen.be
Jolien Jonckheere, Vlaams Instituut Gezond Leven vzw: jolien.jonckheere@gezondleven.be