Mogelijkheden van Esparcette, een vergeten vlinderbloemige
Foto 1: Maaien van esparcette (bron : Healthy Hay Project www.sainfoin.eu)
Biologische veehouders zijn al langer bekend met de kracht van klaver: hoe die vlinderbloemige door een unieke samenwerking tussen bacteriën en plant ons in staat stelt om voldoende stikstof in de bedrijfskringlopen te krijgen door het ‘vangen’ van stikstof uit de lucht. Een goede illustratie van de kracht van bio : zoveel mogelijk gebruik maken van de kracht van de natuur.
Die kracht vinden we ook in bioactieve stoffen in kruiden met een medicinale werking. Gecondenseerde tannines zijn een voorbeeld van dergelijke bioactieve stoffen en vinden we terug bij veel vlinderbloemigen. Deze tannines optimaliseren de eiwitvoorziening, hebben een preventieve werking bij wormbesmettingen en kunnen de methaanuitstoot terugdringen.
De vlinderbloemige esparcette, een vergeten teelt, bevat veel van dat soort tannines. De Franse benaming voor esparcette is sainfoin, of letterlijk ‘gezond hooi’. Dit geeft al aan dat veehouders vroeger al op de hoogte waren van de gezonde eigenschappen van deze plant. Reden waarom in een grootschalig Europees project verschillende onderzoeksgroepen deze teelt met hernieuwde aandacht bekijken. Ook in Vlaanderen willen we uitzoeken wat de mogelijkheden zijn van deze teelt.
Esparcette in de eiwitvoorziening
Het ruweiwitgehalte van esparcette is niet speciaal hoger dan bij andere vlinderbloemigen zoals klaver. De aanwezigheid van gecondenseerde tannines zorgt er echter wel voor dat het opgenomen eiwit bestendiger wordt. Dit is interessant want in grasklaverrijke rantsoenen is er regelmatig een overmaat aan onbestendig eiwit, dat wordt omgezet in ureum en zo verloren gaat via de urine. De tannines hebben de eigenschap dat ze eiwit binden en hierdoor beschermen tegen afbraak in de pens. Dit eiwit wordt weer vrijgegeven in de zure pH van de lebmaag. Hierdoor neemt het aandeel darmverteerbaar eiwit en de totale eiwitvoorziening toe.
Uit onderzoek bleek ook dat de methaanuitstoot bij het voederen van esparcette daalt. Een daling van de uitstoot van dit broeikasgas is niet alleen interessant in verband met de klimaatopwarming maar kan ook aangeven dat de vertering efficiënter verloopt.
Esparcette in parasietenbestrijding
Maagdarmwormen hebben een belangrijke impact op de gezondheid, het welzijn en de productie van herkauwers. Planten rijk aan gecondenseerde tannines kunnen een rol spelen als alternatief voor chemische middelen waarvoor steeds meer resistentie optreedt. Onderzoek geeft aan dat de tannines in esparcette een effect hebben op verschillende stadia in de levenscyclus van de belangrijkste maagdarmwormen bij herkauwers. De opname van esparcette vertraagt hierdoor de dynamiek van de wormbesmettingen, wat interessant is om de dieren immuniteit te laten opbouwen zonder een massale besmetting.
Ook bij de bestrijding van coccidiose zijn er interessante resultaten. In een Griekse studie kon de uitscheiding van de besmettelijke coccidiën in de mest bij schapenlammeren tot de helft worden teruggebracht bij het voederen van esparcette hooi in vergelijking met luzerne in de controlegroep.
Het onderzoek geeft echter ook aan dat er nog veel variatie op de resultaten zit. Dit zou vooral te maken hebben met de concentratie en variatie in de structuur van de tannines, wat ondermeer te maken heeft met de gebruikte esparcette variëteit.
Foto 2: Esparcette in bloei in combinatie met gras (bron: Healthy Hay project)
Esparcette telen
Gezien de vele positieve eigenschappen van esparcette is het interessant na te gaan of dit gewas ook op rendabele wijze in Vlaanderen kan geteeld worden. Esparcette is een plant waarvan de bloeiwijze doet denken aan lupines. Ze wordt puur of in combinatie met gras geteeld en net als grasklaver wordt ze drie tot vier keer per jaar gemaaid gedurende twee tot drie opeenvolgende jaren. Uit een verkennende literatuurstudie blijkt dat esparcette gemiddeld 11 ton DS/ha per jaar oplevert verspreid over drie snedes. Het is een plant die met succes in Engeland geteeld wordt en mogelijk ook hier in Vlaanderen kansen biedt.
(1) CCBT-project ‘Naar een betere eiwitvoorziening bij biologisch vee’
Dit project wordt uitgevoerd door Inagro in samenwerking met Wim Govaerts & Co. De doelstelling van het project is de eiwitvoorziening voor biologisch melk- en vleesvee te optimaliseren met speciale aandacht voor de beschikbaarheid van bestendig eiwit in het rantsoen. Hiertoe zal op drie aspecten worden ingezet:
- Eiwitvoorziening optimaliseren via ruwvoeders :
- Mogelijkheden nagaan om via inkuilen of drogen van grasklaver de eiwitkwaliteit van ruwvoeder te verhogen.
- Nagaan wat de mogelijkheden zijn met tanninerijke vlinderbloemigen in grasklaver.
- Eiwitvoorziening optimaliseren via teelt van eiwitgewassen: telers vertrouwd maken met mengteelten (graan-eiwitgewas) en andere eiwitgewassen zoals soja en lupines.
- Eiwitvoorziening optimaliseren via aangekocht krachtvoeder: mogelijkheden nagaan hoe, via een aangepaste (hitte)behandeling van aangekochte schilfers of door toevoegen van plantenextracten (tannines, essentiële olien,…) aan de krachtvoedergrondstoffen, de bestendigheid van het eiwit kan verbeterd worden.
Meer info?
Annelies Beeckman (Inagro Afdeling Biologische Productie) of Luk Sobry (Wim Govaerts & co cvba)
Mail: Annelies.beeckman@inagro.be of Luk.sobry@bioconsult.be
Tel: 051 27 32 51 (Annelies)