Monitoring: de sleutel tot succes in de biologische plaagbeheersing
Momenteel loopt er een ADLO-demonstratieproject ‘Aanleren van monitoringstechnieken: de sleutel tot succes van biologische gewasbescherming in aardbei’. Het doel van dit project is om een correcte monitoring van de voorname aardbeiplagen te demonstreren en aan te leren aan telers. Op basis van deze monitoring kunnen dan de juiste curatieve ingrepen doorgevoerd worden om de plaagdruk onder controle te houden.
Vorig jaar werden in het kader van dit project bij een teler en op Proefcentrum Pamel de teelt van doordragende aardbeien opgevolgd naar trips, spintmijt, Drosophila suzukii en bladluis. Deze monitoring bezorgde ons verrassende inzichten. Zo bleken het afgelopen jaar bladluizen bij doordragers zowel onder tunnel als in openlucht geen probleem te vormen. Ook trips en kasspintmijt bleken in beide teelten behoorlijk onder controle, soms wel met een verschillende strategie. Drosophila suzukii bleek onder tunnel geen schade te veroorzaken terwijl in openlucht er een ernstige aantasting optrad. In het teeltseizoen 2017 wordt dit project voortgezet.
Figuur 1: Monitoring D. suzukii op proefcentrum Pamel in een plastiek tunnel t.o.v. monitoring op een biologische proefbedrijf in openlucht
Figuur 2: op bovenstaande figuur is duidelijk op te merken dat er van nature in het perceel voldoende nuttigen aanwezig waren om de populatie van bladluis onder controle te houden.
Figuur 3: drie weken na de aanwezigheid van spint is de natuurlijke roofmijtpopulatie in die mate aanwezig dat de spintpopulatie onder controle blijft.
Een goede plaagbeheersing begint bij een correcte monitoring
In de aardbeiteelt is er meer dan ooit nood aan monitoring van plagen en bestrijders. De teelt van junidragende aardbeirassen is t.o.v. van doordragers korter maar het is als biologische teelt wel belangrijker dan de doordragers.
Yves Hendrickx