Nieuwe CCBT-projecten rond groenbemesters en ijzervoorziening voor biggen
Dit jaar start Inagro met twee nieuwe CCBT projecten. Eentje binnen de plantaardige productie: “Grenzen verleggen met/van groenbemesters” en één binnen dierlijke productie: “Alternatieve ijzervoorzieningen voor biologische biggen”. In dit kort berichtje stellen we beide projecten en onze doelstellingen voor.
Grenzen verleggen met/van groenbemesters
Groenbemesters zijn al vaak onderwerp geweest van onderzoek. In Vlaanderen lag de focus, onder invloed van het mestbeleid, heel sterk op het beperken van het nitraatresidu in het najaar en bleven andere agro-ecosysteemdiensten onderbelicht. Maar ook de keuzes van groenbemestertype, zijn ontwikkeling en de timing en wijze van vernietigen heeft grote invloed op onder meer de stikstoflevering voor het volgende seizoen. Vooralsnog ontbreek het aan praktische handvaten voor telers.
Vlinderbloemige soortenkennis
In dit nieuwe project willen we de kennis inzake de brede diversiteit aan vlinderbloemige groenbemesters, de functionele toepassingsmogelijkheden inclusief de kostprijs en de beperkingen ervan (o.a. in functie van de rotatie) verzamelen en verspreiden. Vlinderbloemige groenbemesters zijn in de biologische landbouw belangrijk. Vooral rode, witte, inkarnaat en Alexandrijnse klaver en wikke zijn bekend. Binnen deze soorten is er echter nog een brede diversiteit aan subsoorten en rassen die afhankelijk van de beoogde toepassing (vb. onderzaai of intercropping) belangrijk kunnen zijn. Daarnaast merken we dat vooral in complexere mengsels nog meer soorten vlinderbloemige groenbemesters in beeld komen. Er is nood aan meer kennis inzake deze brede diversiteit aan vlinderbloemige groenbemesters, de functionele toepassingsmogelijkheden (inclusief kostprijs) en de beperkingen (o.a. rotatie).
Later inzaaien van bladrijke groenbemesters
Typisch in de groenteteelt (zowel korte als lange keten) is dat veel percelen pas in september vrij komen om met groenbemesters te kunnen worden ingezaaid. Bij uitbreiding geldt dit ook voor veehouders/akkerbouwers die maïs verbouwen. Anderzijds is er nood aan groenbemesters die makkelijk te vernietigen zijn in het voorjaar (vorst of mechanisch). Brassica’s zijn in principe uitgesloten gezien de verwantschap met kolen. Hier schuilt een spanningsveld gezien de aanbevolen zaaiperiode voor de klassieke bladrijke groenbemesters loopt tot 20 à 25 augustus en grasachtige groenbemesters (vnl. granen en gras) zich in het (vroege) voorjaar moeilijk laten vernietigen. Mits aangepaste zaaidichtheden, strategisch samengestelde mengsels en rekening houdend met een opwarmend klimaat (in het bijzonder warmere najaarstemperaturen en zachtere winter) kan de aanbevolen zaaiperiode wellicht naar achter bijgesteld worden. Eerder dan maximale biomassa (en N-opname), komt desgevallend onder andere een intensieve beworteling (bodemvruchtbaarheid) en onkruid onderdrukkend vermogen als belangrijke agro-ecosysteemdienst naar voor.
Alternatieve ijzervoorzieningen voor biologische biggen
Biggen worden standaard anemisch geboren, wat wil zeggen dat ze afhankelijk zijn van voedingsbronnen om hun ijzervoorraden en hemoglobinewaarden op peil te houden. Tijdens de periode voor spenen neemt een big geen/weinig vaste voeding op en is het volledig afhankelijk van moedermelk. Zeugenmelk bevat echter zeer weinig ijzer en het toedienen van een extra ijzerinjectie op een leeftijd van 3 tot 5 dagen is daardoor al gedurende jaren een routine binnen de kraamstalbehandelingen. Binnen de biologische varkenshouderij wordt ijzerinjectie eveneens quasi standaard toegepast. Er wordt betwist of deze handeling wel biologisch aanvaardbaar is. Certificeringsorganisaties vragen zich luidop af of er geen alternatieven voor handen zijn.
Indien certificeringsorganisaties het verschaffen van een ijzerinjectie in de toekomst aanzien als een medische behandeling, wat in landen als Frankrijk al het geval is, is dat voor biologische varkenshouders problematisch. Zij mogen namelijk slechts één medische behandeling per dier per jaar toedienen. De vraag om op zoek te gaan naar alternatieve ijzerbronnen ontstond daarom rechtstreeks vanuit de sectororganisaties. Met de uitkomst van dit project hopen we biologische varkenshouders handvaten te kunnen aanreiken voor een alternatieve strategie waarbij ze hun biggen, zonder ijzerinjectie, toch kunnen voorzien in hun ijzerbehoeften op een natuurlijke en biologische manier. We willen hen ondersteunen in deze zoektocht, en tevens een onderbouwd antwoord bieden aan controle organisaties op de vraag of er al dan niet alternatieven bestaan. Binnen dit project gaan we daarom op zoek naar hoe we op een niet-invasieve, biologische manier onze biggen kunnen voorzien in hun ijzerbehoefte.
Het project gaat van start met een beknopte literatuurstudie waarin op zoek gegaan wordt naar ijzerrijke materialen die tevens lokaal, goedkoop en voorradig zijn voor biologische varkenshouders. Daarnaast moeten deze materialen ook voldoen aan de normen van de bio-wetgeving, voldoende opgenomen worden door de biggen en voedselveilig zijn. Deze meest beloftevolle materialen zullen daarom in de praktijk getest worden op de proefaccommodatie van ILVO, in de kraamstal van de Varkenscampus. De ijzerstatus en daarmee gepaard gaande bloedwaarden van de biggen worden in kaart gebracht. Daarnaast wordt de algemene gezondheidsstatus van de biggen opgevolgd. Ook de productieresultaten zullen hierbij in kaart gebracht worden. Dit gebeurt d.m.v. gewichtsopvolging en berekening van de dagelijkse groei. Er worden 4 behandelingsgroepen voorzien, waarbij er 2 biologische alternatieven worden vergeleken met 2 referenties. Namelijk de ijzerinjectie evenals een orale referentie.
Meer info?
Project groenbemesters:
Jasper Vanbesien, jasper.vanbesien@inagro.be, 051 14 03 06
Project ijzer voor bio biggen:
Karolien Hertogs, karolien.hertogs@inagro.be, 051 27 32 51