Oogstresultaten zaadvaste preirassen 2012
In 2012 legde Inagro voor het eerst een rassenproef prei aan op meerdere locaties. Op vier bedrijven werd telkens één herhaling van 10 verschillende rassen uitgeplant: op Akelei (Schriek, Antwerpen), De Kollebloem (Sint-Lievens-Esse, Oost-Vlaanderen), Den Hogen Akker (Oedelem, West-Vlaanderen) en Inagro (Beitem, West-Vlaanderen). Op zich een waardevolle proefopzet, zo blijkt ook uit de positieve reacties vanuit de telersgroep die mee aan de kar heeft getrokken om deze proef te verwezenlijken.
De verschillen tussen de bedrijven qua bodem, plantafstand en weersomstandigheden hebben evenwel hun weerslag op de variabiliteit in de proefresultaten, wat de analyse veel complexer maakt dan bij een standaard blokkenproef op één locatie. Zo worden bv. niet alleen de globale opbrengstcijfers beïnvloed door de locatie maar ook de onderlinge verschillen in opbrengst tussen de rassen. Verder waren er ook duidelijke verschillen in ziektedruk op de verschillende bedrijven, welke de plaatselijke prestaties van de rassen beïnvloeden. Niettemin kwamen in deze proef een aantal verschillen in het rassenaanbod zaadvaste preirassen duidelijk naar voor en geven we u hierbij de belangrijkste conclusies mee.
(Klik HIER voor de overzichtstabel)
De rassen werden geoogst op 16 november (Inagro) en op 11 december (overige locaties) 2012.
Naar productie toe sprong vooral Ardea (Vitalis) uit de band. Met een gemiddelde opbrengst van bijna 29 ton/ha bracht dit ras 3 à 4 ton meer op dan de meeste andere rassen. Ardea vertoonde evenwel pleksgewijs intense roest wat vermoedelijk te wijten is aan het heterogene gewas.
Bandit (Bejo) toonde zich het sterkst tegen roest en gaf ook blijk van een algemeen goede ziekteweerstand. Andere eigenschappen van Bandit zijn een donkere bladkleur, een minder opgerichte groeiwijze en korte schacht. Qua opbrengst haalde dit ras gemiddeld een kleine 26 ton/ha.
De telersselectie van Akelei kenmerkte zich, met een gemiddelde opbrengst van 25 ton/ha, door een fijne sortering en een korte schacht. Een minpuntje is de gevoeligheid voor knobbel, maar algemeen is de kwaliteit van de geoogste prei zeer goed. Met haar goede ziekteweerstand en oogstkwaliteit slaagt deze Mechelse telersselectie erin zich te onderscheiden van productief evenwaardige rassen als Axima (Vitalis), Durina en Selina (Syngenta). Deze drie rassen hebben allen als minpunt dat ze gevoelig zijn voor roest, de bladrijke Selina het meest. Ook Haldor (Bingenheimer) en Hannibal (Hild) toonden zich in het veld gevoelig voor roest. Hannibal bleek daarenboven gevoelig voor purpervlekken en behoorde mede door zijn bleekgroene bladkleur en slordige bladgroei tot de minst goeie rassen qua gewasstand. Maar ook qua oogstkwaliteit eindigt Hannibal onderaan de ranglijst vanwege het open snijvlak, het slordige blad, de lange schacht en de open groeiwijze. Tadorna (Vitalis) daarentegen gaf lang geen slechte prei in de kist, maar faalde ook op gevoeligheid voor roest. Tadorna haalde in de proef gemiddeld net geen 25 ton/ha. Tot slot was Farinto (Hild) het enige ras met een significant lagere opbrengst, onder de 20 ton/ha. Slechts op één locatie haalde dit ras meer dan 20 ton/ha. Farinto ging bovendien onderuit door roest zodat we kunnen besluiten dat dit ras weinig te bieden heeft voor een najaarsteelt.
Proefperceel op 5 oktober (Akelei):
Meer info / volledige proefverslag:
Femke Temmerman, tel. 051/27 32 51 of femke.temmerman@inagro.be of
Johan Rapol, tel. 051/27 32 54, johan.rapol@inagro.be
Bijlage | Grootte |
---|---|
Tabel zaavaste rassen prei 2012.pdf | 289.51 KB |