Ook met vlinderbloemige groenbemesters gunstig nitraatresidu mogelijk
Een groenbemester inzaaien in het najaar is een investering in de bodemvruchtbaarheid. Het vermindert bodemerosie en vangt nutriënten die na inwerken beschikbaar komen voor de volgteelt. Deze nutriënten-beschikbaarheid kan verhoogd worden door vlinderbloemigen die N fixeren. Levert dit extra risico’s voor nitraatuitspoeling in het najaar?
Context
Het inzaaien van een vlinderbloemige groenbemester in het najaar is essentieel in de biologische landbouw. Deze onderwerken in het volgende teeltjaar levert extra stikstof op voor het volggewas. Dit is voor de biologische landbouw de enige mogelijkheid om, naast dure organische korrelmeststoffen, de stikstofvoorziening voor de gewassen op peil te houden in het kader van de verstrengde fosfornormen. Vlinderbloemigen zijn in MAP V echter uitgesloten als vanggewas op focusbedrijven.
Teeltverloop
Het hoofdgewas in 2015 op dit perceel was wintertarwe. Na de oogst van het graan zijn de groenbemesters op 21/08/2015 gezaaid in de stoppel. De dag voordien, op 20 augustus, werd de maximale bemestingsdosis toegediend die toegelaten is voor een vanggewas ingezaaid voor 31 augustus (MAP V: 36 kg Neff/ha). Voor deze proef werd gerekend met de forfaitaire waarde voor runderdrijfmest (12,5 ton/ha). Hiermee werd de slechtst mogelijke uitgangssituatie inzake nitraatresidu beoogd. In de praktijk is dergelijke stoppelbemesting echter weinig courant in de biologische landbouw.
Bram Vervisch, Lieven Delanote
Bijlage | Grootte |
---|---|
nitraatresidu vlinderbloemige groenbemesters.pdf | 554.24 KB |