Optimaliseren bemesting herfstframbozen onder bescherming
Heeft u ook herfstframbozen onder bescherming? Dan zal je het volgende terugkerende probleem waarschijnlijk wel herkennen. Een geelverkleuring van de bladeren vanaf juli/augustus (zie figuur) en het stilvallen van de groei. De oorzaak en een bijhorende oplossing voor deze problematiek worden onderzocht door het Proefcentrum Pamel.
Proefopzet
In eerste instantie moest dit hele gegeven in een proef vertaald worden. Wat dient onderzocht te worden? Aan welke factoren moet aandacht geschonken worden? Zo werd verondersteld dat de oorzaak te wijten was aan de bemestingswijze en meer bepaald de stikstof(N-)bemesting. In Proefcentrum Pamel werd daarom in 2018 gestart met een bemestingsproef bij herfstframbozen onder bescherming (variëteit Paris). De proef bestond uit 2 objecten met telkens 3 herhalingen. Enerzijds een object waarbij de geadviseerde N-bemesting volledig als voorraadbemesting gegeven werd (‘100%’). Anderzijds een object waarbij slechts 50% van de geadviseerde N meegegeven werd met de voorraadbemesting en de overige helft gefractioneerd toegediend werd over 4 weken.
Resultaten en bevindingen 2018
Of de N-bemesting nu wel degelijk aan de basis ligt van deze hele problematiek werd getoetst adhv verscheidene parameters.
Wat de totale opbrengst, de halfmaandelijkse opbrengst en de middenpluk (dag waarop 50% van de totale opbrengst werd geplukt) betreft, werden er geen significante verschillen waargenomen tussen de 2 bemestingswijzen.
Verder was de biomassa van de ingedroogde scheuten iets hoger bij het gefractioneerde deel (12,3% hoger) terwijl het aantal vruchttakken bij een scheut van 1,6m hoger lag bij de proef met 100% voorraadbemesting (5,4% hoger). Al waren ook deze verschillen niet significant.
Naast al deze metingen werden eveneens bodem-, blad- en sapstroomanalyses uitgevoerd doorheen het jaar. Niettegenstaande er voor deze parameters tussen beide objecten geen grote verschillen teruggevonden werden, werd de aandacht wel getrokken door het lage mangaan(Mn-)gehalte in de plant. Een Mn-tekort resulteert namelijk ook in een vergeling van het blad. Dit tekort in de plant zou, zelfs bij een voldoende voorraad in de bodem, te wijten zijn aan de hoge pH van de bodem (pH 7 – 7.2).
Om dit probleem op een snelle manier op te lossen, werd er tweemaal gebruik gemaakt van een bladbemesting met een Mn-meststof (Mn-chelaat 13%).
Deze toepassingen resulteerden in het verdwijnen van de gebrekssymptomen en het verhogen van de Mn-concentraties in de plant (zie tabel).
Tabel: Mn-concentraties bij sapstroomanalyses in jong en oud blad voor en na bemesting met Mn-chelaat.
Conclusie
Voorlopig kan geconcludeerd worden dat de oplossing voor het oorspronkelijke probleem niet in de N-bemesting ligt. Het gebruik van Mn-chelaten kan tijdelijk helpen maar zorgt zeker niet voor een oorzakelijke aanpak (hoge bodem pH). Dit onderzoek wordt verdergezet in 2019. Hierdoor wordt getracht om een nog gedetailleerder beeld van het probleem te krijgen.
Meer info?
Arnout Heremans, Sam Neefs
Tel: 054/32.08.46
E-mail: proefcentrum.pamel@vlaamsbrabant.be