Opvolging N-min in een bio fruitaanplanting met verschillende N-trappen
Binnen MAP4 komen zowel de stikstof- als de fosforbemesting meer onder druk te staan. Wat de biologische fruitteelt betreft zijn er 2 knelpunten nl. de kennis van de stikstofreserve (o.a. reststikstof in het najaar) en de beperking van de fosforbemesting tegen 2018, waarbij men streeft naar een maximale bemesting van 55 E P2O5.
Bij de Vlaamse bio-fruittelers is er op dit ogenblik nauwelijks enige kennis over de stikstofreserve die er in de bodem aanwezig is. Daarnaast hebben ze ook geen zicht op wat de organische bemesting die ze uitvoeren uiteindelijk bijdraagt in hun teelt, vooral dan wat vruchtkwaliteit betreft. Er wordt zeer weinig gebruik gemaakt van blad- en vruchtanalyses.
Men kan verwachten dat, op percelen met een hoog humusgehalte, de stikstofvrijzetting vrij vlot verloopt. De vraag is echter hoe groot de kans is dat men in het najaar de residunorm van 90 kg NO3-N in de laag van 0 tot 90 cm diepte overschrijdt. Indien we met dit project hier wat duidelijkheid kunnen brengen, kunnen we, indien er overschrijdingen worden vastgesteld door de mestbank, voldoende argumenten aanhalen om de boetes te beperken. Dit is belangrijk omdat de stikstof die vrijgezet wordt, geen gevolg is van een overbemesting of het gebruik van kunstmest.
Om dit na te gaan werd er een bemestingsproef bij Topaz met een 4-tal objecten aangelegd op een perceel met een matige bodemreserve. Door te werken met verschillende bemestingstrappen kunnen we de invloed nagaan zowel op de bodem, de productie als op de kwaliteit.
Lees het samenvattend verslag HIER.
Het project beoordelen en opmerkingen of een pluim geven kan HIER!
Meer info?
J. Vercammen en A. Gomand
Tel: 011/69.70.81 en 011/69.70.82
E-mail: jef.vercammen@pcfruit.be en ann.gomand@pcfruit.be
Website: www.pcfruit.be