Plaagresistentie aardappelrassen houden stand
Na drie droge jaren met weinig aardappelplaag, krijgt de Phytophthora schimmel nu terug erg gunstige omstandigheden voor ontwikkeling. Biologische percelen met plaaggevoelige rassen krijgen het moeilijk, ondanks een gerichte behandeling met koper. De rassenproef plaagresistente rassen op het proefbedrijf biologische landbouw van Inagro komt volledig tot zijn recht.
Rassenkeuze hoofdmaatregel tegen plaag in bio
De voornaamste maatregel om de aardappelplaag onder controle te houden in de bioteelt, is kiezen voor een ras met een goede plaagtolerantie. Op het biologisch proefbedrijf van Inagro testen we ieder jaar een uitgebreid gamma van aardappelrassen op hun gevoeligheid voor de aardappelplaag. Deze proefresultaten zijn een belangrijke hulp om een goede keuze te maken in het aanbod. Dit jaar staan ruim 20 rassen in proef. Om de raseigen plaagtolerantie maximaal tot uiting te laten komen, wordt in deze proef niet behandeld met koper of andere middelen tegen de aardappelplaag.
Het seizoen startte traag omwille van de koude meimaand. De regen in juni zorgde voor een uitbundige loofontwikkeling en een weelderig gewas. Maar hierdoor is ook de knolzetting vertraagd. Ondertussen zijn de omstandigheden voor de aardappelplaag ideaal en is het gevoelige referentieras Agria op het proefbedrijf al zwaar ziek. Het is zeer de vraag of er al een oogstbare opbrengst is gevormd. De resistente rassen daarentegen houden tot nader order goed stand. Met het huidige groeizame weer, verwachten we hier een goede oogst. Naast de gekende rassen als Alouette, Carolus, Vitabellea en Connect, zitten in de rassenproef ook heel wat nieuwe beloftevolle rassen voor meerdere segmenten in de markt. Naast de plaagresistente eigenschappen beoordelen we ook het opbrengstvermogen en de kwaliteit van de rassen. Want uiteraard spelen ook andere criteria mee in de keuze voor een welbepaald ras, zoals de vroegheid, de kookeigenschappen en geschiktheid voor bewaring.
FIWAP en CRA-W in Wallonië hebben ook in Wallonië gelijkaardige rassenproeven met resistente aardappelrassen. Komend najaar worden de resultaten opnieuw samengebracht in een Belgische ‘lijst robuuste aardappelrassen’. Samen met deze lijst wordt ook een code goede praktijk voor resistentiemanagement uitgewerkt. Hiermee geven we vanuit het onderzoek mee uitwerking aan de ‘aardappelconvenant robuuste rassen’ die de verschillende actoren in de biologische aardappelketen in 2018 hebben afgesloten. De voorbije jaren dreigde de aandacht in de keten de verslappen. 2021 maakt iedereen terug wakker.
Resistentie geen vast gegeven
Een meer resistent ras beperkt de plaagontwikkeling op het loof. Maar het resistentieniveau bij de rassen is geen vast gegeven want de schimmel past zich continu aan door mutaties in de genen. Hierdoor kan de schimmelpopulatie de bestaande resistentie van een ras geleidelijk doorbreken. M.a.w. een ras dat zich eerder resistent toonde, kan na meerdere jaren toch terug gevoelig worden. Voor rassenveredelaars is het daarom belangrijk regelmatig het aanbod bij te sturen. Als teler heb je dit niet in de hand, maar toch kan je ook bijdragen om de evolutie van de schimmel te vertragen. Enkele aanbevelingen:
- Volg de resultaten van de rassenproeven goed op
- Besteed ook bij gebruik een resistent ras aandacht aan preventieve maatregelen: aardappelopslag en uitsorteerhopen vernietigen, perceelskeuze, ….
- Inspecteer het perceel regelmatig op plaag
Bijkomende maatregelen
Naast een goede rassenkeuze raden we biotelers aan het pootgoed voor te kiemen als plaagmaatregel. Op het biobedrijf is voorkiemen inmiddels een standaard praktijk waarvan de voordelen al meermaals zijn aangetoond. Zie deze blog.
In de biologische teelt kan je tenslotte ook koper inzetten om het loof te beschermen. De inzet moet gebeuren volgens de maximaal wettelijke hoeveelheid (maximum 6 kg koper / ha / jaar ) en op basis van waarschuwingsberichten (zie CCBT artikel). Middelen met koper zijn echter onder de huidige hoge ziektedruk onvoldoende krachtig om verdere verspreiding in het perceel te voorkomen.
Meer info?
Lieven Delanote, lieven.delanote@inagro.be, 051 27 32 50
Femke Temmerman, femke.temmerman@inagro.be, 051 27 32 53
=> Uitnodiging verkennend gesprek met Aardappelhoeve voor de teelt van robuuste vroege aardappelen 2022